Februari 2017
Voor het Object van de Maand Februari 2017 staan twee Belgische kwartiermutsen of politiemutsen centraal van het 20ste Linieregiment. De troepen van die eenheid waren actief in de buurgemeente Leopoldsburg tijdens de Duitse inval in mei 1940.
Hieronder wordt een politiemuts ofwel 'bonnet de police' getoond van een officier binnen het 20ste Linieregiment. Het is een typische muts voor een officier van een Linieregiment, te herkennen aan de scharlakenrode band en koningsblauwe bies. De gouden kwast of 'floche' geeft de rangcategorie van officier aan. De gouden cijfers, in combinatie met de liniekleuren, duiden dan weer op het 20ste Linieregiment. De cijfers werden periodiek aangebracht.
Daarnaast wordt een troepenmutsje getoond. De koningsblauwe bies en scharlaken rode floche geven aan dat het gaat om een exemplaar van een infanteriesoldaat. Het cijfer 20 geeft, net zoals bij de officiersmuts, het regiment aan. Ook hieronder betreft het een exemplaar dat periodiek werd toegekend aan het 20ste Linieregiment.
Hieronder wordt een politiemuts ofwel 'bonnet de police' getoond van een officier binnen het 20ste Linieregiment. Het is een typische muts voor een officier van een Linieregiment, te herkennen aan de scharlakenrode band en koningsblauwe bies. De gouden kwast of 'floche' geeft de rangcategorie van officier aan. De gouden cijfers, in combinatie met de liniekleuren, duiden dan weer op het 20ste Linieregiment. De cijfers werden periodiek aangebracht.
Daarnaast wordt een troepenmutsje getoond. De koningsblauwe bies en scharlaken rode floche geven aan dat het gaat om een exemplaar van een infanteriesoldaat. Het cijfer 20 geeft, net zoals bij de officiersmuts, het regiment aan. Ook hieronder betreft het een exemplaar dat periodiek werd toegekend aan het 20ste Linieregiment.
Oprichting en samenstelling 20ste Linieregiment
Het 20ste Linieregiment ontstond als een ontdubbelingsregiment van het 11de Linieregiment en was een eenheid uit de eerste reserve. Het moederregiment, het 11de Linie, was onlosmakelijk verbonden met het Kamp van Beverlo. Die eenheid stond tijdens het Interbellum namelijk in voor de bewaking van het kamp. Om wille van die lokale verankering deden vele Kempenaren, in het bijzonder een aanzienlijk aantal Balenaren, hun dienstplicht in dat infanterieregiment. (Zie ook Object van de maand Januari 2016.)
Op 29 augustus 1939 werden de troepen van het 20ste Linieregiment gemobiliseerd. De manschappen stonden onder bevel van Kolonel S.B.H. F. Tromme. Het regiment maakte samen met het 14de en 29ste Linieregiment, het 9de Artillerieregiment, het 11de Bataljon Genie en het 11de Bataljon Transmissietroepen deel uit van de 11de Legerdivisie. De manschappen verzamelden aanvankelijk te Cointe nabij Luik om in die regio te worden ingezet. De divisie was, net zoals het 20ste Linieregiment, een eenheid uit de eerste reserve. In de praktijk werden de iets oudere dienstplichtigen (uit de klassen 1932, '33, '34 en '35 en niet de actieve personen uit de klassen '36, '37, '38 en '39) in de reserves ingedeeld.
Het 20ste Linieregiment was een typisch infanterieregiment bestaande uit vier bataljons, een stafcompagnie, een geneeskundige compagnie en een peloton verkenners. De vier bataljons waren elk opgedeeld in vier compagnieën (afgekort als Cie).
Het I Bataljon stond onder leiding van Majoor A. Timmermans en was samengesteld uit:
- 1ste Compagnie Fuseliers (Luitenant L. Bosmans);
- 2de Compagnie Fuseliers (Commandant E. Ketelers);
- 3de Compagnie Fuseliers (Luitenant R. Velghe);
- 4de Compagnie Mitrailleurs (Commandant J. Servaes).
Het II Bataljon, onder leiding van Majoor M. Sodermans, bevatte de volgende eenheden:
- 5de Compagnie Fuseliers (Luitenant J. Demoustier);
- 6de Compagnie Fuseliers (Luitenant H. Fabry);
- 7de Compagnie Fuseliers (Commandant V. Godelaine);
- 8ste Compagnie Mitrailleurs (Luitenant M. Kalmes).
Het III Bataljon werd geleid door Majoor P. Wendelen en bestond uit:
- 9de Compagnie Fuseliers (Commandant M. Willio);
- 10de Compagnie Fuseliers (Luitenant L. Reekmans);
- 11de Compagnie Fuseliers (Commandant A. Arckens);
- 12de Compagnie Mitrailleurs (Luitenant L. Lejeune).
Het IV Bataljon bestond uit de volgende onderdelen en werd geleid door Luitenant-Kolonel R. Arnalsteen:
- 13de Compagnie Mitrailleurs (Luitenant H. Van Bruystegem);
- 14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Commandant E. Nivelle);
- 15deCompagnie Mortieren M76 (Luitenant R. Quintelier).
Op het einde van april 1940 werd de 11de Legerdivisie afgelost door de 2de Legerdivisie en verliet de divisie de sector rondom Luik. Het 20ste Linieregiment vertrok om die reden op 26 april 1940 vanuit de posities nabij Angleur naar het Kamp van Beverlo. Op 27 april arriveerden de troepen van het regiment, na twee dagmarsen, in Leopoldsburg en ging meteen een oefenperiode van start op de manoeuvreterreinen van 't Kamp. De oefenperiode startte met een korte instructieperiode en zou worden afgesloten met een meerdaagse syntheseoefening voor alle eenheden uit de 11de Legerdivisie.
Die slotoefeningen werden gepland vanaf het midden van de maand mei. Ook enkele vliegtuigen van het militaire vliegwezen waren voorzien om de manoeuvres bij te wonen. De syntheseoefening moest normaliter eindigen op het einde van de maand mei 1940 in het bijzijn van Koning Leopold III en de militaire staf.
Op het moment van de Duitse inval bevond het 20ste Linieregiment zich bijgevolg, samen met de rest van de 11de Legerdivisie, in het nabijgelegen Kamp van Beverlo.
Het 20ste Linieregiment ontstond als een ontdubbelingsregiment van het 11de Linieregiment en was een eenheid uit de eerste reserve. Het moederregiment, het 11de Linie, was onlosmakelijk verbonden met het Kamp van Beverlo. Die eenheid stond tijdens het Interbellum namelijk in voor de bewaking van het kamp. Om wille van die lokale verankering deden vele Kempenaren, in het bijzonder een aanzienlijk aantal Balenaren, hun dienstplicht in dat infanterieregiment. (Zie ook Object van de maand Januari 2016.)
Op 29 augustus 1939 werden de troepen van het 20ste Linieregiment gemobiliseerd. De manschappen stonden onder bevel van Kolonel S.B.H. F. Tromme. Het regiment maakte samen met het 14de en 29ste Linieregiment, het 9de Artillerieregiment, het 11de Bataljon Genie en het 11de Bataljon Transmissietroepen deel uit van de 11de Legerdivisie. De manschappen verzamelden aanvankelijk te Cointe nabij Luik om in die regio te worden ingezet. De divisie was, net zoals het 20ste Linieregiment, een eenheid uit de eerste reserve. In de praktijk werden de iets oudere dienstplichtigen (uit de klassen 1932, '33, '34 en '35 en niet de actieve personen uit de klassen '36, '37, '38 en '39) in de reserves ingedeeld.
Het 20ste Linieregiment was een typisch infanterieregiment bestaande uit vier bataljons, een stafcompagnie, een geneeskundige compagnie en een peloton verkenners. De vier bataljons waren elk opgedeeld in vier compagnieën (afgekort als Cie).
Het I Bataljon stond onder leiding van Majoor A. Timmermans en was samengesteld uit:
- 1ste Compagnie Fuseliers (Luitenant L. Bosmans);
- 2de Compagnie Fuseliers (Commandant E. Ketelers);
- 3de Compagnie Fuseliers (Luitenant R. Velghe);
- 4de Compagnie Mitrailleurs (Commandant J. Servaes).
Het II Bataljon, onder leiding van Majoor M. Sodermans, bevatte de volgende eenheden:
- 5de Compagnie Fuseliers (Luitenant J. Demoustier);
- 6de Compagnie Fuseliers (Luitenant H. Fabry);
- 7de Compagnie Fuseliers (Commandant V. Godelaine);
- 8ste Compagnie Mitrailleurs (Luitenant M. Kalmes).
Het III Bataljon werd geleid door Majoor P. Wendelen en bestond uit:
- 9de Compagnie Fuseliers (Commandant M. Willio);
- 10de Compagnie Fuseliers (Luitenant L. Reekmans);
- 11de Compagnie Fuseliers (Commandant A. Arckens);
- 12de Compagnie Mitrailleurs (Luitenant L. Lejeune).
Het IV Bataljon bestond uit de volgende onderdelen en werd geleid door Luitenant-Kolonel R. Arnalsteen:
- 13de Compagnie Mitrailleurs (Luitenant H. Van Bruystegem);
- 14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Commandant E. Nivelle);
- 15deCompagnie Mortieren M76 (Luitenant R. Quintelier).
Op het einde van april 1940 werd de 11de Legerdivisie afgelost door de 2de Legerdivisie en verliet de divisie de sector rondom Luik. Het 20ste Linieregiment vertrok om die reden op 26 april 1940 vanuit de posities nabij Angleur naar het Kamp van Beverlo. Op 27 april arriveerden de troepen van het regiment, na twee dagmarsen, in Leopoldsburg en ging meteen een oefenperiode van start op de manoeuvreterreinen van 't Kamp. De oefenperiode startte met een korte instructieperiode en zou worden afgesloten met een meerdaagse syntheseoefening voor alle eenheden uit de 11de Legerdivisie.
Die slotoefeningen werden gepland vanaf het midden van de maand mei. Ook enkele vliegtuigen van het militaire vliegwezen waren voorzien om de manoeuvres bij te wonen. De syntheseoefening moest normaliter eindigen op het einde van de maand mei 1940 in het bijzijn van Koning Leopold III en de militaire staf.
Op het moment van de Duitse inval bevond het 20ste Linieregiment zich bijgevolg, samen met de rest van de 11de Legerdivisie, in het nabijgelegen Kamp van Beverlo.
De Achttiendaagse Veldtocht
In de late avond van 9 mei 1940 ontving de Belgische legerleiding enkele verontrustende berichten van de Belgische ambassade in Berlijn. Ook bij een aantal wachtposten aan de oostgrens van het land viel een bijzondere activiteit waar te nemen langs Duitse zijde. Kort na middernacht werd om die reden een algemeen alarm verspreid onder alle legereenheden.
Omstreeks 00.30u kwam ook in het militaire kamp te Leopoldsburg een algemene alarmmelding binnen. Omdat het Kamp van Beverlo aan de noordzijde van het Albertkanaal lag, en dus aan de vijandelijke zijde van de Dekkingstelling, moest de sector volgens het oorlogsplan onmiddellijk worden ontruimd. Generaal-Majoor Ivan Lebert, bevelhebber van de 11de Legerdivisie, gaf onmiddellijk alle eenheden van de divisie het bevel tot evacuatie naar de K.W.-Stelling. De troepen van het 20ste Linieregiment werden eveneens bevolen zich terug te trekken achter het Albertkanaal en maakten zich in allerijl klaar om in de richting van Diest af te zakken. De marsroute liep langs Heppen, Ham, Kwaadmechelen en Tessenderlo naar Zichem en Molenstede. De laatste manschappen van het 20ste Linieregiment passeerden omstreeks 16.00u de brug aan het Albertkanaal te Kwaadmechelen en werden gekantonneerd in het noordwesten van de stad Diest.
In de late avond van 9 mei 1940 ontving de Belgische legerleiding enkele verontrustende berichten van de Belgische ambassade in Berlijn. Ook bij een aantal wachtposten aan de oostgrens van het land viel een bijzondere activiteit waar te nemen langs Duitse zijde. Kort na middernacht werd om die reden een algemeen alarm verspreid onder alle legereenheden.
Omstreeks 00.30u kwam ook in het militaire kamp te Leopoldsburg een algemene alarmmelding binnen. Omdat het Kamp van Beverlo aan de noordzijde van het Albertkanaal lag, en dus aan de vijandelijke zijde van de Dekkingstelling, moest de sector volgens het oorlogsplan onmiddellijk worden ontruimd. Generaal-Majoor Ivan Lebert, bevelhebber van de 11de Legerdivisie, gaf onmiddellijk alle eenheden van de divisie het bevel tot evacuatie naar de K.W.-Stelling. De troepen van het 20ste Linieregiment werden eveneens bevolen zich terug te trekken achter het Albertkanaal en maakten zich in allerijl klaar om in de richting van Diest af te zakken. De marsroute liep langs Heppen, Ham, Kwaadmechelen en Tessenderlo naar Zichem en Molenstede. De laatste manschappen van het 20ste Linieregiment passeerden omstreeks 16.00u de brug aan het Albertkanaal te Kwaadmechelen en werden gekantonneerd in het noordwesten van de stad Diest.
Rond 7.30u werd het Kamp van Beverlo aangevallen door Stuka bommenwerpers van de Duitse Luftwaffe. De vliegtuigen richtten aanvankelijk de aanval op de kwartieren van de Infanterieschool en de Tuchtcompagnie. Daarna werd ook het militair Hospitaal aangevallen. Na een half uur klaarde het luchtruim op en waren de bommenwerpers verdwenen. Binnen de rangen van de achterwacht van het 20ste Linieregiment vielen ten gevolge van het bombardement verschillende gewonden. Die manschappen van de achterwacht hadden als taak zoveel mogelijk materiaal te recupereren en werden volledig verrast door de luchtaanval. Wellicht kwam daarbij ook (minimaal) één soldaat van het 20ste Linieregiment om het leven: Gerard J. Ottenburgs (Stafcompagnie/II - °20/02/1912 Glons).
Op 11 en 12 mei 1940 volgden voor het gros van de troepen twee nachtelijke etappes alvorens de K.W.-Linie kon worden bereikt. Door de overmacht van de Duitse luftwaffe was het voor de Belgische troepen onmogelijk om overdag uit het vizier te blijven.
Van 12 tot 16 mei 1940 namen de troepen van het 20ste Linieregiment posities in bij de K.W.-Linie ten noordoosten van Bonheiden. Op 15 mei 1940 verschenen daar de eerste Duitse troepen in de ondersector van het regiment. Zonder al te zware slag te moeten leveren, werden de troepen op 17 mei 1940 bevolen om af te zakken naar het Kanaal Gent-Terneuzen. De verplaatsing gebeurde te voet in drie etappes. Na de derde nachtmars bereikten de troepen van het 20ste Linieregiment het dorp Doornzele. Vervolgens werden de manschappen doorgestuurd naar Langerbrugge. Op 19 mei 1940 kreeg het regiment de ondersector tussen Langerbrugge en de Gentse ringvaart toewezen. De eenheid werd daarbij ondersteund door het II Bataljon van het 9de Artillerieregiment (gepositioneerd in Kruisken).
In de nacht van 20 op 21 mei 1940 gaf de Belgische legerleiding het bevel om de sectoren aan het Kanaal Gent-Terneuzen te verlaten. De troepen kregen als opdracht zo lang mogelijk post te houden, maar moesten zich wel reeds klaar maken voor de aftocht naar het Afwateringskanaal van de Leie. Dat gebeurde uiteindelijk in de nacht van 23 op 24 mei 1940. Het 20ste Linieregiment nam vervolgens op 24 mei 1940 nieuwe stellingen in tussen Zomergem en het Kanaal Gent-Brugge. Het regiment bleef op die positie tot en met 27 mei 1940. Tegen de avond werd het 20ste Linieregiment teruggeroepen en bevolen om de kanaaloevers te verlaten. In de nacht van 27 op 28 mei 1940 stak het regiment het kanaal over en hergroepeerde de troepen zich nabij Beernem.
In de regio tussen Beernem en Oostkamp, op de zuidelijke oever van het Kanaal Gent-Brugge, gaf de eenheid zich uiteindelijk op 28 mei 1940 over aan de Duitse troepen.
Balenaren in het 20ste Linieregiment
Naast het feit dat de eenheid deel uitmaakte van de verdedigingstroepen van onze regio tijdens de inval van mei 1940, werden ook een aanzienlijk aantal Balenaren werden tijdens de mobilisatie ingedeeld bij het 20ste Linieregiment. Van de volgende, maar liefst 43 personen kon worden teruggevonden dat zij in het betreffende regiment actief waren. Zij deden bijna allen hun dienstplicht bij het 11de Linieregiment (te herkennen aan het stamnummer beginnende met de cijfers 111), het moederregiment van de eenheid:
Naam en voornaam - Regiment - Compagnie - Militair stamnummer
- Aerts Jozef Albert - 20 Linie - 3 Cie - 111 85453
- Berckmans Cassemir - 20 Linie - 2 Cie - 111 84171
- Berckmans Gustaaf - 20 Linie - 4 Cie - 111 84322
- Berckmans Jan Ferd. Ger. - 20 Linie - 4 Cie - 111 85454
- Boogaerts Louis - 20 Linie - 2 Cie - 111 82226
- Bourloux Disiré Edward - 20 Linie - 3 Cie - 111 32314
- Cochet Camiel Victor - 20 Linie - 4 Cie - 111 82406
- Cools Jan Carolus - 20 Linie - 3 Cie - 106 94694
- Cools Mar. Guil. - 20 Linie - 3 Cie - /
- Cools Frans Alouis - 20 Linie - / - 111 82408
- Dillen Gustaaf - 20 Linie - 2 Cie - 111 84185
- Geboers Andreas - 20 Linie - 2 Cie - 111 84189
- Geypen Petrus Jozef - 20 Linie - 3 Cie - 111 85407
- Geysen Louis - 20 Linie - 2 Cie - 111 84190
- Geysen J. - 20 Linie - / - 202 2502
- Haesen Jozef G. - 20 Linie - / - 111 84139
- Jansen Frans Alfons - 20 Linie - / - 111 84268
- Jansen Albert L.V. - 20 Linie - / - 111 84258
- Janssen Frans Clement - 20 Linie - 4 Cie - 111 85482
- Jennen Frans Louis - 20 Linie - 4 Cie - 111 85483
- Joos Jozef Alfons - 20 Linie - Staf - 111 85415
- Kemps Ferdinand A.L. - 20 Linie - 4 Cie - 111 85486
- Marien Jan Jozef - 20 Linie - 4 Cie - 111 85494
- Mallants Jozef - 20 Linie - / - 111 83435
- Lodewijckx Frans Albert - 20 Linie - 4 Cie - 111 84352
- Laenen Petrus Emiel - 20 Linie - 12 Cie - 105 78869
- Muyldermans Philip - 20 Linie - 2 Cie - 111 82262
- Philipsen Victor Louis - 20 Linie - 4 Cie - 111 843662
- Pauwels Albert Ferdinand - 20 Linie - Staf - 111 85423
- Raus Constant Frans - 20 Linie - 2 Cie - 111 32270
- Schoofs Remi Ferdinand - 20 Linie - 2 Cie - 111 87275
- Sels Jan Ferdinand - 20 Linie - 3 Cie - 106 91398
- Sneyers Alfons Jozef - 20 Linie - 3 Cie - 111 80754
- Steensels Jozef H. - 20 Linie - 2 Cie - 111 82278
- Stevens Gerard Alfons - 20 Linie - / - 202 2518
- Thijs Juul Gerard - 20 Linie - 3 Cie - 111 82366
- Vos Alfons Louis - 20 Linie - 1 Cie - 111 84620
- Weckx Petrus - 20 Linie - / - 111 82389
- Wielockx Andreas Louis - 20 Linie - 4 Cie - 111 84392
- Willekens Jozef Jan - 20 Linie - 4 Cie - 111 82392
- Willekens Gerard Theophiel - 20 Linie - 1 Cie - /
- Wils Marcel Den. Ang. - 20 Linie - 1 Cie - 111 84393
- Wils Petrus Jozef - 20 Linie - 1 Cie - 111 80939
Bronnen
DE FABRIBECKERS, De veldtocht van het Belgisch Leger in 1940, Lummen, 1966.
P. TAGHON, Mei 1940, De 18-daagse veldtocht in woord en beeld, Tielt, 2010.
W. VAN OPSTAL, 'Luchtbombardement Kamp van Beverlo 10 mei 1940', Tijdschrift Museum van het Kamp van Beverlo, Juni 2012.
De Achttiendaagse Veldtocht, (http://18daagseveldtocht.be).
DGHR-Notariaat Evere, Militaire personeelsdossiers.
Centrum voor Historische Documentatie, Ministerie van Defensie, Archief 20ste Linieregiment.
Centrum voor Historische Documentatie Brussel, Ministerie van Defensie, Lijst der gesneuvelde militairen van de Achttiendaagse Veldtocht.
Le Patriote Illustré, Jaargangen 1939 en 1940.
Postkaarten Kamp van Beverlo, Collectie Bram Dierckx.
Archief en documentatie Werkgroep Balen Bevrijd.
Balen Bevrijd, Object van de maand Januari 2016.
Op 11 en 12 mei 1940 volgden voor het gros van de troepen twee nachtelijke etappes alvorens de K.W.-Linie kon worden bereikt. Door de overmacht van de Duitse luftwaffe was het voor de Belgische troepen onmogelijk om overdag uit het vizier te blijven.
Van 12 tot 16 mei 1940 namen de troepen van het 20ste Linieregiment posities in bij de K.W.-Linie ten noordoosten van Bonheiden. Op 15 mei 1940 verschenen daar de eerste Duitse troepen in de ondersector van het regiment. Zonder al te zware slag te moeten leveren, werden de troepen op 17 mei 1940 bevolen om af te zakken naar het Kanaal Gent-Terneuzen. De verplaatsing gebeurde te voet in drie etappes. Na de derde nachtmars bereikten de troepen van het 20ste Linieregiment het dorp Doornzele. Vervolgens werden de manschappen doorgestuurd naar Langerbrugge. Op 19 mei 1940 kreeg het regiment de ondersector tussen Langerbrugge en de Gentse ringvaart toewezen. De eenheid werd daarbij ondersteund door het II Bataljon van het 9de Artillerieregiment (gepositioneerd in Kruisken).
In de nacht van 20 op 21 mei 1940 gaf de Belgische legerleiding het bevel om de sectoren aan het Kanaal Gent-Terneuzen te verlaten. De troepen kregen als opdracht zo lang mogelijk post te houden, maar moesten zich wel reeds klaar maken voor de aftocht naar het Afwateringskanaal van de Leie. Dat gebeurde uiteindelijk in de nacht van 23 op 24 mei 1940. Het 20ste Linieregiment nam vervolgens op 24 mei 1940 nieuwe stellingen in tussen Zomergem en het Kanaal Gent-Brugge. Het regiment bleef op die positie tot en met 27 mei 1940. Tegen de avond werd het 20ste Linieregiment teruggeroepen en bevolen om de kanaaloevers te verlaten. In de nacht van 27 op 28 mei 1940 stak het regiment het kanaal over en hergroepeerde de troepen zich nabij Beernem.
In de regio tussen Beernem en Oostkamp, op de zuidelijke oever van het Kanaal Gent-Brugge, gaf de eenheid zich uiteindelijk op 28 mei 1940 over aan de Duitse troepen.
Balenaren in het 20ste Linieregiment
Naast het feit dat de eenheid deel uitmaakte van de verdedigingstroepen van onze regio tijdens de inval van mei 1940, werden ook een aanzienlijk aantal Balenaren werden tijdens de mobilisatie ingedeeld bij het 20ste Linieregiment. Van de volgende, maar liefst 43 personen kon worden teruggevonden dat zij in het betreffende regiment actief waren. Zij deden bijna allen hun dienstplicht bij het 11de Linieregiment (te herkennen aan het stamnummer beginnende met de cijfers 111), het moederregiment van de eenheid:
Naam en voornaam - Regiment - Compagnie - Militair stamnummer
- Aerts Jozef Albert - 20 Linie - 3 Cie - 111 85453
- Berckmans Cassemir - 20 Linie - 2 Cie - 111 84171
- Berckmans Gustaaf - 20 Linie - 4 Cie - 111 84322
- Berckmans Jan Ferd. Ger. - 20 Linie - 4 Cie - 111 85454
- Boogaerts Louis - 20 Linie - 2 Cie - 111 82226
- Bourloux Disiré Edward - 20 Linie - 3 Cie - 111 32314
- Cochet Camiel Victor - 20 Linie - 4 Cie - 111 82406
- Cools Jan Carolus - 20 Linie - 3 Cie - 106 94694
- Cools Mar. Guil. - 20 Linie - 3 Cie - /
- Cools Frans Alouis - 20 Linie - / - 111 82408
- Dillen Gustaaf - 20 Linie - 2 Cie - 111 84185
- Geboers Andreas - 20 Linie - 2 Cie - 111 84189
- Geypen Petrus Jozef - 20 Linie - 3 Cie - 111 85407
- Geysen Louis - 20 Linie - 2 Cie - 111 84190
- Geysen J. - 20 Linie - / - 202 2502
- Haesen Jozef G. - 20 Linie - / - 111 84139
- Jansen Frans Alfons - 20 Linie - / - 111 84268
- Jansen Albert L.V. - 20 Linie - / - 111 84258
- Janssen Frans Clement - 20 Linie - 4 Cie - 111 85482
- Jennen Frans Louis - 20 Linie - 4 Cie - 111 85483
- Joos Jozef Alfons - 20 Linie - Staf - 111 85415
- Kemps Ferdinand A.L. - 20 Linie - 4 Cie - 111 85486
- Marien Jan Jozef - 20 Linie - 4 Cie - 111 85494
- Mallants Jozef - 20 Linie - / - 111 83435
- Lodewijckx Frans Albert - 20 Linie - 4 Cie - 111 84352
- Laenen Petrus Emiel - 20 Linie - 12 Cie - 105 78869
- Muyldermans Philip - 20 Linie - 2 Cie - 111 82262
- Philipsen Victor Louis - 20 Linie - 4 Cie - 111 843662
- Pauwels Albert Ferdinand - 20 Linie - Staf - 111 85423
- Raus Constant Frans - 20 Linie - 2 Cie - 111 32270
- Schoofs Remi Ferdinand - 20 Linie - 2 Cie - 111 87275
- Sels Jan Ferdinand - 20 Linie - 3 Cie - 106 91398
- Sneyers Alfons Jozef - 20 Linie - 3 Cie - 111 80754
- Steensels Jozef H. - 20 Linie - 2 Cie - 111 82278
- Stevens Gerard Alfons - 20 Linie - / - 202 2518
- Thijs Juul Gerard - 20 Linie - 3 Cie - 111 82366
- Vos Alfons Louis - 20 Linie - 1 Cie - 111 84620
- Weckx Petrus - 20 Linie - / - 111 82389
- Wielockx Andreas Louis - 20 Linie - 4 Cie - 111 84392
- Willekens Jozef Jan - 20 Linie - 4 Cie - 111 82392
- Willekens Gerard Theophiel - 20 Linie - 1 Cie - /
- Wils Marcel Den. Ang. - 20 Linie - 1 Cie - 111 84393
- Wils Petrus Jozef - 20 Linie - 1 Cie - 111 80939
Bronnen
DE FABRIBECKERS, De veldtocht van het Belgisch Leger in 1940, Lummen, 1966.
P. TAGHON, Mei 1940, De 18-daagse veldtocht in woord en beeld, Tielt, 2010.
W. VAN OPSTAL, 'Luchtbombardement Kamp van Beverlo 10 mei 1940', Tijdschrift Museum van het Kamp van Beverlo, Juni 2012.
De Achttiendaagse Veldtocht, (http://18daagseveldtocht.be).
DGHR-Notariaat Evere, Militaire personeelsdossiers.
Centrum voor Historische Documentatie, Ministerie van Defensie, Archief 20ste Linieregiment.
Centrum voor Historische Documentatie Brussel, Ministerie van Defensie, Lijst der gesneuvelde militairen van de Achttiendaagse Veldtocht.
Le Patriote Illustré, Jaargangen 1939 en 1940.
Postkaarten Kamp van Beverlo, Collectie Bram Dierckx.
Archief en documentatie Werkgroep Balen Bevrijd.
Balen Bevrijd, Object van de maand Januari 2016.