Objecten van de maand - 2019
Januari 2019
Onze allerbeste wensen voor het Nieuwe Jaar! Met het nieuwe Object van de maand 'rollen' we vlotjes 2019 binnen en starten we met een schone lei.
Het wordt alvast een druk jaar voor Balen Bevrijd. 2019 staat immers volledig in het teken van de Jubileumherdenking - 75 jaar Bevrijding van Balen en de Kempen. Onze plannen - Pop Up Museum - Balen Bevrijd 1944 - zijn reeds terug te vinden via deze website. Bekijk ook zeker op regelmatige basis onze FB-pagina en blijf zo goed op de hoogte van alle plannen en projecten in het komende jaar!
Het wordt alvast een druk jaar voor Balen Bevrijd. 2019 staat immers volledig in het teken van de Jubileumherdenking - 75 jaar Bevrijding van Balen en de Kempen. Onze plannen - Pop Up Museum - Balen Bevrijd 1944 - zijn reeds terug te vinden via deze website. Bekijk ook zeker op regelmatige basis onze FB-pagina en blijf zo goed op de hoogte van alle plannen en projecten in het komende jaar!
Een NSU Quick uit 1940
Het Object van de maand Januari 2019 is een kleine motorfiets van het merk NSU uit het jaar 1940. Het getoonde exemplaar is van het type 'Quick' dat van 1936 tot en met 1953 werd vervaardigd door de Duitse firma NSU.
NSU was een bedrijf dat reeds in 1873 ontstond en bekend werd als leverancier van naaimachines, fietsen, motorfietsen en automobielen. De bedrijfsnaam was aanvankelijk Neckarsulmer Fahrradwerke AG. Omdat die naam nogal moeilijk lag voor de internationale markt, wijzigde deze later NSU Vereinigte Fahrzeugwerke, NSU Werke Aktiengesellschaft en NSU Motorenwerke AG. De letters NSU waren afkomstig van de oorspronkelijke vestigingsplaats NeckarSUlm.
Het Object van de maand Januari 2019 is een kleine motorfiets van het merk NSU uit het jaar 1940. Het getoonde exemplaar is van het type 'Quick' dat van 1936 tot en met 1953 werd vervaardigd door de Duitse firma NSU.
NSU was een bedrijf dat reeds in 1873 ontstond en bekend werd als leverancier van naaimachines, fietsen, motorfietsen en automobielen. De bedrijfsnaam was aanvankelijk Neckarsulmer Fahrradwerke AG. Omdat die naam nogal moeilijk lag voor de internationale markt, wijzigde deze later NSU Vereinigte Fahrzeugwerke, NSU Werke Aktiengesellschaft en NSU Motorenwerke AG. De letters NSU waren afkomstig van de oorspronkelijke vestigingsplaats NeckarSUlm.
Zowel voor als tijdens de Tweede Wereldoorlog leverde de firma NSU heel wat fietsen en motorfietsen aan het Duitse leger. De productiecijfers bereikten dan ook een echte piek vlak voor de oorlog. In het jaar 1938 telde het bedrijf maar liefst 3.500 arbeiders en produceerde het 136.000 fietsen en 63.000 motorfietsen. Een van de meest succesvolle modellen, die vooral de civiele markt bereikten, was de NSU Quick. In de periode 1936-1953 rolden van dat model zo'n 240.000 exemplaren uit de fabriek. Het was een zeer populair model dat zowel in een heren- als ook een dames-versie beschikbaar was. De kostprijs van één NSU Quick bedroeg voor de oorlog slechts 290 Reichsmark.
Het Duitse leger gebruikte niet alleen zware motoren, maar had ook enkele kleinere modellen in gebruik. Hoewel de NSU Quick aanvankelijk was bedoeld voor civiel gebruik, werd het type motorfiets al snel gebruikt voor semi- en zuiver militaire doeleinden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Foto's tonen aan dat het type vaak werd gebruikt tijdens de opleiding van de Hitlerjugend en toekomstige meldefahrer of legerkoeriers. Maar ook het gebruik van deze lichte motorfiets door verkenners, koeriers en artsen in de Duitse Wehrmacht staat vast.
De NSU Quick had een staande luchtgekoelde ééncilinder tweetakt motor met een inhoud van 97cc en een vermogen van ongeveer 3 PK. De motor heeft vooraan een trommelrem en is achteraan uitgerust met een torpedo-remsysteem.
De getoonde motor is een zogenaamd 'Herrenrad' ofwel een herenversie van de NSU Quick. Zowel het dataplaatje als de serienummer bevestigen het productiejaar 1940. Het betreft een exemplaar dat werd gerestaureerd in de grijs-blauwe kleur van de Duitse Luftwaffe.
De getoonde motor is een zogenaamd 'Herrenrad' ofwel een herenversie van de NSU Quick. Zowel het dataplaatje als de serienummer bevestigen het productiejaar 1940. Het betreft een exemplaar dat werd gerestaureerd in de grijs-blauwe kleur van de Duitse Luftwaffe.
Bronnen
Betriebsanleitung NSU Motorfahrrad Quick.
Die NSU website, (www.nsu24.de).
NSU Quick - Die kleine Maschine für sehr sparsame Fahrer- Prospekt, 1936.
NSU von A bis Z, 1938.
Prospekt NSU QUICK 98, 1936.
Prospekt NSU QUICK 98, 1937.
SCHNEIDER, P., NSU Motorräder 1900–1966, Motorbuch Verlag, Stuttgart, 2007.
Betriebsanleitung NSU Motorfahrrad Quick.
Die NSU website, (www.nsu24.de).
NSU Quick - Die kleine Maschine für sehr sparsame Fahrer- Prospekt, 1936.
NSU von A bis Z, 1938.
Prospekt NSU QUICK 98, 1936.
Prospekt NSU QUICK 98, 1937.
SCHNEIDER, P., NSU Motorräder 1900–1966, Motorbuch Verlag, Stuttgart, 2007.
Februari 2019
Omwille van de barre weersomstandigheden deze dagen kozen we als object van de maand iets waar we ons mee kunnen verwarmen. Namelijk een 'Arara 37' veldstoofje.
De 'Arara 37'
Het kleine veldstoofje dat we hier zien, heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog het leven aan het front voor veel soldaten wat draaglijker gemaakt.
Groter als de bekende Esbit koker, kon met dit stoofje de maaltijd van vier tot zes soldaten worden opgewarmd. Toch is het stoofje klein genoeg om in de knapzak van de soldaat te passen en kon de soldaat het dus makkelijk met zich meedragen.
Niet iedereen kreeg zomaar het privilege zijn privéstoofje te hebben: de Arara en Juwel stoofjes (de tweelingbroer van de Arara) werden voornamelijk verdeeld onder elitetroepen zoals bergtroepen. Ook kreeg niet elke soldaat een stoofje, meerdere soldaten moesten deze stoven met elkaar delen.
Het kleine veldstoofje dat we hier zien, heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog het leven aan het front voor veel soldaten wat draaglijker gemaakt.
Groter als de bekende Esbit koker, kon met dit stoofje de maaltijd van vier tot zes soldaten worden opgewarmd. Toch is het stoofje klein genoeg om in de knapzak van de soldaat te passen en kon de soldaat het dus makkelijk met zich meedragen.
Niet iedereen kreeg zomaar het privilege zijn privéstoofje te hebben: de Arara en Juwel stoofjes (de tweelingbroer van de Arara) werden voornamelijk verdeeld onder elitetroepen zoals bergtroepen. Ook kreeg niet elke soldaat een stoofje, meerdere soldaten moesten deze stoven met elkaar delen.
In de eerste plaats werden deze stoofjes het hele jaar door gebruikt om eten op te warmen, maar in de winter bewees het ook zijn dienst als draagbaar kampvuur waaraan de soldaten zich konden verwarmen.
Nog iets waar de Arara heel handig voor leek te zijn, was het warm houden van batterijen van voertuigen bij vorst! Zoals de meesten onder ons al wel eens hebben ondervonden, krijgen batterijen van voertuigen het enorm te verduren bij vriestemperaturen. De Arara werd dan vaak onder het voertuig geplaatst om te verhinderen dat de batterij zou leeglopen door de vrieskou. Zo konden voertuigen ondanks het koude weer toch snel weer gestart worden.
Nog iets waar de Arara heel handig voor leek te zijn, was het warm houden van batterijen van voertuigen bij vorst! Zoals de meesten onder ons al wel eens hebben ondervonden, krijgen batterijen van voertuigen het enorm te verduren bij vriestemperaturen. De Arara werd dan vaak onder het voertuig geplaatst om te verhinderen dat de batterij zou leeglopen door de vrieskou. Zo konden voertuigen ondanks het koude weer toch snel weer gestart worden.
Zoals gezegd, werd de Arara voornamelijk gebruikt voor het opwarmen van eten. Dat gebeurde in de eerste plaats in het Duitse 'Essgeschirr' model 31. Kort en bondig: het Essgeschirr model 31 is bij ons beter bekend als... een gamel.
Ook als er nergens droog hout of brandbaar materiaal te vinden was, konden met de benzinegestookte Arara de rantsoenen verwarmd worden. Hoewel de Arara op vele vlakken zijn doel bewees, kende hij op die manier ook een minpuntje. De Arara kon enkel verwarmd worden met benzine, wat erg schaars werd in de loop van de oorlog.
Ook als er nergens droog hout of brandbaar materiaal te vinden was, konden met de benzinegestookte Arara de rantsoenen verwarmd worden. Hoewel de Arara op vele vlakken zijn doel bewees, kende hij op die manier ook een minpuntje. De Arara kon enkel verwarmd worden met benzine, wat erg schaars werd in de loop van de oorlog.
Bon Appétit
Bronnen
Saiz, A., Deutsche Soldaten: Uniforms, Equipment & Personal Items of the German Soldier 1939-45, Casemate Publishers, 2008.
Saiz, A., Deutsche Soldaten: Uniforms, Equipment & Personal Items of the German Soldier 1939-45, Casemate Publishers, 2008.
Maart 2019
Het Object van de Maand Maart zet enkele Belgische uniformstukken in de kijker van een militaire geneesheer uit de nabije regio. Het betreft de uniformvest, kepie en lederen riem van reserve onderluitenant - arts Bartholomé Arnold Van Can uit Leopoldsburg.
Bartholomé Arnold Van Can werd geboren in Leopoldsburg op 23 februari 1905 en was de zoon van Charles Van Can en Marie Vanderkelen. Arnold studeerde geneeskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven en zat in de 2de kandidatuur toen hij werd opgeroepen voor zijn militaire dienstplicht. In januari 1926 werd hij ingelijfd in het 3de Geneeskundige Korps als milicien en kreeg als stamnummer 280/67.
Een jaar later ging hij over naar het 2de Geneeskundig Korps. Tijdens zijn dienstplicht, werd Arnold Van Can enkele malen bevorderd met een hogere rang en genoot hij ook de opleiding van brancardier-infirmier. In het 1936 verliet Arnold Van Can het ouderlijke nest in Leopoldsburg en verhuisde hij naar Gent. In datzelfde jaar werd hij uiteindelijk benoemd tot reserve onderluitenant – arts. Als officier kreeg hij een nieuw stamnummer 36746. Bij die laatste promotie liet hij zeer waarschijnlijk het getoonde uniform maken.
In vredestijd maakte hij deel uit van het 2de Geneeskundig Korps. Zowel in 1938 als 1939 werd hij opnieuw onder de wapens geroepen. Het militaire dossier van Arnold Van Can geeft helaas geen verdere details over het persoonlijke verloop van de Achttiendaagse Veldtocht. Wel is duidelijk dat hij vanaf 11 september 1939 werd gemobiliseerd en in dienst bleef tot juni 1940.
Via andere bronnen kon het verhaal van deze reserve officier echter wel worden gereconstrueerd. Bartholomé Arnold Van Can werd namelijk teruggevonden in de slagorde van officieren binnen het 35ste Linieregiment tijdens de Achttiendaagse Veldtocht. In mei 1940 was hij bij die eenheid actief als geneesheer-médicin binnen de Staf van het Iste Bataljon.
Onderluitenant Bartholomé Arnold Van Can tijdens de Achttiendaagse Veldtocht
Het 35ste Linieregiment was een infanterieregiment van de tweede reserve en werd ontdubbeld van het 5de Linieregiment. De eenheid was in mei 1940 verantwoordelijk voor de verdediging van de ondersector Beringen en bemande daar de stellingen aan het Albertkanaal. De troepen lagen opgesteld in het gebied ten westen en noordwesten van het Albertkanaal tussen Beringen en Paal.
Van 21 tot 24 mei bezette het 35ste Linieregiment de noordrand van Diksmuide en de brug van Tervate. In de nacht van 25 op 26 mei kreeg de eenheid een groter gebied toebedeeld en liep de verdedigingszone van Klerken en Diksmuide tot aan de Franse grens. Het Iste Bataljon stelde zich aan de oostelijke oever van de Ijzer op met drie van de vier compagnieën. De derde compagnie van het Iste bataljon werd nabij de Franse grens opgesteld. Het IIde Bataljon bezette de zone tussen Diksmuide en Klerken. Het IIIde Bataljon nam post tussen de Ijzer en de baan van Woumen naar Zarren. Die posities bleef de eenheid innemen tot aan de capitulatie van het Belgisch Leger.
Op 29 mei marcheerde het regiment naar Werken, waar het bleef gekantonneerd tot 2 juni. Na die datum trokken de restanten van de eenheid door naar Deerlijk. Tussen 4 en 10 juni verbleven de krijgsgevangenen van het regiment in een lege fabriek in Ronse. Daar volgde op 10 en 11 juni de demobilisatie van de troepen en het reservekader. Ook Arnold Van Can was wellicht bij die groep en keerde op 30 juni 1940 keerde terug naar huis. Na de oorlog vestigde hij zich als arts in Sint-Kwittens-Lennik.
Het uniform van Onderluitenant Bartholomé Arnold Van Can
De uniformstukken van onderluitenant Arnold Van Can vertonen de typische kenmerken van een uniform voor officieren volgens de voorschriften van 1935. In dit geval betreft het stukken die Arnold Van Can liet vervaardigen in zijn geboortedorp Leopoldsburg. De uniformvest werd gemaakt bij kleermaker J. De Coster, een private kleermaker die zich ook specialiseerde in militaire uniformen. De vest is gemaakt in fijne stof en heeft geborduurde insignes van het Geneeskundig Korps, waardoor het uniform kan doorgaan als een stads- of uitgangstenue. Ook de kepie werd geleverd door een firma uit Leopoldsburg, H. Cornélis-Vanderputten. Die laatste ‘Fabrique de kepis militaires' was gevestigd in de Hospitaalstraat 12 te Leopoldsburg.
De kraagspiegels van de vest zijn amarant fluweel van kleur en hebben geborduurde attributen van het Geneeskundige Korps. Ze geven daarnaast de rang van onderluitenant aan. Ook de kepie heeft een amaranten bies, gouden stormriem en goudkleurig insigne, wat typisch is voor officieren-geneesheren van de Gezondheidsdienst.
De schouderstukken van de uniformvest vertonen sporen van cijfers onder de kroontjes en duiden op de aanhechting bij een infanterieregiment. De gouden kroontjes geven weer dat hij werd aangehecht bij een Linieregiment. Dat klopt ook aangezien onderluitenant Van Can tijdens in mei 1940 diende bij het 35ste Linieregiment. De cijfers werden mogelijk na de wapenfeiten en overgang naar het 'Geneeskundig Depot' verwijderd.
Een jaar later ging hij over naar het 2de Geneeskundig Korps. Tijdens zijn dienstplicht, werd Arnold Van Can enkele malen bevorderd met een hogere rang en genoot hij ook de opleiding van brancardier-infirmier. In het 1936 verliet Arnold Van Can het ouderlijke nest in Leopoldsburg en verhuisde hij naar Gent. In datzelfde jaar werd hij uiteindelijk benoemd tot reserve onderluitenant – arts. Als officier kreeg hij een nieuw stamnummer 36746. Bij die laatste promotie liet hij zeer waarschijnlijk het getoonde uniform maken.
In vredestijd maakte hij deel uit van het 2de Geneeskundig Korps. Zowel in 1938 als 1939 werd hij opnieuw onder de wapens geroepen. Het militaire dossier van Arnold Van Can geeft helaas geen verdere details over het persoonlijke verloop van de Achttiendaagse Veldtocht. Wel is duidelijk dat hij vanaf 11 september 1939 werd gemobiliseerd en in dienst bleef tot juni 1940.
Via andere bronnen kon het verhaal van deze reserve officier echter wel worden gereconstrueerd. Bartholomé Arnold Van Can werd namelijk teruggevonden in de slagorde van officieren binnen het 35ste Linieregiment tijdens de Achttiendaagse Veldtocht. In mei 1940 was hij bij die eenheid actief als geneesheer-médicin binnen de Staf van het Iste Bataljon.
Onderluitenant Bartholomé Arnold Van Can tijdens de Achttiendaagse Veldtocht
Het 35ste Linieregiment was een infanterieregiment van de tweede reserve en werd ontdubbeld van het 5de Linieregiment. De eenheid was in mei 1940 verantwoordelijk voor de verdediging van de ondersector Beringen en bemande daar de stellingen aan het Albertkanaal. De troepen lagen opgesteld in het gebied ten westen en noordwesten van het Albertkanaal tussen Beringen en Paal.
- Het Iste bataljon bemande het noordelijke deel van de ondersector langsheen de oever van het Albertkanaal nabij Tervant.
- Het IIde Bataljon lag in tweede lijn opgesteld in de zone tussen het Albertkanaal en Paal, nabij de grote baan van Beringen naar Paal.
- het IIIde bataljon bezette het zuidelijke deel van de ondersector en lag ook bij het Albertkanaal nabij Beringen.
- De twee bataljons aan het kanaal (Iste en IIIde Bataljon) beschikten ook over vier C47 anti-tankkanonnen van de divisietroepen.
- De troepen van het 35ste Linieregiment werden daarnaast rechtstreeks bijgestaan door de kanonnen van het IIde Bataljon van het 22ste Artillerieregiment.
Van 21 tot 24 mei bezette het 35ste Linieregiment de noordrand van Diksmuide en de brug van Tervate. In de nacht van 25 op 26 mei kreeg de eenheid een groter gebied toebedeeld en liep de verdedigingszone van Klerken en Diksmuide tot aan de Franse grens. Het Iste Bataljon stelde zich aan de oostelijke oever van de Ijzer op met drie van de vier compagnieën. De derde compagnie van het Iste bataljon werd nabij de Franse grens opgesteld. Het IIde Bataljon bezette de zone tussen Diksmuide en Klerken. Het IIIde Bataljon nam post tussen de Ijzer en de baan van Woumen naar Zarren. Die posities bleef de eenheid innemen tot aan de capitulatie van het Belgisch Leger.
Op 29 mei marcheerde het regiment naar Werken, waar het bleef gekantonneerd tot 2 juni. Na die datum trokken de restanten van de eenheid door naar Deerlijk. Tussen 4 en 10 juni verbleven de krijgsgevangenen van het regiment in een lege fabriek in Ronse. Daar volgde op 10 en 11 juni de demobilisatie van de troepen en het reservekader. Ook Arnold Van Can was wellicht bij die groep en keerde op 30 juni 1940 keerde terug naar huis. Na de oorlog vestigde hij zich als arts in Sint-Kwittens-Lennik.
Het uniform van Onderluitenant Bartholomé Arnold Van Can
De uniformstukken van onderluitenant Arnold Van Can vertonen de typische kenmerken van een uniform voor officieren volgens de voorschriften van 1935. In dit geval betreft het stukken die Arnold Van Can liet vervaardigen in zijn geboortedorp Leopoldsburg. De uniformvest werd gemaakt bij kleermaker J. De Coster, een private kleermaker die zich ook specialiseerde in militaire uniformen. De vest is gemaakt in fijne stof en heeft geborduurde insignes van het Geneeskundig Korps, waardoor het uniform kan doorgaan als een stads- of uitgangstenue. Ook de kepie werd geleverd door een firma uit Leopoldsburg, H. Cornélis-Vanderputten. Die laatste ‘Fabrique de kepis militaires' was gevestigd in de Hospitaalstraat 12 te Leopoldsburg.
De kraagspiegels van de vest zijn amarant fluweel van kleur en hebben geborduurde attributen van het Geneeskundige Korps. Ze geven daarnaast de rang van onderluitenant aan. Ook de kepie heeft een amaranten bies, gouden stormriem en goudkleurig insigne, wat typisch is voor officieren-geneesheren van de Gezondheidsdienst.
De schouderstukken van de uniformvest vertonen sporen van cijfers onder de kroontjes en duiden op de aanhechting bij een infanterieregiment. De gouden kroontjes geven weer dat hij werd aangehecht bij een Linieregiment. Dat klopt ook aangezien onderluitenant Van Can tijdens in mei 1940 diende bij het 35ste Linieregiment. De cijfers werden mogelijk na de wapenfeiten en overgang naar het 'Geneeskundig Depot' verwijderd.
De militaire loopbaan van Arnold Van Can
30/09/1925 - Goedgekeurd voor de dienst in de gemeente Leopoldsburg als Milicien Klasse 1926.
28/01/1926 - In werkelijke dienst bij het 3de Geneeskundig Korps.
15/12/1926 - Benoemd tot korporaal.
14/01/1927 - Overgegaan naar het 2de Geneeskundig Korps.
01/07/1927 - Benoemd tot sergeant.
01/11/1935 - Benoemd tot adjudant.
26/09/1936 - Benoemd tot reserve onderluitenant - arts.
21/10/1936 - Administratief toegewezen aan het 2de Geneeskundig Korps.
28/09/1938 - Opnieuw onder de wapens geroepen tot 02/10/1938.
11/09/1939 - Gemobiliseerd en onder de wapens tot 30/06/1940.
30/09/1925 - Goedgekeurd voor de dienst in de gemeente Leopoldsburg als Milicien Klasse 1926.
28/01/1926 - In werkelijke dienst bij het 3de Geneeskundig Korps.
15/12/1926 - Benoemd tot korporaal.
14/01/1927 - Overgegaan naar het 2de Geneeskundig Korps.
01/07/1927 - Benoemd tot sergeant.
01/11/1935 - Benoemd tot adjudant.
26/09/1936 - Benoemd tot reserve onderluitenant - arts.
21/10/1936 - Administratief toegewezen aan het 2de Geneeskundig Korps.
28/09/1938 - Opnieuw onder de wapens geroepen tot 02/10/1938.
11/09/1939 - Gemobiliseerd en onder de wapens tot 30/06/1940.
Periodes 'onder de wapens'
Periode 1: 30/09/1926 – 29/09/1927.
Periode 2: 12/07/1929 – 22/08/1929.
Periode 3: 28/09/1938 – 02/10/1938.
Periode 4: 11/09/1939 – 30/06/1940.
Na de veldtocht van mei 1940 werd hij toegewezen aan het Depot van de Geneeskundige Dienst van het Leger.
Onderscheidingen
Kruis van Ridder in de Kroonorde
Bronnen
BRUSSEL, Centrum voor Historische Documentatie Evere, Slagorde der officieren 35ste Linie.
BRUSSEL, DGHR-Notariaat Evere, Militair personeelsdossier B.A. Van Can.
BRUSSEL, DGHR-Notariaat Evere, Militair zakboekje van B.A. Van Can.
De Achttiendaagse Veldtocht, (http://18daagseveldtocht.be/).
De Belgische soldaat van mei 1940, (www.abbl1940.be).
DE FABRIBECKERS, De veldtocht van het Belgisch Leger in 1940, Lummen, 1966.
Dankwoord
Met oprechte dank aan Dhr. G. Broos voor zijn hulp bij de opzoekingen naar onderluitenant B.A. Van Can. Een snelle doorbraak in het onderzoek naar deze uniformstukken was enkel zo mogelijk.
Eveneens een groot woord van dank aan Dhr. W. Van Opstal voor alle bijstand en informatie. Dankzij die hulp kon B.A. Van Can snel worden teruggevonden in de slagorde van Belgische officieren die deelnamen aan de campagne van mei 1940 en staat de actieve rol van deze geneesheer bij het 35ste Linieregiment buiten kijf.
Enorm bedankt, heren!
Periode 1: 30/09/1926 – 29/09/1927.
Periode 2: 12/07/1929 – 22/08/1929.
Periode 3: 28/09/1938 – 02/10/1938.
Periode 4: 11/09/1939 – 30/06/1940.
Na de veldtocht van mei 1940 werd hij toegewezen aan het Depot van de Geneeskundige Dienst van het Leger.
Onderscheidingen
Kruis van Ridder in de Kroonorde
Bronnen
BRUSSEL, Centrum voor Historische Documentatie Evere, Slagorde der officieren 35ste Linie.
BRUSSEL, DGHR-Notariaat Evere, Militair personeelsdossier B.A. Van Can.
BRUSSEL, DGHR-Notariaat Evere, Militair zakboekje van B.A. Van Can.
De Achttiendaagse Veldtocht, (http://18daagseveldtocht.be/).
De Belgische soldaat van mei 1940, (www.abbl1940.be).
DE FABRIBECKERS, De veldtocht van het Belgisch Leger in 1940, Lummen, 1966.
Dankwoord
Met oprechte dank aan Dhr. G. Broos voor zijn hulp bij de opzoekingen naar onderluitenant B.A. Van Can. Een snelle doorbraak in het onderzoek naar deze uniformstukken was enkel zo mogelijk.
Eveneens een groot woord van dank aan Dhr. W. Van Opstal voor alle bijstand en informatie. Dankzij die hulp kon B.A. Van Can snel worden teruggevonden in de slagorde van Belgische officieren die deelnamen aan de campagne van mei 1940 en staat de actieve rol van deze geneesheer bij het 35ste Linieregiment buiten kijf.
Enorm bedankt, heren!
April 2019
De Duitse soldaat met zijn hebben en houden
Soms vraag je jezelf misschien wel eens af... "Waar steken ze het toch allemaal, die soldaten?! En hoe krijgen ze het overal mee naartoe gesleurd?!"
Wel, dan kan het object van de maand April hier misschien wat duidelijkheid in scheppen! Deze keer bespreken we immers een paar methoden, waarop de Duitse infanterist zijn broodnodige bepakking in het veld meedroeg. Verscheidene zaken zoals de broodzak, het schepje, patroontassen, ... werden rechtstreeks aan de koppelriem gedragen, maar natuurlijk kon je daar geen dingen blijven aanhangen.
Wel, dan kan het object van de maand April hier misschien wat duidelijkheid in scheppen! Deze keer bespreken we immers een paar methoden, waarop de Duitse infanterist zijn broodnodige bepakking in het veld meedroeg. Verscheidene zaken zoals de broodzak, het schepje, patroontassen, ... werden rechtstreeks aan de koppelriem gedragen, maar natuurlijk kon je daar geen dingen blijven aanhangen.
De Y-riem
De bovenstaande foto laat zien dat er al een groot deel van de bepakking rechtstreeks aan de riem werd gedragen. Om het gewicht van de volledige uitrusting toch wat te spreiden en genoeg plaats te hebben om alles met zich mee te kunnen dragen, werd net voor de oorlog de zogenaamde Y-riem ontwikkeld. De naam 'Y-riem' ontleende zich uiteraard van de vorm die de riem had.
De riem werd over de schouders gedragen en kon zowel vooraan als achteraan worden vastgemaakt aan allerlei toebehoren. Hierboven een voorbeeld van de bevestigingsmethoden. Links vooraan op de foto hangt de Y-riem vast aan een koppelhaak en aan de andere kant werd deze aan de ring van de patroontas bevestigd. Achteraan op de rug hangt de Y-riem rechtstreeks aan de koppelriem met behulp van de haak.
Het doel van de Y-riem was enerzijds een deel van de bepakking op de rug te kunnen meedragen en tegelijk ook ondersteuning te geven aan de reeds zwaarbeladen buikriem. Aan de 2 'metalen ogen' op de achterzijde kon met behulp van pakriempjes bijvoorbeeld het tentzeil, een dekentje of een Essgeschirr (eetketeltje) worden bevestigd.
Voor de introductie van de Y-riem werd de koppelriem rechtstreeks gedragen op de uniformhaken in de Feldbluse of veldbloes, maar dat bleek ruim onvoldoende om een volledige bepakking te dragen. Met de Y-riem werd dat probleem grotendeels opgelost en werd het gewicht ook over de schouders verdeeld. 2 extra riempjes vooraan konden onder de oksel worden geplooid om zo andere zaken als 'rugzak' te kunnen dragen. (Zie hieronder.)
Voor de introductie van de Y-riem werd de koppelriem rechtstreeks gedragen op de uniformhaken in de Feldbluse of veldbloes, maar dat bleek ruim onvoldoende om een volledige bepakking te dragen. Met de Y-riem werd dat probleem grotendeels opgelost en werd het gewicht ook over de schouders verdeeld. 2 extra riempjes vooraan konden onder de oksel worden geplooid om zo andere zaken als 'rugzak' te kunnen dragen. (Zie hieronder.)
Het 'A-frame' of Gefechtsgepäck
Omdat de Y-riem op zich nog steeds niet voldeed om een volledige bepakking op degelijke wijze te kunnen transporteren, werd tegelijk het Gefechtsgepäck of ook wel A-frame ontwikkeld. Dat uitrustingsstuk werd speciaal ontwikkeld om op de Y-riem te bevestigen. Ook dat stuk ontleende zijn naam aan zijn typische vorm en werd gedragen op de rug van de soldaat.
Het A-frame vormde eigenlijk een simpele, stevige draagconstructie met daarop een aantal bindriemen, om onder andere de Zeltbahn (tentzeil) en het Essgeschirr (eetketeltje) te bevestigen. Op de foto bovenaan is te zien hoe het opgerolde tentzeil kon worden bevestigd. Het eetketeltje werd met een extra riempje door de canvasriemen vastgemaakt.
Het A-frame had zowel boven als onder 4 haken, waarmee het draagstel aan de Y-riem werd gehangen. Vaak werden ook andere zaken bij op het A-frame gedragen, zodat deze niet meer aan de koppelriem moesten.
Het A-frame had zowel boven als onder 4 haken, waarmee het draagstel aan de Y-riem werd gehangen. Vaak werden ook andere zaken bij op het A-frame gedragen, zodat deze niet meer aan de koppelriem moesten.
Het Tragegestell
Terwijl het A-frame prima zijn werk deed om lichtere bepakking met zich mee te dragen, moesten helaas ook zwaardere lasten worden getransporteerd. Om dat makkelijker te maken, werd in de loop van de oorlog het Tragegestell (Model 43) ontwikkeld.
Ook munitie en wapen-gerelateerd materialen moest immers worden getransporteerd. Speciaal daarvoor werd een 'draagstel' of Tragegestell ontwikkeld. Eerder in de oorlog werd al een vergelijkbaar uitrustingsstuk ontwikkeld om mortiergranaten (5 cm mortier) te transporteren. Dat draagstel (Model 39) bleek echter ook zeer handig om andere zaken met zich mee te nemen.
Op basis van het eerdere ontwerp werd het Tragegestell M43 ontwikkeld. Het Tragegestell bestond uit een stalen frame met brede draagriemen om de rug te beschermen en een buikriem voor stevigheid. Verder werden op de achterzijde 3 horizontale en 1 verticale riem aangebracht om de lading te zekeren. Het gewicht van de lading rustte op een horizontale versteviging onderaan het frame.
Op basis van het eerdere ontwerp werd het Tragegestell M43 ontwikkeld. Het Tragegestell bestond uit een stalen frame met brede draagriemen om de rug te beschermen en een buikriem voor stevigheid. Verder werden op de achterzijde 3 horizontale en 1 verticale riem aangebracht om de lading te zekeren. Het gewicht van de lading rustte op een horizontale versteviging onderaan het frame.
De rugzak
Verder waren er nog verschillende andere manieren om materiaal te transporteren. Zo was er een groot aanbod van rugzakken beschikbaar voor de soldaten. De meeste rugzakken konden met behulp van riemen over de schouder worden gedragen.
Sturmgepäck M44
In het jaar 1944 werd nog een ander type rugzak ontwikkeld, het Sturmgepäck Modell 44. Dat uitrustingsstuk was een combinatie van een rugzak en een A-frame. De achterkant van de draagzak wordt getypeerd door 4 haken, die rechtstreeks aan de Y-riem werden gehangen. Op die manier kon het Sturmgepäck als rugzak worden gedragen met behulp van de Y-riem. Vooraan waren 2 lederen riemen voorzien om het opgerolde tentzeil in te transporteren. Op het bovenstaande exemplaar is een buitgemaakt Belgisch tentzeil te zien.
Bronnen
Wehrmacht Infantry Equipment and Field Gear, www.mp44.nl.
Pickering, R., Field equipment of the German forces in world war II, Military Mode, Bath, 2014.
Sokerivatsa, F., www.FJM44.com.
Wehrmacht Infantry Equipment and Field Gear, www.mp44.nl.
Pickering, R., Field equipment of the German forces in world war II, Military Mode, Bath, 2014.
Sokerivatsa, F., www.FJM44.com.
Mei 2019
In het jaar 1944 werd het luchtgevaar in de regio zeer reëel. Met het oog op de landing in Normandië werden de geallieerde bombardementen in de bezette gebieden opgedreven en kwamen heel wat strategische plaatsen in het vizier van de bommenwerpers. In de maand mei van het jaar 1944 – deze maand exact 75 jaar geleden – kwamen de bombardementen voor Balen en Olmen zéér dichtbij. Menig burger uit de streek zat tijdens die dagen - én vooral nachten - in de schuilkelder of abri…
Het Object van de Maand Mei zet ter nagedachtenis van alle slachtoffers – burgers, Duitse militairen en geallieerde vliegeniers – enkele objecten in de kijker over de twee bombardementen op Beverlo en 't Kamp in mei 1944.
We will remember them…
Het Object van de Maand Mei zet ter nagedachtenis van alle slachtoffers – burgers, Duitse militairen en geallieerde vliegeniers – enkele objecten in de kijker over de twee bombardementen op Beverlo en 't Kamp in mei 1944.
We will remember them…
Het bombardement op Beverlo van 12 mei 1944
In de nacht van 11 op 12 mei 1944 werd het dorp Beverlo voor een eerste maal opgeschrikt door een hevig bombardement. Die nacht namen acht Mosquito vliegtuigen (om het doel te markeren) en 182 bommenwerpers deel aan een raid met doelwit Leopoldsburg. Om verschillende redenen werd het eigenlijke doel, het Duitse opleidingscentrum in het Kamp van Beverlo, niet goed gemarkeerd en kwam vooral Beverlo in het vizier van de bommenwerpers. 99 toestellen lieten effectief hun lading bommen vallen, waarna het bombardement werd stopgezet. Er vielen bommen op het grondgebied van Olmen, Ham, Heppen en Koersel, maar vooral de Zuidstraat in Beverlo en de Tuinwijk van Beringen kregen het zwaar te verduren. In Olmen kwamen een negental bommen neer in Germeer, waarbij enkele woningen beschadigd geraakten.
Tijdens de oorlogsperiode waren de lokale besturen verplicht om alle inslagen van bommen of het neervallen van vliegtuigen te registreren en melden aan de hogere overheden. Op 19 juni 1944 stuurde het gemeentebestuur van Olmen een 'samenvattende staat van oorlogsgebeurtenissen sedert 1 januari 1944' naar de gouverneur van de Provincie Antwerpen met daarop een vermelding van het bombardement op 12 mei 1944. De balans die toen werd opgemaakt en doorgegeven: geen slachtoffers, 150 beschadigde woningen.
Het geallieerde Bomber Command verloor vijf Lancasters tijdens de raid. De menselijke tol voor de buurgemeenten was echter enorm. Maar liefst 84 burgers lieten het leven tijdens het bombardement. Ook de Gemeenteschool van Beverlo werd getroffen. Een tiental Duitse soldaten die daar waren ingekwartierd, kwamen om het leven. Enkele dagen later bezweken nog een twee Duitse soldaten aan hun verwondingen.
Het bombardement op Leopoldsburg van 28 mei 1944
Later die maand, in de nacht van 27 op 28 mei 1944, werd al een nieuwe raid gepland met als doelwit het Kamp van Beverlo. Aan de raid namen 331 toestellen deel. Het bombardement vond plaats tussen 01.54u en 02.18u. Acht Mosquito toestellen markeerden eerst het doelwit. Enkele minuten later volgde een luchtbombardement dat vooral het opleidingscentrum van de Kriegsmarine, het Krijgshospitaal en de magazijnen van het Kamp trof.
Tijdens het bombardement kwamen vooral Duitse militairen (de schattingen variëren tussen 300 en 7000 personen) om het leven, waarvan het merendeel bij de Kriegsmarine was ingedeeld. Ongeveer 270 overleden militairen werden geregistreerd als slachtoffer van het bombardement. Aanvankelijk kregen zij allen een laatste rustplaats op de Duitse Militaire Begraafplaats van Leopoldsburg. De meeste, geregistreerde slachtoffers werden begraven in een massagraf. In 1951 werden de graven overgebracht naar de Duitse Militaire Begraafplaats in Lommel. De slachtoffers uit het voormalige massagraf liggen thans in Blokken 54 en 55.
De aanval trof echter ook opnieuw de burgerbevolking in Leopoldsburg en Heppen. Tijdens de tweede aanval op het einde van mei 1944 kwamen 19 personen om het leven. Tien woningen werden met de grond gelijkgemaakt en vele huizen raakten beschadigd.
Het bombardement deed eveneens de gemeenten Balen en Olmen, net zoals de omliggende dorpen, op de grondvesten daveren. De vlammenzee was dan ook zeer goed zichtbaar vanuit de buurgemeenten en heel wat gebouwen liepen schade op ten gevolge van de hevige luchtaanvallen in mei 1944.
Voor nieuwsgierige burgers was het bijna onmogelijk om in Leopoldsburg te geraken. De gebombardeerde zone werd hermetisch afgesloten door de Duitsers. Wie het waagde om in de buurt te komen, werd opgeëist en ingezet bij de opruimwerkzaamheden.
In de nacht van 11 op 12 mei 1944 werd het dorp Beverlo voor een eerste maal opgeschrikt door een hevig bombardement. Die nacht namen acht Mosquito vliegtuigen (om het doel te markeren) en 182 bommenwerpers deel aan een raid met doelwit Leopoldsburg. Om verschillende redenen werd het eigenlijke doel, het Duitse opleidingscentrum in het Kamp van Beverlo, niet goed gemarkeerd en kwam vooral Beverlo in het vizier van de bommenwerpers. 99 toestellen lieten effectief hun lading bommen vallen, waarna het bombardement werd stopgezet. Er vielen bommen op het grondgebied van Olmen, Ham, Heppen en Koersel, maar vooral de Zuidstraat in Beverlo en de Tuinwijk van Beringen kregen het zwaar te verduren. In Olmen kwamen een negental bommen neer in Germeer, waarbij enkele woningen beschadigd geraakten.
Tijdens de oorlogsperiode waren de lokale besturen verplicht om alle inslagen van bommen of het neervallen van vliegtuigen te registreren en melden aan de hogere overheden. Op 19 juni 1944 stuurde het gemeentebestuur van Olmen een 'samenvattende staat van oorlogsgebeurtenissen sedert 1 januari 1944' naar de gouverneur van de Provincie Antwerpen met daarop een vermelding van het bombardement op 12 mei 1944. De balans die toen werd opgemaakt en doorgegeven: geen slachtoffers, 150 beschadigde woningen.
Het geallieerde Bomber Command verloor vijf Lancasters tijdens de raid. De menselijke tol voor de buurgemeenten was echter enorm. Maar liefst 84 burgers lieten het leven tijdens het bombardement. Ook de Gemeenteschool van Beverlo werd getroffen. Een tiental Duitse soldaten die daar waren ingekwartierd, kwamen om het leven. Enkele dagen later bezweken nog een twee Duitse soldaten aan hun verwondingen.
Het bombardement op Leopoldsburg van 28 mei 1944
Later die maand, in de nacht van 27 op 28 mei 1944, werd al een nieuwe raid gepland met als doelwit het Kamp van Beverlo. Aan de raid namen 331 toestellen deel. Het bombardement vond plaats tussen 01.54u en 02.18u. Acht Mosquito toestellen markeerden eerst het doelwit. Enkele minuten later volgde een luchtbombardement dat vooral het opleidingscentrum van de Kriegsmarine, het Krijgshospitaal en de magazijnen van het Kamp trof.
Tijdens het bombardement kwamen vooral Duitse militairen (de schattingen variëren tussen 300 en 7000 personen) om het leven, waarvan het merendeel bij de Kriegsmarine was ingedeeld. Ongeveer 270 overleden militairen werden geregistreerd als slachtoffer van het bombardement. Aanvankelijk kregen zij allen een laatste rustplaats op de Duitse Militaire Begraafplaats van Leopoldsburg. De meeste, geregistreerde slachtoffers werden begraven in een massagraf. In 1951 werden de graven overgebracht naar de Duitse Militaire Begraafplaats in Lommel. De slachtoffers uit het voormalige massagraf liggen thans in Blokken 54 en 55.
De aanval trof echter ook opnieuw de burgerbevolking in Leopoldsburg en Heppen. Tijdens de tweede aanval op het einde van mei 1944 kwamen 19 personen om het leven. Tien woningen werden met de grond gelijkgemaakt en vele huizen raakten beschadigd.
Het bombardement deed eveneens de gemeenten Balen en Olmen, net zoals de omliggende dorpen, op de grondvesten daveren. De vlammenzee was dan ook zeer goed zichtbaar vanuit de buurgemeenten en heel wat gebouwen liepen schade op ten gevolge van de hevige luchtaanvallen in mei 1944.
Voor nieuwsgierige burgers was het bijna onmogelijk om in Leopoldsburg te geraken. De gebombardeerde zone werd hermetisch afgesloten door de Duitsers. Wie het waagde om in de buurt te komen, werd opgeëist en ingezet bij de opruimwerkzaamheden.
Matrozen Martin Gahbauer en Alois Wolf
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het Kamp van Beverlo door de Duitsers gebruikt als opleidingscentrum en doorgangsplaats voor troepen. De militaire terreinen en gebouwen werden hoofdzakelijk gebruikt voor de opleiding van Kriegsmarine en SS-eenheden. Daarnaast verbleven er in Leopoldsburg ook leden van de Feldgendarmerie en was het dorp een belangrijk administratief centrum voor de Duitsers. Het was namelijk de enige plaats in Noord-Limburg waar een Ortskommandantur was gevestigd.
De zogenaamde Truppenübungsplatz Beverloo zorgde voor een constante aanwezigheid en circulatie van Duitse militairen in de regio. Leopoldsburg groeide onder andere uit tot een belangrijk scholingscentrum voor de Duitse Kriegsmarine. Maar in de lente van 1944 waren ook bijzondere eenheden in en rond het kamp aanwezig zoals de 12. SS-Panzer-Division 'Hitlerjugend'.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het Kamp van Beverlo door de Duitsers gebruikt als opleidingscentrum en doorgangsplaats voor troepen. De militaire terreinen en gebouwen werden hoofdzakelijk gebruikt voor de opleiding van Kriegsmarine en SS-eenheden. Daarnaast verbleven er in Leopoldsburg ook leden van de Feldgendarmerie en was het dorp een belangrijk administratief centrum voor de Duitsers. Het was namelijk de enige plaats in Noord-Limburg waar een Ortskommandantur was gevestigd.
De zogenaamde Truppenübungsplatz Beverloo zorgde voor een constante aanwezigheid en circulatie van Duitse militairen in de regio. Leopoldsburg groeide onder andere uit tot een belangrijk scholingscentrum voor de Duitse Kriegsmarine. Maar in de lente van 1944 waren ook bijzondere eenheden in en rond het kamp aanwezig zoals de 12. SS-Panzer-Division 'Hitlerjugend'.
Eén van de jonge Kriegsmarine rekruten die tijdens het laatste oorlogsjaar in Leopoldsburg een opleiding genoot, was Matroze-Obergefreiter Alois Wolf. Hij werd in 1944 gekazerneerd in het Kamp van Beverlo en daar gevormd tot bemanningslid van een zogenaamde U-boot of duikboot. Alois Wolf werd geboren op 26 september 1921 en was in de zomer van 1944 net geen 23 jaar oud. Hij werd slachtoffer van het tweede bombardement in de nacht van 27 op 28 mei 1944. Zijn graf is terug te vinden op de Duitse Militaire Begraafplaats in Lommel. Hij rust thans in Blok 54 onder Grafsteen 413.
Een ander slachtoffer was Matroos Martin Gahbauer. Ook hij was ingedeeld bij de Kriegsmarine en verbleef die periode in het Kamp van Beverlo. Martin Gahbauer werd geboren op 22 januari 1901 en was 43 jaar. Zijn graf ligt vlakbij dat van Alois Wolf op de Duitse Militaire Begraafplaats van Lommel. Hij rust eveneens in Blok 54, onder Grafsteen 433.
Een ander slachtoffer was Matroos Martin Gahbauer. Ook hij was ingedeeld bij de Kriegsmarine en verbleef die periode in het Kamp van Beverlo. Martin Gahbauer werd geboren op 22 januari 1901 en was 43 jaar. Zijn graf ligt vlakbij dat van Alois Wolf op de Duitse Militaire Begraafplaats van Lommel. Hij rust eveneens in Blok 54, onder Grafsteen 433.
Halifax HX 313 QB-B - Blonde Bomber
Tijdens de raid van 27-28 mei 1944 verloren de geallieerden 10 toestellen, waaronder 1 Lancaster en 9 Halifax bommenwerpers. Eén van die toestellen kwam ten val vlakbij de gemeentegrens van Oostham en Olmen: Halifax HX313 QB-B van het 424th Squadron.
Toen de bommenluiken van Halifax HX313 openden boven het grondgebied van Kwaadmechelen en Oostham werd de Blonde Bomber onder vuur genomen door een Duitse Junkers JU88 nachtjager, die was opgestegen bij het vliegveld van Brustum. De bommenwerper werd langs onder aangeschoten en de linker binnenmotor vloog in brand. De kogels sloegen van voor naar achter doorheen het toestel. De brand kon niet worden bedwongen en breidde uit, waardoor de piloot zijn bemanningsleden het bevel gaf te springen. Het toestel zelf crashte nabij Langven.
De verhalen van de bemanningsleden van Halifax HX313 QB-B met bijnaam 'Blonde Bomber' kenden allen een verschillende afloop. Hierna volgt een beknopt overzicht van de crew en hun lot.
F/Lt Eric L. Mallett - RCAF – Pilot
F/O W.J. Elliott - RCAF – 2nd Pilot
Sgt M. Muir - RAF - Flight Engineer
F/O Robert A. Irwin – RCAF – Navigator
W/O Kenneth C. Sweatman - RCAF – Bomb Aimer
Sgt Wilfred G. Wakely - RCAF - Wireless Operator
Sgt George F. Freeman - RCAF - Mid Upper Gunner
F/Sgt Victor G. Poppa - RCAF - Rear Gunner
Tijdens de raid van 27-28 mei 1944 verloren de geallieerden 10 toestellen, waaronder 1 Lancaster en 9 Halifax bommenwerpers. Eén van die toestellen kwam ten val vlakbij de gemeentegrens van Oostham en Olmen: Halifax HX313 QB-B van het 424th Squadron.
Toen de bommenluiken van Halifax HX313 openden boven het grondgebied van Kwaadmechelen en Oostham werd de Blonde Bomber onder vuur genomen door een Duitse Junkers JU88 nachtjager, die was opgestegen bij het vliegveld van Brustum. De bommenwerper werd langs onder aangeschoten en de linker binnenmotor vloog in brand. De kogels sloegen van voor naar achter doorheen het toestel. De brand kon niet worden bedwongen en breidde uit, waardoor de piloot zijn bemanningsleden het bevel gaf te springen. Het toestel zelf crashte nabij Langven.
De verhalen van de bemanningsleden van Halifax HX313 QB-B met bijnaam 'Blonde Bomber' kenden allen een verschillende afloop. Hierna volgt een beknopt overzicht van de crew en hun lot.
F/Lt Eric L. Mallett - RCAF – Pilot
F/O W.J. Elliott - RCAF – 2nd Pilot
Sgt M. Muir - RAF - Flight Engineer
F/O Robert A. Irwin – RCAF – Navigator
W/O Kenneth C. Sweatman - RCAF – Bomb Aimer
Sgt Wilfred G. Wakely - RCAF - Wireless Operator
Sgt George F. Freeman - RCAF - Mid Upper Gunner
F/Sgt Victor G. Poppa - RCAF - Rear Gunner
Eerste piloot Eric Mallet en bommenrichter Kenneth Sweatman wisten met hulp van de Olmense en Balense B.N.B - afdeling uit handen te blijven van de Duitsers. Zij werden via Geel en Turnhout naar Brussel overgebracht. Ten slotte kwamen ze in een geheim kamp terecht in de Belgische Ardennen en verbleven daar tot aan de bevrijding.
Boordmecanicien Maurice Muir belandde net zoals tweede piloot James Bill Elliott op een escape line. Vanuit Veerle vertrokken ze richting Brussel. Aanvankelijk leek alles goed te gaan, maar ze belandden in een valstrik en eindigden als Prisoner of War. Ook staartschutter Victor Poppa eindigde als Prisoner of War. Door ernstige verwondingen was hij genoodzaakt zichzelf aan te geven bij de politie. Hij werd eerst verzorgd in het gebombardeerde krijgshospitaal van Leopoldsburg en later overgebracht naar Brussel. Na Brussel volgde een krijgsgevangenkamp in Duitsland.
Bij het het vliegtuigwrak werden twee dode bemanningsleden aangetroffen. De bovenste schutter George Freeman werd ernstig verbrand - wellicht gekwetst of gedood tijdens het luchtgevecht - en werd in de geschutskoepel aangetroffen. Ook radio-operator werd levenloos naast het wrak teruggevonden.
Een derde slachtoffer was navigator Robert Irwin. Hij werd teruggevonden op een veld bij de jongensschool van Olmen-Stotert. Hij overleefde de sprong uit het vliegtuig niet.
De drie dodelijke slachtoffers werden aanvankelijk, op 30 mei 1944, begraven in Sint-Truiden. Na de oorlog (in 1955) werden zij overgebracht naar Heverlee War Cemetery. Thans liggen zij allen begraven in Plot V, Rij D. De referentiecodes van de graven van Wilfred Wakely, Robert Irwin en George Freeman zijn respectievelijk Graf 5.D.1, Graf 5.D.2 en Graf 5.D.3. Navigator ‘Bob’ Irwin werd levenloos teruggevonden in Olmen-Stotert en kreeg om die reden ook een vermelding op het lokale oorlogsmonument op de begraafplaats van Olmen.
Boordmecanicien Maurice Muir belandde net zoals tweede piloot James Bill Elliott op een escape line. Vanuit Veerle vertrokken ze richting Brussel. Aanvankelijk leek alles goed te gaan, maar ze belandden in een valstrik en eindigden als Prisoner of War. Ook staartschutter Victor Poppa eindigde als Prisoner of War. Door ernstige verwondingen was hij genoodzaakt zichzelf aan te geven bij de politie. Hij werd eerst verzorgd in het gebombardeerde krijgshospitaal van Leopoldsburg en later overgebracht naar Brussel. Na Brussel volgde een krijgsgevangenkamp in Duitsland.
Bij het het vliegtuigwrak werden twee dode bemanningsleden aangetroffen. De bovenste schutter George Freeman werd ernstig verbrand - wellicht gekwetst of gedood tijdens het luchtgevecht - en werd in de geschutskoepel aangetroffen. Ook radio-operator werd levenloos naast het wrak teruggevonden.
Een derde slachtoffer was navigator Robert Irwin. Hij werd teruggevonden op een veld bij de jongensschool van Olmen-Stotert. Hij overleefde de sprong uit het vliegtuig niet.
De drie dodelijke slachtoffers werden aanvankelijk, op 30 mei 1944, begraven in Sint-Truiden. Na de oorlog (in 1955) werden zij overgebracht naar Heverlee War Cemetery. Thans liggen zij allen begraven in Plot V, Rij D. De referentiecodes van de graven van Wilfred Wakely, Robert Irwin en George Freeman zijn respectievelijk Graf 5.D.1, Graf 5.D.2 en Graf 5.D.3. Navigator ‘Bob’ Irwin werd levenloos teruggevonden in Olmen-Stotert en kreeg om die reden ook een vermelding op het lokale oorlogsmonument op de begraafplaats van Olmen.
We will remeber them...
Burgers omgekomen tijdens het bombardement van 11-12 mei 1944
Burgers omgekomen tijdens het bombardement van 11-12 mei 1944
Arnould Eugénie Marie Thérèse - 27 jaar
Beckers August Camille Julien - 11 jaar Beckers Julien Maria - 18 jaar Beckers Maria Juliana Fernandina - 39 jaar Beelen Maria Ludovica - 39 jaar Bensch August - 25 jaar Bodard Maria Constantia - 61 jaar Bogaerts Marietta Frederique Thérèse - 29 jaar Boons Gustaaf - 15 jaar Boons Julienne - 12 jaar Camps Maria Josephina - 74 jaar Carpentero Franciscus Irenus Willy - 32 jaar Carpentero Lucette Coleta Augusta - 2 jaar Ceustermans François - 1 jaar Claes Augustinus - 48 jaar Claes Jean Livinus - 15 jaar Claes Jean Marcel - 9 jaar Claes Maria Irena Lydia - 4 jaar Claes Maria Magdalena Gabrielle - 20 jaar Claes Maria Stephania Juliette - 18 jaar Coenen Augustinus - 20 jaar Csany Joseph - 19 jaar Csany Louis - 15 jaar Den Hond Benediktus - 5 jaar De Wit Maria Joanna - 37 jaar Dillen Franciscus - 17 jaar Geleta Rosa - 45 jaar Grykowski Wladislaw - 44 jaar Hermans Agnes Marie Simone - 3 jaar Jansen Emiel Clemens Jozef - 3 jaar Kaluza Hélène Bronica - 2 jaar Kaluza Stanislawa Geneva - 17 jaar Kinable Maria Barbara - 47 jaar Laenen Louis - 24 jaar Lodewijckx Rik - 24 jaar Mombers Jozef Englebert (Jefke) - 16 jaar Morèt Jean - 37 jaar Nijs Leonardus Amandus - 29 jaar Nijs Maria Elisabeth Mathilda - 27 jaar Nijs Nelly Bertha Eugenie - 2 jaar Nijs Raymond Albert - 10 maanden |
Nijs Roger Jean Marcel - 5 jaar
Peeters Charel - 33 jaar Peeters Henrica Theresia - 17 jaar Perceval Maria Carolina - 24 jaar Perceval Victorina Elisabeth - 23 jaar Peremans Karel - 38 jaar Peremans Maria Louisa Fernandina - 3 jaar Peremans Rimiglus Jozef - 1 jaar Quintens Eugeen Florent François - 5 jaar Quintens Gustave Henri - 30 jaar Quintens Jean Charles Alfons - 3 jaar Reusen Petrus Josephus Amandus - 44 jaar Reynders Maria Bernardina - 70 jaar Rogghe Leopold - 11 jaar Rutten René François Louis - 5 jaar Smets Livinus - 17 jaar Stalmans Maria Stephania Emma - 44 jaar Theys Maria Clementina - 30 jaar Tordoor Jeanine Martha Eugenie - 1 maand Tordoor Josette Bernardine Maria - 4 jaar Tordoor Marcel Georges - 7 jaar Van Damme Suzanne - 9 jaar Vandergraesen Maria Mathildis - 25 jaar Vandergraesen Petrus Jozef - 9 jaar Vandersteen Louisa - 68 jaar Vanhoudt Maria Josephina Leontina - 18 jaar Vanhoudt Maria Theresia Joanna - 27 jaar Vanhoudt Maria Ursula Alfonsina - 20 jaar Vanierschot Augustinus Albertus - 21 jaar Vanierschot Leopold (Leon) - 26 jaar Vanpol Hilda Ludovica - 1 jaar Van Steenwegen Hendrik - 43 jaar Verhaegen Irma Maria - 19 jaar Vertessen Carolus Ludovicus - 84 jaar Viekevorst Felix (Jef) - 48 jaar Viekevorst Jean Denis - 17 jaar Viekevorst Maria Elisa Rosa - 11 jaar Viekevorst Melania Odilia - 28 jaar Viekevorst Wivina Maria - 16 jaar Wautraets Maria Judith - 22 jaar |
Burgers omgekomen tijdens het bombardement van 27-28 mei 1944
Agemans Gustaaf - 43 jaar
Binnemans Therese - 70 jaar Breeur Maria - 77 jaar De Rijck Frans - 72 jaar De Vos Bernard - 61 jaar De Vos Donaat - 13 jaar De Vos J.ozef - 11 jaar De Vos Lievin - 8 jaar De Vos Remy - 16 jaar De Vos Roger - 6 jaar |
De Vuyst Elodia - 39 jaar
Dierckx Julia - 30 jaar Eynatten Florentine - 31 jaar Huysmans Leopold - 16 jaar Oyen Maria - 37 jaar Smolders Dominiek - 57 jaar Tormans Jozef - 75 jaar Van de Wiele Jules - 50 jaar Vleugels Ward - 32 jaar |
They shall grow not old as we that are left grow old…
Omgekomen vliegtuigbemanningen tijdens het bombardement van 11-12 mei 1944
Omgekomen vliegtuigbemanningen tijdens het bombardement van 11-12 mei 1944
Lancaster ND 951 WS-Z – 9 Sqn
P/O Bunnagar - Pilot Sgt Leggitt - Flight Engineer Sgt Henderson - Navigator F/O Isfan - Bomb Aimer Sgt Chambers - Wireless Operator Sgt Easterlow - Air Gunner Sgt Watson - Air Gunner Lancaster LM 454 QR-Z– 61 Sqn P/O Eastwood – Pilot F/O Kayser – Navigator Sgt Kinsman Sgt Crump F/S Ayre W/O Middleton |
Lancaster LL 792 PO-E – 467 Sqn
P/O Ward – Pilot W/C Balmer – Pilot F/S Barber – Flight Engineer P/O Watson – Wireless Operator F/S Connely – Air Gunner F/O Hammond – Bomb Aimer F/L Hare – Air Gunner Sgt Stevens – Air Gunner Lancaster ME 737 LE-S – 630 Sqn P/O Watt – Pilot P/O Grant – Air Gunner Sgt Rowthorn – Air Gunner Sgt Amiens – Wireless Operator Sgt Thompson – Navigator |
Lancaster ND580 LE-G – 630 Sqn
P/O Jackson Sgt Owen F/S Muddiman F/O Feldman Sgt Cardlidge Sgt Seago Sgt Louis |
Omgekomen vliegtuigbemanningen tijdens het bombardement van 27-28 mei 1944
Lancaster LM 459 SR-K– 101 Sqn
P/O Allen Sgt Benson F/S Friedt Sgt Power F/O Nowens Sgt Reid Sgt Evans Sgt Harris Halifax MZ 649 DY-Y – 102 Sqn P/O Hughes F/O Codsell F/O Scott F/S Collins Sgt Eburne - Air Gunner Sgt Lethbridge - Air Gunner Sgt Welsh Halifax MZ 502 PT-U– 420 Sqn S/L Beall F/O Robinson F/O Andrews P/O Woolley Sgt Stainton P/O Goodall Sgt Hickox F/S Mohler |
Halifax LW 365 ZL-W – 427 Sqn
P/O Scobie – Pilot F/O Smith – Navigator F/O Nahu – Bomb Aimer Sgt Rudge – Flight Engineer Sgt Whiteside – Wireless Operator P/O Cardinal – Air Gunner P/O Vinett - Air Gunner Halifax LV 831 ZL-P – 427 Sqn P/O Deveraux – Pilot W/O Brown - Wireless Operator F/O Ford - Bomb Aimer Sgt Patience - Air Gunner Sgt Roach - Flight Engineer Sgt Edwards – Air Gunner P/O Stephenson - Navigator Halifax MZ 295 AL-Y – 429 Sqn P/O Ross – Pilot P/O Bailey – Navigator F/O Rabovsky – Bomb Aimer Sgt Hornby – Flight Engineer P/O Dunlop – Wireless Operator P/O Coltman – Air Gunner P/O Kirton – Air Gunner |
Halifax HX 276 HD-U – 466 Sqn
P/O Page – Pilot W/O Beavan W/O Browne W/O Cain Sgt Impey – Air Gunner F/S Moody Sgt Cox – Flight Engineer Halifax LK 811 QO-N – 432 Sqn F/S Menzies – Pilot Sgt Clarke – Flight Engineer (MIA) Sgt McClay – Air Gunner (MIA) P/O Rogers – Air Gunner (MIA) Halifax LK 865 C8-Q – 640 Sqn F/O Williams – Pilot F/O Lambert – Flight Engineer Sgt Messenger – Air Gunner Halifax HX 313 QB-B – 424 Sqn F/O Irwin – Navigator Sgt Wakely – Wireless Operator Sgt Freeman – Mid Upper Gunner |
Ruhe in Frieden...
Duitse militairen omgekomen tijdens het bombardement van 11-12 mei 1944
Duitse militairen omgekomen tijdens het bombardement van 11-12 mei 1944
Brüggemann Hermann
Marine Artillerist Feldwebel +12.05.1944 Beverlo Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 15 – Graf 542 Conrad Kurt Stb. Feldwebel +12.05.1944 Beverlo Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 15 – Graf 546 Eichner Willi Marine Artillerist +12.05.1944 Beverlo Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 15 – Graf 545 Gehre Alwin Marine Artillerist °+12.05.1944 Beverlo Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 15 – Graf 614 |
Halke Heinrich
Matroze Obergefreiter +12.05.1944 Beverlo Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 20 – Graf 252 Hennings Hans Matroze Obergefreiter +12.05.1944 Beverlo Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 20 – Graf 251 Gilara DAD. Gr. +14.05.1944 Beverlo Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 20 – Graf 92 Börner Alfred Marine Feldwebel +17.05.1944 Beverlo Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 20 – Graf 251 |
Duitse militairen omgekomen tijdens het bombardement van 27-28 mei 1944
De onderstaande personen werden aanvankelijk in een massagraf begraven op de militaire begraafplaats van Leopoldsburg. In 1951 werden de stoffelijke overschotten overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats van Lommel, waar ze allen een individueel graf kregen.
De onderstaande personen werden aanvankelijk in een massagraf begraven op de militaire begraafplaats van Leopoldsburg. In 1951 werden de stoffelijke overschotten overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats van Lommel, waar ze allen een individueel graf kregen.
Albers Walter
Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 111 Arlet Greta Marinehelferin +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 173 Baasen Jacob Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Bartemus Leopold Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 168 Barsch Richard Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 20 – Graf 247 Bauer Walter Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 171 Becker Mathias Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Becker Paul Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 325 Behrendt Otto Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Behrens Bernhard Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 89 Berdt Theo Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 94 Beyer Heinz Stabs Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Bechler Johann Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 196 Beilinski Friedrich Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Bierschbach Wilhelm Bootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 259 Biesenbach Friedrich Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 327 Birnstiel Louis Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Biskup Ludwig Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Blawatt Richard Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 421 Blees Wilhelm Obermatrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 241 Blume Werner Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 512 Boomgarten Werner Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 425 Bohr Herwig Marinehelferin +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 163 Bose Georg Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 9 Braun Elfriede Marinehelferin +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 190 Brausen Josef Bootsman +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 18 Breer Heinrich Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 517 Brinkmann Heinrich Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 435 Bretz Anton Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 162 Buschak Franz Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 429 Buttel Friedrich Oberbootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 256 Czyz Heinrich Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 182 Degenhart Karl Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 263 Deike Friedrich Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 253 Deters Johann Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Donner Johannes Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 519 Egging Paul Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Eichler Erick Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 200 Eierman Siegfried Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Elzer Hans-Gunter Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 250 Erdmann Karl Obergereiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Ernegger Florian Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 408 Fabienke Wilhelm Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 414 Finker Josef Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Foll Friedrich Overleutnant +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Franzke Helmut Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 511 Frecken Josef Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Frank Eduard Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 248 Fritsch Karl Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 187 Frommelt Herbert Kraftfahrer +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Fürst Josef Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 430 Gahbauer Martin Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 433 Gattermann Ludwig Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Geerken Luitjen Bootsman +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 244 Gerner Hans Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 515 Gerstmayer Otto Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 419 Glandien Friedrich Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 331 Gloger Richard Hauptfeldwebel +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 27 Gogge Heinz Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Gogolok Wilhelm Oberbootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 34 Gossler Josef Bootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 38 Gottschlich Heinrich Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 417 Greve Erwin Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Gries Erich Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 31 Griesch Adolf Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Griesemer Heinrich Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 424 Grimme Willi Obermaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 14 Grossmann Herman Artillerist Marine +01.06.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 175 Gross Erich Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 88 Grosse Theodoor Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 518 Grundlach Willi Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 416 Gursch Paul Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 402 Haase Rudolf Oberbootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 6 Hähnel Alfred Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 261 Hannebeck Friedrich Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 484 Hansen Wilhelm Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 405 Hartrampf Joachim Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 412 Harzendorf Irma Marinehelferin +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 188 Haufen Helmut Obermaschinistenmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 24 Hecker Paul Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 425 Heeren Diedrich Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 506 Heinrich Philip Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 174 Heinschn Albert Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 254 Heinze Kurt Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 246 Herbert Karl Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 437 Herder Karl Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 249 Hering Erwin Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 423 Hermann Franz Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 428 Hinz Rudi Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 81 Hirsch Viktor Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 36 Hofmann Heinrich Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 330 Hommers Hans Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 321 Hubrich August Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 407 Hürler Aloisius Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 179 Jager Thomas Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 96 Janik Alois Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 510 Jehle Erich Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 29 Jensen Johann Bootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 16 Jüsten Franz Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 180 Kammerhoper Leo Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 505 Kastner Rudolf Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 243 Kehlre Friedrich Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 252 Kehrein Ernst Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 411 Kerber Willi Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 110 Kipping Hans-Theodoor Bootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 195 Klapdoor Willi Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 21 Klemann Heinrich Artillerist +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 170 Klinker Peter Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 8 Klose Manfred Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 432 Koch Arthur Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 84 Koch Theodoor Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 428 Kocmanek Erich Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 178 Kolodziey Georg Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 40 Kittner Wilhelm Bootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 439 Kops Siegfried Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 332 Krings Willi Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 161 Krauter Karl Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Kroger Jens Bootsmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 30 Krugel Ernst Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 324 Kühnert Friedrich Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 166 Kurst Robst Obermatrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 323 Kutschke Gerhard Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 431 |
Kwapinski Gustav
Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 334 Labs Josef Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 177 Lange Robert Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 35 Larch Emil Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 197 Lebenetedt Albert Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 427 Linn Wilhelm Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 169 Londe Ernst-Adolf Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Loos Josef Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 10 Lukas Franz Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Lukes Adolf Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 181 Lutje Walter Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Mahler Walter Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 329 Mallmann Fritz Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 401 Mankel Wilhelm Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 23 Mannuss Eugen Obermaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 32 Martinus Willy Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 199 Mattes Heinrich Bootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 509 Mehlig Ernst Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 509 Mehls Josef Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 11 Meindl Ernst Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 95 Meinhardt Adolf Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Meischner Gerhard Oberbootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 85 Meyer Karl Machinistenmaat +29.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 429 Model Paul Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 489 Moller Johann Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 39 Moray Johann Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 496 Morbel Franz Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 481 Möschel Leopold Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 194 Möschel Siegfried Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 258 Muller Otto Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 322 Nehring Klaus Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 514 Nicolaus Hermann Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 409 Nolte Ernst Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 260 Odendahl Heinrich Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 242 Okroy Josef Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 508 Oltmanns Max Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 440 Österwinter Johann Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 420 Oswald Alfred Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 13 Ott Alfred Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 26 Ottersberg Adolf Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 17 Otto Reinhold Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 184 Pabst Hans Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 186 Pauels Karl Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 415 Paulus Paul Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 5 Pielles Richard Oberbootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 404 Platt Emmi Marinehelferin +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 192 Pogge Hermann Obermaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 15 Pohlmann Wilhelm Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 81 Preiinger Johann Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 37 Reinhold Johanna Marinehelferin +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 193 Riegenhausen Gustav Maat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 255 Röhrl Anna Marinehelferin +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 482 Rosebaum Leo Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Ruhlt Josef Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 87 Rupprechter Ludwig Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 176 Rüsch Gerhard Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 328 Rusek Paul Marine Artillerist +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 2 Salpeter Ernst Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 421 Schaal Friedrich Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 516 Schalb Johann Oberleutnant +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 431 Schäfer Kletus Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 90 Schellhase Otto Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Schiffler Max Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Schinkel Gustav Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 86 Schmidt Johann Marine Artillerist +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 1 Schmidt Josef Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 436 Schneider Heinz Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 410 Schneider Stefhan Onbekend +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 25 Schon Heinrich Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 489 Schurmanns Anna Marinehelferin +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Schwarting Karl-Heinz Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 507 Schwerdfleger Elisabeth Marinehelferin +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 189 Seidel Karl Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 12 Servos Christian Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 7 Sibilski Eduard Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 486 Simonsen Nicolaus-Adolf Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Shoda Johann Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 28 Smarszee Florian Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 183 Smiga Heinz Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 22 Sperber Rudolf Oberbootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Spiegel Adolf Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 93 Steinert Herbert Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 83 Steinhauser Isidor Onbekend +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 418 Steinmann Reinold Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 245 Steinmark Herbert Bootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 172 Steinstrater Alfons Obergereiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 422 Steudemann Kurt Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 432 Stieler Theodor Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 33 Stierle Heinz Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 264 Stockel Rudolf Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Streblow Erich Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 198 Stuwe Paul Oberbootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 20 Suchsland Friedrich Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 165 Tammer Edith Marinehelferin +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 191 Thanner Josef Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 438 Tölderer Adolf Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 434 Tolks Alfred Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 427 Treder Willi Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 326 Trittel Martin Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 333 Urbanzyk Paul Gefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Vinke Heinrich Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Vorwinkel Hermann Obermaat +30.06.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 403 Waitkus Walter Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 925 Walowiak Josef Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 513 Warnecke Ernst Obergefreiter +29.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 167 Wichmann Gunter Obergfreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Wicking Erich Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 251 Wieshommer Maximilian Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 492 Wilke Erich Boostmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 82 Willer Ernst Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 19 Witt Otto Bootsmannmaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 164 Witzel Alfons Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 483 Wolf Alois Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 413 Wolf Horst Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 55 – Graf 3 Wolf Richard Hauptfeldwebel +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 426 Wolter Hermann Obermaat +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Wolter Wilhelm Hauptgefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 406 Wüsten Gunter Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 262 Wuth Friedrich Obergefreiter +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 257 Zaper Paul Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend Zickerrow Richard Oberbootsmann +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 247 Zornemann Hermann Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend |
De onbekende soldaten uit het voormalige massagraf liggen begraven in Blok 54 onder de graven met nummers 485, 487, 488, 490, 491, 493, 494, 495, 497, 499, 500, 501, 502, 503 en 504. In blok 55 zijn de graven met nummers 4, 97, 98, 99, 100, 360, 422, 423, 424, 426, 430, 433, 434, 435, 436 en 437 niet geïdentificeerd.
Daarnaast zijn er ook nog twee graven van Duitse militairen die omkwamen tijdens het bombardement, maar niet werden begraven in het massagraf.
Daarnaast zijn er ook nog twee graven van Duitse militairen die omkwamen tijdens het bombardement, maar niet werden begraven in het massagraf.
Karl Otto
Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Blok 54 – Graf 359 |
Kruppe Karl
Matrose +28.05.1944 Leopoldsburg Duitse Militaire Begraafplaats Lommel Onbekend |
Bronnen
BALEN, Archief en documentatie Werkgroep Balen Bevrijd, Blonde Bomber en voormalig archief Frans Smolders.
Bidprentjes Duitse soldaten en fotoalbums Kriegsmarine, Collectie Bram Dierckx en Collectie Tim Theunis.
Commonwealth War Graves Commission, (www. cwgc.org).
CHORLEY, W.R., Bomber Command Losses of the Second World War 1944, 1996.
DIERCKX, B., 'Bommen op Balen?!', in DIERCKX, B. en VANLEEUWEN, T. Plichtsbewust of verplicht?! Bijzondere Wachtkorpsen in Balen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Balen, 2018, 9-153.
De Luchtoorlog boven Balen.
LONCKE, P., Bomber Command for our freedom and yours, Leopoldsburg 12 & 28 Mei 1944, Lommel, 1989.
SMOLDERS, F., De laatste vlucht van de 'Blonde Bomber', s.d.
SMOLDERS, F., Olmen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Olmen, 1989.
VANDEPOEL, E., 'Mei 44', Film Focus History, 2003, (www.focushistory.be/mei_44.html).
Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge, Register Duitse Militaire Begraafplaats Lommel.
Heeft u aanvullingen of bemerkingen? Contacteer ons via de contactpagina. Dank bij voorbaat!
Juni 2019
De Duitse soldaat en zijn M-43 Einheitsfeldmütze.
Vandaag bespreken we kort de M-43 veldmuts, zoals boven op foto te zien is. Het was de meest geliefde muts van de Duitse soldaat en zou tot in 1945 het voorkomen van de Duitse soldaat mee bepalen.
Vandaag bespreken we kort de M-43 veldmuts, zoals boven op foto te zien is. Het was de meest geliefde muts van de Duitse soldaat en zou tot in 1945 het voorkomen van de Duitse soldaat mee bepalen.
Even technisch...
De M-43 veldmuts kende reeds vele voorgangers. Het eindproduct zoals we het hier zien, werd gebaseerd op de Bergmütze, een model dat op zijn beurt weer was gebaseerd op een Oostenrijks model dat reeds dateerde van voor de Eerste Wereldoorlog. Stap per stap werd er zo meer voldaan aan de eisen van de soldaat die samenging met de modernere oorlogsvoering. Een grotere klep werd gemonteerd, het lederen binnenwerk werd vervangen door één van synthetisch materiaal, ... en andere aanpassingen hadden vooral economische redenen. Zo had de pet oorspronkelijk 2 ventilatiegaten aan elke zijde, maar bij gebrek aan materiaal werden deze al snel 'vergeten'. Zo werd er ook niet zo nauw gespeurd met de voorschriften voor de 2 knoopjes op de voorzijde. EM/NCO (de lagere rangen) moesten normaal gelakte aluminium knopen krijgen voor op hun hoofddeksel, maar in werkelijkheid werden (zeker naar het einde van de oorlog toe) alle beschikbare knopen gebruikt. Zo zien we vaak ongelakte knopen terugkomen, welke eerder voor hogere rangen waren bedoeld, of zelfs houten, bakelieten, glazen of papieren knopen.
De pet die hier wordt getoond, is een pet bedoeld voor de lagere rangen zoals EM en NCO met gelakte knopen. Deze rangen hadden recht op een pet uit de Duitse Kleiderkasse en moesten ze dus niet zelf bekostigen in tegenstelling tot de hogere rangen. Wel hadden zij de mogelijkheid om privé hun M43-pet aan te laten maken. Veelal gebeurde dit echter niet vanwege de lagere lonen binnen deze rangen, gekoppeld aan de hogere productiekost om deze te laten aanmaken door een kleermaker.
De M-43 veldmuts kende reeds vele voorgangers. Het eindproduct zoals we het hier zien, werd gebaseerd op de Bergmütze, een model dat op zijn beurt weer was gebaseerd op een Oostenrijks model dat reeds dateerde van voor de Eerste Wereldoorlog. Stap per stap werd er zo meer voldaan aan de eisen van de soldaat die samenging met de modernere oorlogsvoering. Een grotere klep werd gemonteerd, het lederen binnenwerk werd vervangen door één van synthetisch materiaal, ... en andere aanpassingen hadden vooral economische redenen. Zo had de pet oorspronkelijk 2 ventilatiegaten aan elke zijde, maar bij gebrek aan materiaal werden deze al snel 'vergeten'. Zo werd er ook niet zo nauw gespeurd met de voorschriften voor de 2 knoopjes op de voorzijde. EM/NCO (de lagere rangen) moesten normaal gelakte aluminium knopen krijgen voor op hun hoofddeksel, maar in werkelijkheid werden (zeker naar het einde van de oorlog toe) alle beschikbare knopen gebruikt. Zo zien we vaak ongelakte knopen terugkomen, welke eerder voor hogere rangen waren bedoeld, of zelfs houten, bakelieten, glazen of papieren knopen.
De pet die hier wordt getoond, is een pet bedoeld voor de lagere rangen zoals EM en NCO met gelakte knopen. Deze rangen hadden recht op een pet uit de Duitse Kleiderkasse en moesten ze dus niet zelf bekostigen in tegenstelling tot de hogere rangen. Wel hadden zij de mogelijkheid om privé hun M43-pet aan te laten maken. Veelal gebeurde dit echter niet vanwege de lagere lonen binnen deze rangen, gekoppeld aan de hogere productiekost om deze te laten aanmaken door een kleermaker.
Een veelzijdig hoofddeksel
Boven zien we goed waaraan de M43 zijn typische vorm ontleende. De 'flappen' welke in normale positie enkel zichtbaar zijn als een band rond het hoofd konden ook rond de nek gedragen worden. Dit verklaart ook het gebruik van 2 knoopjes vooraan. Door het losmaken van de knoopjes kon de flap (welke het volledige hoofd omringt) losgemaakt worden en zo rond de nek worden gedragen als extra bescherming bij koude temperaturen.
Boven zien we goed waaraan de M43 zijn typische vorm ontleende. De 'flappen' welke in normale positie enkel zichtbaar zijn als een band rond het hoofd konden ook rond de nek gedragen worden. Dit verklaart ook het gebruik van 2 knoopjes vooraan. Door het losmaken van de knoopjes kon de flap (welke het volledige hoofd omringt) losgemaakt worden en zo rond de nek worden gedragen als extra bescherming bij koude temperaturen.
Aan de binnenzijde van de pet herkennen we nog enkele markeringen. Hier: RBNr. 0/0678/5015, 6/44 en 59
- RBNr. 0/0678/5015: is een afkorting van Reichs Betriebs Nummer, wat zoveel betekent als een codering voor een fabrikant. Vanaf 1943 werden niet langer de namen van fabrikanten en adressen gebruikt om materialen te kenmerken. Dit werd gedaan uit vrees voor aanslagen en bombardementen. Zo had elke fabriek en fabrikant een eigen codering.
- 6/44: staat heel eenvoudig voor de datum van productie, in dit geval dus Juni (!), 1944.
- 59: de maataanduiding, in dit geval de hoofdomtrek in centimeters.
Op bovenstaande foto zien we een erg vroeg exemplaar van de M43 Einheitsfeldmütze. In tegenstelling tot het getoonde exemplaar uit onze collectie heeft deze pet 2 aparte insignes, de adelaar en cockarde. Later werden cockarde en adelaar samen in 1 insigne verwerkt. Verder kunnen we van deze foto afleiden dat de pet relatief nieuw is. De met karton verstevigde klep is nog mooi recht en ongebogen. Als de klep eens nat werd gemaakt, werd deze vaak gebogen om het draagcomfort te vergroten.
Bronnen
BALEN, Archief en documentatie Werkgroep Balen Bevrijd.
Saiz, A., Deutsche Soldaten: Uniforms, Equipment & Personal Items of the German Soldier 1939-45, Casemate Publishers, 2008.
BALEN, Archief en documentatie Werkgroep Balen Bevrijd.
Saiz, A., Deutsche Soldaten: Uniforms, Equipment & Personal Items of the German Soldier 1939-45, Casemate Publishers, 2008.
Heeft u aanvullingen of bemerkingen? Contacteer ons via de contactpagina. Dank bij voorbaat!
Juli 2019
Gevaren in de lucht!
Al voor de Tweede Wereldoorlog werd duidelijk dat - bij een volgend conflict - ook de bevolking potentieel gevaar liep door luchtbombardementen. Tijdens de jaren 1930 ontstonden ten gevolge van die mogelijke dreiging talrijke ‘passieve luchtbeschermingsdiensten’ ter preventie en ter bescherming van burgers. Ook in Balen en Olmen werden daarom civiele korpsen opgericht.
In de loop van 1939 kwamen er eveneens ‘Richtlijnen betreffende de organisatie der Passieve Luchtbescherming in de groote nijverheidsinrichtingen'. Met behulp van eigen personeel moesten ook de grote onderwijs- en nijverheidsinstellingen een eigen luchtbeschermingsdienst inrichten. De industriële sites van Balen-Wezel vormden immers een mogelijk doelwit voor vijandelijke vliegtuigen en kregen om die reden een eigen korps.
Tijdens de oorlogsperiode
Vlak na de Duitse inval werden alle activiteiten van de Belgische (vooroorlogse) luchtbeschermingsdiensten stopgezet. Omdat de Duitse bezetter wel degelijk het nut van die organisaties inzag, kwamen snel nieuwe diensten tot stand onder Duits toezicht.
In aanvulling van de luchtbeschermingsdiensten op gemeentelijk vlak, kwamen ook gelijkaardige korpsen tot stand in grote fabrieken of nijverheidsinstellingen. Door middel van een circulaire van 26 april 1941 werd een zogenaamde Werkluchtbescherming of Werkluftschutz ingesteld. Ook op Balens grondgebied waren er twee fabrieken die een dienst voor Luchtbescherming inrichtten: De Zinkfabriek Vieille Montagne en de P.R.B. of ‘de Poeier’ in Balen-Wezel.
Al voor de Tweede Wereldoorlog werd duidelijk dat - bij een volgend conflict - ook de bevolking potentieel gevaar liep door luchtbombardementen. Tijdens de jaren 1930 ontstonden ten gevolge van die mogelijke dreiging talrijke ‘passieve luchtbeschermingsdiensten’ ter preventie en ter bescherming van burgers. Ook in Balen en Olmen werden daarom civiele korpsen opgericht.
In de loop van 1939 kwamen er eveneens ‘Richtlijnen betreffende de organisatie der Passieve Luchtbescherming in de groote nijverheidsinrichtingen'. Met behulp van eigen personeel moesten ook de grote onderwijs- en nijverheidsinstellingen een eigen luchtbeschermingsdienst inrichten. De industriële sites van Balen-Wezel vormden immers een mogelijk doelwit voor vijandelijke vliegtuigen en kregen om die reden een eigen korps.
Tijdens de oorlogsperiode
Vlak na de Duitse inval werden alle activiteiten van de Belgische (vooroorlogse) luchtbeschermingsdiensten stopgezet. Omdat de Duitse bezetter wel degelijk het nut van die organisaties inzag, kwamen snel nieuwe diensten tot stand onder Duits toezicht.
In aanvulling van de luchtbeschermingsdiensten op gemeentelijk vlak, kwamen ook gelijkaardige korpsen tot stand in grote fabrieken of nijverheidsinstellingen. Door middel van een circulaire van 26 april 1941 werd een zogenaamde Werkluchtbescherming of Werkluftschutz ingesteld. Ook op Balens grondgebied waren er twee fabrieken die een dienst voor Luchtbescherming inrichtten: De Zinkfabriek Vieille Montagne en de P.R.B. of ‘de Poeier’ in Balen-Wezel.
Bommen op komst?!
In het laatste oorlogsjaar - 1944 - kwamen de geallieerde bombardementen meermaals zeer dichtbij. Door de bombardementen van 11 en 28 mei 1944 op Beverlo en Leopoldsburg werd de dreiging zeer reëel en stonden de luchtbeschermingsdiensten in de regio constant op post. De fabrieksgebouwen van de Vieille-Montagne liepen tijdens dat laatste bombardement ook zware schade op aan de ramen, daken en plafonds. Gelukkig voor de Balense bevolking vormde de fabriek tijdens de oorlogsperiode enkel een potentieel gevaar en werd de site nooit als doelwit getroffen…
Om het personeel van de Zinkfabriek en de omwonende burgers tijdig te kunnen waarschuwen voor aankomend luchtgevaar werd een waarnemingspost geïnstalleerd in één van de hoge fabrieksschoorstenen van de Vieille-Montagne. Die uitkijkpost had tot doel - dag en nacht - het luchtruim nauwkeurig in de gaten te houden en de werknemers van de Zinkfabriek tijdig te verwittigen bij eventueel gevaar door een alarmsirene.
In het laatste oorlogsjaar - 1944 - kwamen de geallieerde bombardementen meermaals zeer dichtbij. Door de bombardementen van 11 en 28 mei 1944 op Beverlo en Leopoldsburg werd de dreiging zeer reëel en stonden de luchtbeschermingsdiensten in de regio constant op post. De fabrieksgebouwen van de Vieille-Montagne liepen tijdens dat laatste bombardement ook zware schade op aan de ramen, daken en plafonds. Gelukkig voor de Balense bevolking vormde de fabriek tijdens de oorlogsperiode enkel een potentieel gevaar en werd de site nooit als doelwit getroffen…
Om het personeel van de Zinkfabriek en de omwonende burgers tijdig te kunnen waarschuwen voor aankomend luchtgevaar werd een waarnemingspost geïnstalleerd in één van de hoge fabrieksschoorstenen van de Vieille-Montagne. Die uitkijkpost had tot doel - dag en nacht - het luchtruim nauwkeurig in de gaten te houden en de werknemers van de Zinkfabriek tijdig te verwittigen bij eventueel gevaar door een alarmsirene.
Verslagen en optekeningen van het luchtgevaar in Balen-Wezel
Met dank aan de familie Bosmans uit Balen-Wezel ontvingen wij een bijzonder tijdsdocument met betrekking tot de uitkijkpost van de Zinkfabriek, namelijk een verslagboekje van de waarnemingspost uit de maand juli 1944 - deze maand exact 75 jaar gelden opgemaakt.
Het betreffende schriftje bleef tijdens en ook na de oorlog in handen van waarnemer Clement Bosmans en kon op die manier - als uniek exemplaar - worden bewaard voor het nageslacht. Hoewel het boekje enkel de periode van 1 juli tot en met 20 juli 1944 bestrijkt, geeft het document toch een goed beeld over de werking van de waarnemingspost en de impact van de luchtoorlog op de lokale burgerbevolking.
Met dank aan de familie Bosmans uit Balen-Wezel ontvingen wij een bijzonder tijdsdocument met betrekking tot de uitkijkpost van de Zinkfabriek, namelijk een verslagboekje van de waarnemingspost uit de maand juli 1944 - deze maand exact 75 jaar gelden opgemaakt.
Het betreffende schriftje bleef tijdens en ook na de oorlog in handen van waarnemer Clement Bosmans en kon op die manier - als uniek exemplaar - worden bewaard voor het nageslacht. Hoewel het boekje enkel de periode van 1 juli tot en met 20 juli 1944 bestrijkt, geeft het document toch een goed beeld over de werking van de waarnemingspost en de impact van de luchtoorlog op de lokale burgerbevolking.
- De uitkijkpost van de Zinkfabriek werd op permanente basis bemand door twee waarnemers of wachters, zowel overdag als ’s nachts.
- De wachten gebeurden in verschillende posten en duurden telkens acht uur: Post I (06.00u-14.00u); Post II (14.00u-22.00u) en Post III (22.00u-06.00u).
- In juli 1944 bemanden maar liefst 15 verschillende waarnemers de uitkijkpost. Daarbij werden de volgende personen vermeld: Berckmans; Bienstman C.; Bosmans Clement; Cuyvers F.; Eyckmans Jos; Geys L.; Linders L.; Luyten Jan; Maes A.; Saelen C.; Schepens A.; Van den Broek J.; Wellens V.; Willekens G.; Willekens J. Alle personen waren werknemer van de Zinkfabriek. De meeste waarnemers hadden eveneens een vaste kompaan. Clement Bosmans bemande bijvoorbeeld telkens de uitkijkpost met L. Linders.
- De waarnemers waren gemachtigd om bij gevaar het luchtalarm te laten afgaan, alsook om het einde van een alarmfase aan te kondigen. Tijdens een alarmperiode stond de waarnemingspost in telefonisch contact met de portier of enkele verantwoordelijken binnen de fabriek. Telkens een alarm werd afgekondigd, dienden de werknemers de fabriek te verlaten en dat binnen een zo snel mogelijke tijd. Voor juli 1944 gebeurden de meeste evacuaties binnen de 7 à 8 minuten.
- Per wachtpost werden alle waarnemingen genoteerd in een verslagboekje. Daarbij werd telkens aangegeven om welke dag en post het ging (Datum - Post); Om welk uur een waarneming werd gedaan of alarm werd afgekondigd (Uur alarm); Het type en een omschrijving van de waarneming (Wat er gezien wordt? en Wat er gehoord wordt?); Eventuele bijkomende opmerkingen (Bemerkingen) en tot slot werden ook de namen van de verantwoordelijke waarnemers genoteerd (Namen).
Datum en Post: 01-07-1944 - Post III
Waarnemers: Eyckmans Jos en Luyten Jan
Datum en Post: 02-07-1944 - Post II
Waarnemers: Saelen C. en Schepens A.
Datum en Post: 05-07-1944 - Post I
Waarnemers: Bienstman Ch. en Geys L.
Datum en Post: 05-07-1944 - Post II
Waarnemers: Berckmans en Maes Alb.
Datum en Post: 08-07-1944 - Post I
Waarnemer: Bienstman en Geys
Datum en Post: 15-07-1944 - Post III
Waarnemers: Saelen en Schepens
Datum en Post: 19-07-1944 - Post I
Waarnemers Bosmans Cl. en Linders L.
Datum en Post: 19-07-1944 - Post II
Waarnemers: Bienstman en Geys
Waarnemers: Eyckmans Jos en Luyten Jan
- 23.00u - Vliegtuig geronk in NW richting
- 23.10u - Duitsch vliegtuig laag van NO naar W
- 23.25u - Zwaar vliegtuiggeronk in W
- 23.40u - Zwaar vliegtuiggeronk in Z
- 24.15u - Zwaar vliegtuiggeronk in NW
- 01.00u - Zwaar vliegtuiggeronk in W
- 01.20u - Zwaar vliegtuiggeronk in W
- 02.10u - Zwaar vliegtuiggeronk in NW
- 02.20u - Zwaar vliegtuiggeronk in W
- 06.00u - Duitsch vliegtuig van ZW naar NO
- 06.05u - Duitsch vliegtuig van W naar NO
- 06.15u - Duitsch vliegtuig van W naar NO
Datum en Post: 02-07-1944 - Post II
Waarnemers: Saelen C. en Schepens A.
- 14.08u - 20 revolver schoten gehoord richting Forcite
- 14.30u - Duitsch vliegtuig ten N der fabriek vliegt van O naar W
- 15.40u - 3 Duitsche jagers van W naar O zeer laag
- 16.40u - Vliegtuig geronk uit W
- 17.30u - 1 Duitsch vliegtuig van O naar W zeer laag
- 18.35u - 1 Duitsche jager ten ZO der fabriek van W naar O
- 18.40u - 3 Duitsche jagers ten ZO der fabriek van W naar O zeer laag
- 20.11u - Duitsch vliegtuig ten Z der fabriek vliegt van O naar W zeer laag
Datum en Post: 05-07-1944 - Post I
Waarnemers: Bienstman Ch. en Geys L.
- 07.10u - 2 groote formatie onbekende vliegtuigen ten N van 't fabriek vliegen richting W naar O ver; Telefoon Mr. Aerts, Grandchamps en Horion
- 07.20u - Verschillende onbekende vliegtuigen ten N van 't fabriek ver richting W naar O
- 07.28u - 6 Ju 88 ten Z van 't fabriek, dicht en laag richting ZW naar NO
- 08.45u - Vlieg alarm; Door Willekens G.
- 08.50u - Verschillende rookpluimen zichtbaar in het NW zeer ver voorkomend vliegtuigen, deze zijn 12 Boeing 17 vliegende forten en richten zich van N naar het Z ver
- 08.51u - Bommen hooren vallen richting Eyndhoven
- 08.53u - 13 Boeing 17 overvliegen 't fabriek richten zich van N naar Z
- 08.55u - 12 B 17 overvliegen 't fabriek richting N naar Z
- 09.00u - 12 B 17 ten NW van fabriek richting N naar Z, ver
- 09.10u - 2 formatie verschillende vliegtuigen ten N van fabriek richten zich van NO naar ZW zeer ver; 1 formatie verdwijnt in het ZW, zeer ver; de 2de formatie verandert van richting richt zich naar ZO, deze formatie bestaat uit 17 Boeing 17 vliegende forten, overvliegen het Lommelsch fabriek en laten er bommen vallen, veranderen wederom van richting naar ZW en overvliegen het fabriek van Wezel om te verdwijnen in het W
- 09.22u - De voorgaande vliegers laten nog bommen vallen in de richting van Gompel, maar verder achter het fabriek
- 09.43u - Einde alarm; Door De Smedt nachtwaker
Datum en Post: 05-07-1944 - Post II
Waarnemers: Berckmans en Maes Alb.
- 14.03u - Duitsch jachtvliegtuig ten Z vliegend van W naar O, zeer laag en kort bij
- 15.00u - Een ontploffing op het Lommelsch fabriek
- 19.25u - Nogmaals een ontploffing op het Lommelsch fabriek
- 21.20u - Duitsch vliegtuig ten Z vliegend van O naar W, zeer laag en kort bij
Datum en Post: 08-07-1944 - Post I
Waarnemer: Bienstman en Geys
- 06.12u - 1 Ju 88 ten Z van fabriek, richting NO naar ZW, Ver
- 06.25u - 1 Ju 88 ten W van fabriek, richting Z naar N, Dicht
- 06.50u - Vlieg alarm door Mol; Licht gegrom van motoren gehoord, waarschijnlijk voorkomend van vliegtuigen, kunnen het niet met zekerheid zeggen daar het nog al ver af was, richting Mol-Gompel; Telefoon Celen en M. Aerts
- 08.05u - Einde alarm
- 10.50u - Ontploffing Lommelsch fabriek
- 11.20u - Ontploffing Lommelsch fabriek
Datum en Post: 15-07-1944 - Post III
Waarnemers: Saelen en Schepens
- 22.25u - Drie vliegtuigen ten NO der fabriek, dicht en laag; Zwak geronk ten NO der fabriek, ver
- 22.40u - Drie lampen welke boven de grond uit elkaar spatten richting Turnhout
- 22.42u - (A) Vliegtuigalarm door uitkijkpost; Zwaar geronk van vliegtuigen ten NO der fabriek
- 22.45u - Ook Duitsch vliegtuig ten ZO der fabriek, dicht en laag van N naar Z; Zwaar geronk boven 't fabriek
- 22.50u - Nog zwaar geronk uit NW
- 23.05u - Einde alarm, ,iets meer te horen
- 23.45u - Zwak geronk uit NW van W naar O
- 00.20u - Geronk van een vliegtuig ten Nw der fabriek
- 00.30u - Lichtflitsen in NW ver en daveren
- 00.32u - Zwak geronk in NW en daveren
- 00.34u - Vlieger alarm door uitkijkpost en luchtgevecht richting Lommel
- 00.37u - Afweervuur richting Eyndhoven
- 00.40u - Geronk in ZO ook mitraljeurvuur (mitrailleurvuur) in't NW
- 00.50u - Ontploffing op de Cubilots
- 01.05u - Mitraljeurvuur (Mitrailleurvuur) richting Lommels fabriek, ook vallen van bommen en afweer ver, ook zwak geronk in't NW
- 01.12u - Nog zwak geronk in't NW
- 01.15u - Zware bomslag richting onduidelijk
- 01.33u - Zwak geronk in't NW
- 01.35u - Lichte brand in de richting Houthalen, ver
- 01.43u - Vliegtuiggeronk in NW komt over de fabriek, waarschijnlijk Duitsch, ook geronk ten ZO der fabriek niet zeer hoog
- 01.52u - Zoeklicht richting Diest
- 02.00u - Einde alarm, niets te zien of te hooren
- 02.20u - Vliegtuig dicht en laag, waarschijnlijk Duitsch ten ZO der fabriek van ZW naar NO
- 02.45u - Zoeklichten richting Hasselt
- 02.55u - Vliegtuig waarschijnlijk Duitsch dicht en laag van N naar Z
Datum en Post: 19-07-1944 - Post I
Waarnemers Bosmans Cl. en Linders L.
- 07.40u - Vliegtuig geronk in't ZW
- 07.48u - (A) Alarm Mol
- 07.53u - 36 groote vliegtuigen boven het fabriek heel hoog en niet goed zichtbaar; Er wordt ook geschoten
- 07.58u - 36 groote vliegtuigen in’t ZW
- 08.05u - Nog altijd vliegers van N naar ZO, het zijn Liberators en Lancasters, ongeveer 100; Telefoon Mr. Grandchamp, Mr. Boving en Mr. Aerts
- 08.20u - Vliegen ongeveer 200 vliegtuigen over het fabriek recht boven en zeer hoog, er waren ook jagers bij
- 08.30u - Nog 3 groote formaties, ongeveer 150 samen
- 08.33u - Een liberator vliegt terug in NW richting
- 08.40u - 5 formaties ongeveer 220 samen
- 08.50u - Nog 3 formaties van 25 vliegtuigen, er zijn ook jagers bij
- 09.03u - Einde alarm Mol; Nog vliegtuig geronk hoorbaar in't ZW
- 09.14u - Einde alarm Bosmans Cl.
- 09.23u - (A) Alarm Bosmans Cl.; Bominslagen gehoord in ZO richting
- 09.25u - Een vliegtuig met pluimstaart
- 09.30u - Vliegtuig geronk in ZO richting
- 09.35u - Bominslagen gehoord in ZO richting
- 09.45u - Einde alarm Bosmans Cl.
- 09.55u - Alarm Bosmans Cl., 4 vliegtuigen zeer hoog in ZW richting vliegen in O richting
- 10.00u - Zwaar vliegtuig geronk in't O en vliegen naar N
- 10.05u - Zwaar vliegtuig geronk in't O en vliegen naar N
- 10.07u - 5 zware vliegtuigen komend uit O en vliegen naar NW
- 10.13u - Vliegtuiggeronk in zuidelijke richting
- 10.20u - Een formatie van 11 vliegtuigen komend uit O en vliegt in NW-lijke richting
- 10.25u - Nog steeds een formatie van 24 vliegtuigen vliegend in dezelfde richting, er zijn ook jagers bij
- 10.30u - Nog steeds een formatie van 24 vliegtuigen vliegend in dezelfde richting, er zijn ook jagers bij
- 10.35u - Alarm van Mol
- 10.40u - Een formatie van 11 vliegtuigen overvliegen de fabriek in N-lijke richting
- 10.45u - Een formatie van 20 vliegtuigen overvliegen de fabriek in N-lijke richting
- 11.06u - Een formatie van 100 vliegtuigen overvliegen de fabriek in N-lijke richting
- 11.20u - Afweergeschut richting Eindhoven
- 12.17u - Een liberator vliegt van O naar W
- 12.40u - Einde alarm
- 13.35u - (A) Luchtgevaar
- 13.55u - Luchtgevaar voorbij
Datum en Post: 19-07-1944 - Post II
Waarnemers: Bienstman en Geys
- 19.25u - 3 Me 109 ten Z van fabriek, laag en dicht, richting W naar O
- 20.58u - Alarm gegeven door Mol; Telefoon Celen
- 21.40u - 1 Ju 88 ten ZO van 't fabriek, laag en ducht, richting NO naar ZW, niks bijzonders opgemerkt, alarm gaat voort
De intensiteit van het luchtverkeer in de maand juli 1944, alsook het frequent aanslaan van de alarmsirenes, illustreren de grote spanningen die in het laatste oorlogsjaar in de lucht hingen. De terechte angst onder de burgerbevolking kon enige maanden nadien evenwel plaatsmaken voor een langverwachte Bevrijding. Al was toen niet meteen alle (lucht)gevaar geweken…
Dankwoord
Hartelijk dank aan de familie Bosmans en Dhr. Smaers voor de schenking van het verslagboekje. Op deze manier kon de werking van de luchtbeschermingsdiensten in de Wezelse zinkfabriek - 75 jaar na de feiten - opnieuw worden gereconstrueerd en blijft het verhaal van de fabriekswaarnemers bewaard voor de toekomst. Enorm bedankt!
Bronnen
Dit artikel is volledig gebaseerd op hoofdstuk 1 ‘Bommen op Balen?!’ in het boek DIERCKX, B. en VANLEEUWEN, T., ‘Plichtsbewust of verplicht?! Bijzondere Wachtkorpsen in Balen tijdens de Tweede Wereldoorlog’, Balen, 2018.
BALEN, Archief Familie Bosmans (Balen-Wezel), Verslagboekje Uitkijkpost Clement Bosmans, (1-20 juli 1944).
BALEN, Postkaarten en fotocollectie Erfgoed Balen.
BALEN, Gemeentelijk Archief, Briefwisseling, 1940-1945.
BALEN, Gemeentelijk Archief, Passieve Luchtbescherming en T.B.W., 1934-1945.
BRUSSEL, RAA, Passieve Luchtbescherming, 1934-1953, Gemeente Balen en Gemeente Olmen.
‘De Tweede Wereldoorlog’, Historiek Fabriek Balen (Vieille Montagne), 2016 (www.vmbalenwezel.be).
Dankwoord
Hartelijk dank aan de familie Bosmans en Dhr. Smaers voor de schenking van het verslagboekje. Op deze manier kon de werking van de luchtbeschermingsdiensten in de Wezelse zinkfabriek - 75 jaar na de feiten - opnieuw worden gereconstrueerd en blijft het verhaal van de fabriekswaarnemers bewaard voor de toekomst. Enorm bedankt!
Bronnen
Dit artikel is volledig gebaseerd op hoofdstuk 1 ‘Bommen op Balen?!’ in het boek DIERCKX, B. en VANLEEUWEN, T., ‘Plichtsbewust of verplicht?! Bijzondere Wachtkorpsen in Balen tijdens de Tweede Wereldoorlog’, Balen, 2018.
BALEN, Archief Familie Bosmans (Balen-Wezel), Verslagboekje Uitkijkpost Clement Bosmans, (1-20 juli 1944).
BALEN, Postkaarten en fotocollectie Erfgoed Balen.
BALEN, Gemeentelijk Archief, Briefwisseling, 1940-1945.
BALEN, Gemeentelijk Archief, Passieve Luchtbescherming en T.B.W., 1934-1945.
BRUSSEL, RAA, Passieve Luchtbescherming, 1934-1953, Gemeente Balen en Gemeente Olmen.
‘De Tweede Wereldoorlog’, Historiek Fabriek Balen (Vieille Montagne), 2016 (www.vmbalenwezel.be).
Augustus 2019
Een schep voor elk soldaat
Voor de maand Augustus bekijken we kort een simpel, maar veelgebruikt object. Namelijk het 'Schanzzeug', of beter gezegd de kleine soldatenschep.
Grofweg kunnen we stellen dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog twee modellen 'kleine scheppen' werden verdeeld onder de Duitse troepen. Een kort recht model (Schanzzeug) en een plooischep (Klappspaten). In de loop van de oorlog werd zo goed als elk Duits soldaat één van deze twee modellen schepjes toegewezen.
Voor de maand Augustus bekijken we kort een simpel, maar veelgebruikt object. Namelijk het 'Schanzzeug', of beter gezegd de kleine soldatenschep.
Grofweg kunnen we stellen dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog twee modellen 'kleine scheppen' werden verdeeld onder de Duitse troepen. Een kort recht model (Schanzzeug) en een plooischep (Klappspaten). In de loop van de oorlog werd zo goed als elk Duits soldaat één van deze twee modellen schepjes toegewezen.
Het 'schanzzeug'
Het schanzzeug of rechte schepje was gebaseerd op een ontwerp dat sinds 1880 vrijwel onveranderd bleef omwille van zijn effectiviteit. Tot 1938 werden deze schepjes uitsluitend in echte lederen hoezen uitgegeven, later werd de lederen hoes vervangen door een 'ersatzlederen', oftewel 'presstoff' exemplaar.
Het schanzzeug of rechte schepje was gebaseerd op een ontwerp dat sinds 1880 vrijwel onveranderd bleef omwille van zijn effectiviteit. Tot 1938 werden deze schepjes uitsluitend in echte lederen hoezen uitgegeven, later werd de lederen hoes vervangen door een 'ersatzlederen', oftewel 'presstoff' exemplaar.
Ersatzleder bleek na onderzoek minstens even duurbaar te zijn als het originele leder en werd vervaardigd door verschillende lagen 'karton' op elkaar te persen tot deze een zekere stevigheid had. Ersatzleder betekent letterlijk vertaald: noodleder en presstoff: persstof. In de loop van de oorlog zouden door het gebrek aan leder zeer veel materialen die oorspronkelijk uit echt leder vervaardigd werden vervangen worden door een ersatz-exemplaar.
De 'Klappspaten' of plooischep.
Buiten het veelal bekendere rechte schepje werd in 1938 nog een ander type schep in gebruik genomen: namelijk het plooischepje. Het plooischepje was open geplooid iets langer als zijn oudere broertje en had een 'punt' onderaan, om moeilijkere ondergronden aan te kunnen.
Buiten het veelal bekendere rechte schepje werd in 1938 nog een ander type schep in gebruik genomen: namelijk het plooischepje. Het plooischepje was open geplooid iets langer als zijn oudere broertje en had een 'punt' onderaan, om moeilijkere ondergronden aan te kunnen.
Het plooischepje bood ook meer mogelijkheden aan zijn gebruiker. Voor transport aan de riem werd het schepje opgeplooid in de ersatz-lederen houder en zo aan de riem bevestigd. De schep werd ook onder een kleine hoek op de steel geplaatst om te vermijden dat deze tegen het lichaam van de drager aan zou slaan.
Eénmaal opengeplooid kon de schep zowel half- als volledig opengezet worden, half om te kunnen hakken en helemaal om te graven.
Eénmaal opengeplooid kon de schep zowel half- als volledig opengezet worden, half om te kunnen hakken en helemaal om te graven.
Nadat de Duitsers als eerste met het ontwerp van de klapschep kwamen zouden de Amerikanen al snel het ontwerp kopiëren en hiervan hun eigen versie uitbrengen. Tot op de dag van vandaag wordt dit ontwerp nog steeds door verscheidene nationaliteiten gebruikt.
Bronnen
BALEN, Archief en documentatie Werkgroep Balen Bevrijd, Signaal, jg. 1943.
Wehrmacht Infantry Equipment and Field Gear, www.mp44.nl.
Pickering, R., Field equipment of the German forces in world war II, Military Mode, Bath, 2014.
Sokerivatsa, F., www.FJM44.com.
BALEN, Archief en documentatie Werkgroep Balen Bevrijd, Signaal, jg. 1943.
Wehrmacht Infantry Equipment and Field Gear, www.mp44.nl.
Pickering, R., Field equipment of the German forces in world war II, Military Mode, Bath, 2014.
Sokerivatsa, F., www.FJM44.com.
September 2019
75 jaar Bevrijding
In september en oktober 1944 werden de Kempen bevrijd. De bezetting - die meer dan vier jaren duurde - kwam tot een einde. De oorlog en de gevolgen daarvan waren echter niet meteen geweken. In de aanloop naar de vrijheid werden Balen en Olmen opgeschrikt door enkele tragische gebeurtenissen met zware menselijke tol. Vreugde en verdriet lagen nooit ver van elkaar... We will remember them.
In september en oktober 1944 werden de Kempen bevrijd. De bezetting - die meer dan vier jaren duurde - kwam tot een einde. De oorlog en de gevolgen daarvan waren echter niet meteen geweken. In de aanloop naar de vrijheid werden Balen en Olmen opgeschrikt door enkele tragische gebeurtenissen met zware menselijke tol. Vreugde en verdriet lagen nooit ver van elkaar... We will remember them.
Speciaal voor de herdenking van 75 jaar Bevrijding en het einde van de Tweede Wereldoorlog zetten wij heel wat authentieke materialen in de kijker in een Pop Up Museum tussen 13 en 22 september 2019 in VC De Kruierie. Maar ook hier tonen we graag al enkele typische spulletjes die dateren uit de Bevrijdingsperiode en de bewuste septembermaand van 1944.
Tot binnenkort in het Pop Up Museum 'Balen Bevrijd'!
Tot binnenkort in het Pop Up Museum 'Balen Bevrijd'!
Oktober 2019
Een stille slaper...
Het object van de maand voor Oktober is een schenking die we in ontvangst mochten nemen in de loop van het 'Pop-Up Museum'.
Het object van de maand voor Oktober is een schenking die we in ontvangst mochten nemen in de loop van het 'Pop-Up Museum'.
In de loop van ons tijdelijk ingerichte museum mochten we alweer rekenen op heel aantal prachtige schenkingen, waaronder deze stille slaper: een Duits gasmasker, volledig onaangeroerd, zoals het door de bezetter te Balen werd achtergelaten.
Duitse troepen in Balen en Olmen tijdens de Bevrijdingsgevechten
De landing in Normandië op 6 juni 1944 opende een derde front tegen de Duitsers. Aanvankelijk weerden de Duitse troepen zich hardnekkig zodat de geallieerde opmars vertraging opliep. Het duurde nog tot augustus 1944 voor de geallieerde legers een doorbraak konden forceren. Vanaf september leek de geallieerde opmars echter niet meer te stoppen. Op 2 september werd de Belgische grens bereikt en een dag later rolden de eerste bevrijders de hoofdstad Brussel binnen. Op 4 september werd Antwerpen bevrijd, net zoals de steden Leuven, Mechelen, Lier en Kortrijk. Om de snelle opmars te kunnen stoppen, wierpen de Duitsers een verdedigingslijn op achter het Albertkanaal.
Het Duitse opperbevel nam dadelijk maatregelen en vanaf 3 september 1944 werd een verdedigingslinie uitgebouwd aan het Albertkanaal. Het kanaal verbond de steden Antwerpen en Luik. Infanteriegeneraal Reinhard, bevelhebber van het Duitse 88e Legerkorps, kreeg de taak om een defensieve lijn achter het Albertkanaal uit te bouwen om de geallieerde opmars tot stilstand te kunnen brengen. De sector gaande van Beringen tot Geel werd toevertrouwd aan Luitenant Generaal Kurt Chill. Generaal Chill werd belast met de praktische zaken en installeerde wachtposten op de bruggen van het kanaal om vluchtende Duitse troepen tegen te houden. Het vluchtende leger werd gereorganiseerd en herbewapend. Maar de verdedigingslijn aan het Albertkanaal was te dun bezet, waardoor eveneens nieuwe uitgeruste Duitse troepen, komende vanuit Nederland en het Duitse Rijk, het front aan het Albertkanaal moesten versterken.
De landing in Normandië op 6 juni 1944 opende een derde front tegen de Duitsers. Aanvankelijk weerden de Duitse troepen zich hardnekkig zodat de geallieerde opmars vertraging opliep. Het duurde nog tot augustus 1944 voor de geallieerde legers een doorbraak konden forceren. Vanaf september leek de geallieerde opmars echter niet meer te stoppen. Op 2 september werd de Belgische grens bereikt en een dag later rolden de eerste bevrijders de hoofdstad Brussel binnen. Op 4 september werd Antwerpen bevrijd, net zoals de steden Leuven, Mechelen, Lier en Kortrijk. Om de snelle opmars te kunnen stoppen, wierpen de Duitsers een verdedigingslijn op achter het Albertkanaal.
Het Duitse opperbevel nam dadelijk maatregelen en vanaf 3 september 1944 werd een verdedigingslinie uitgebouwd aan het Albertkanaal. Het kanaal verbond de steden Antwerpen en Luik. Infanteriegeneraal Reinhard, bevelhebber van het Duitse 88e Legerkorps, kreeg de taak om een defensieve lijn achter het Albertkanaal uit te bouwen om de geallieerde opmars tot stilstand te kunnen brengen. De sector gaande van Beringen tot Geel werd toevertrouwd aan Luitenant Generaal Kurt Chill. Generaal Chill werd belast met de praktische zaken en installeerde wachtposten op de bruggen van het kanaal om vluchtende Duitse troepen tegen te houden. Het vluchtende leger werd gereorganiseerd en herbewapend. Maar de verdedigingslijn aan het Albertkanaal was te dun bezet, waardoor eveneens nieuwe uitgeruste Duitse troepen, komende vanuit Nederland en het Duitse Rijk, het front aan het Albertkanaal moesten versterken.
Vanaf 6 september 1944 kwamen vele nieuwe troepen in Balen en Olmen aan. Gedurende de gevechten aan het Albertkanaal was de gemeente Balen bovendien hét commandocentrum van de Duitse verdediging. Generaal Chill installeerde een vooruitgeschoven commandopost in het huis van Rikus Jansen aan de Molsebaan in Balen. Luitenant Von der Heydte - bevelhebber van het 6e Fallschirmjäger Regiment - had tijdelijk zijn hoofdkwartier op de Markt in Balen bij de gezusters Schroyen.
De eerste helft van september 1944 werden Balen en Olmen bijgevolg overspoeld door Duitse troepen, die zware strijd leverden aan het Albertkanaal en de Britse bruggenhoofden bij Beringen en Geel.
In de nacht van 12 op 13 september 1944 begon de evacuatie van de Duitse troepen uit de regio van Oostham, Olmen en Balen. De laatste Duitse troepen verlieten het grondgebied van Balen in de vroege namiddag van 13 september 1944.
De eerste helft van september 1944 werden Balen en Olmen bijgevolg overspoeld door Duitse troepen, die zware strijd leverden aan het Albertkanaal en de Britse bruggenhoofden bij Beringen en Geel.
In de nacht van 12 op 13 september 1944 begon de evacuatie van de Duitse troepen uit de regio van Oostham, Olmen en Balen. De laatste Duitse troepen verlieten het grondgebied van Balen in de vroege namiddag van 13 september 1944.
Positionering van Duitse troepen op 9 september 1944
- De 1. Kompanie van de Schwere Heeres Panzerjäger–Abteilung 559 was aanwezig in Rosselaar- Tenderlo en had daar in de bossen 3 Jagdpanzer opgesteld.
- Het 17/18. SS Ausbildung und Ersatz Artillerie Regiment had 2 batterijen geïnstalleerd. Eén Batterij, bestaande uit 4 artilleriestukken, stond in Balen-Malou en de andere Batterij, ook bestaande uit 4 stukken, stond in Olmen- Bukenberg.
- De 6. Kompanie van Schwere Flak-Abteilung 602 was aanwezig op de Malou en in Olmen Lichtenbos met enkele zware luchtafweerkanonnen (88mm FLAK).
- Het 1. Batallion van Fallschirmjäger Regiment 2 - deel van de Kampfgruppe Finzel - was met 1 compagnie aanwezig nabij de grens Balen-Leopoldsburg-Malou.
- De 4. Kompanie van Flakabteilung 925 had 4 artilleriestukken (88mm FLAK) opgesteld in Balen- Schoorheide.
- Het voltallige Fallschirmjäger Regiment 6 - de zogenaamde Kampfgruppe Von Der Heydte - had troepen gelegen in Olmen-Bukenberg. Het hoofdkwartier was gelegen op de Markt in Balen.
Het gasmasker dat we mochten ontvangen is dus in hoogste waarschijnlijkheid achtergelaten door de haastig terugtrekkende troepen. In de toekomst hopen we dan ook zeker een gezicht te kunnen plakken op 'H.Rauter', de naam welke we terug kunnen vinden op zowel de onderkant van de gasmaskerbus als op de berieming van het masker.
Dit wordt alweer een mooie uitdaging naar de toekomst toe!
Dit wordt alweer een mooie uitdaging naar de toekomst toe!
Afsluiten doen we dan ook met een hartelijke dank aan alle mensen die in de voorbije weken de tijd namen om ons tijdelijke museum te bezoeken. Met 2.500 waren jullie! Zonder jullie verhalen, schenkingen of gewoon een goeie babbel had dit immers geen geslaagd project kunnen zijn.....
November 2019
Schatten op zolder!
Het Object van de Maand November is opnieuw een schenking die we mochten ontvangen in het 'Pop Up Museum' en gaat exact 75 jaar terug in de tijd...
Het Object van de Maand November is opnieuw een schenking die we mochten ontvangen in het 'Pop Up Museum' en gaat exact 75 jaar terug in de tijd...
Een zak vol 'vijzen'
Het getoonde object is een Engelse canvas transportzak die in Balen achterbleef tijdens de Bevrijdingsdagen. Naar verluid werd deze heavy duty transport bag achtergelaten door Engelse pioniers-genisten die in Balen-Centrum herstellingswerken uitvoerden aan de ontplofte kanaalbrug.
De zak zelf werd vervaardigd uit stevige canvas en was bedoeld voor het transport van zwaardere gereedschappen of benodigdheden. Deze specifieke zak bevatte onder andere moeren en bouten voor de tijdelijke Baileybrug in Balen.
Het getoonde object is een Engelse canvas transportzak die in Balen achterbleef tijdens de Bevrijdingsdagen. Naar verluid werd deze heavy duty transport bag achtergelaten door Engelse pioniers-genisten die in Balen-Centrum herstellingswerken uitvoerden aan de ontplofte kanaalbrug.
De zak zelf werd vervaardigd uit stevige canvas en was bedoeld voor het transport van zwaardere gereedschappen of benodigdheden. Deze specifieke zak bevatte onder andere moeren en bouten voor de tijdelijke Baileybrug in Balen.
De Royal Engineers in actie
De kanaalbrug werd op 12 september 1944 door de Duitsers tot ontploffing gebracht. Die strategische ingreep moest de geallieerde opmars vertragen. Onmiddellijk na de Bevrijding werd een primitieve houten noodbrug aangelegd door de eerste Engelse bevrijdingstroepen om het verkeer tussen Balen en Mol weer mogelijk te maken. Al snel was er nood aan een degelijke brug die de doorvoer van troepen, voertuigen en materieel naar het front moest mogelijk maken.
In de dagen en weken na de Bevrijding van Balen en Olmen arriveerden heel wat ondersteuningseenheden van het Britse Tweede Leger (British Second Army) in de regio en kwam er heel wat bedrijvigheid op gang. Zo ook werden manschappen van de Engelse Royal Electrical and Mechanical Engineers of kortweg R.E.M.E. ingekwartierd in het Centraal Observatiegesticht (COG) te Mol. Hun opdracht bestond - onder andere - uit het herstellen van de vernielde kanaalbrug op de weg van Balen naar Mol. De 'bruggenbouwers' bleven van eind september tot eind oktober – begin november 1944 in Balen en trokken dan verder naar het front in Nederland.
Sergeant Tom Potts (15.11.1917 - 10.10.1981) uit Newcastle-on-Tyne was één van de Engineers die in Balen actief waren. Tijdens zijn verblijf in de streek leerde hij de Balense Madeleine Snoeckx kennen. Ondanks de oorlogsomstandigheden, huwden zij op 1 december 1944 in Balen. Na de oorlog kwam Tom Potts in Balen wonen.
De kanaalbrug werd op 12 september 1944 door de Duitsers tot ontploffing gebracht. Die strategische ingreep moest de geallieerde opmars vertragen. Onmiddellijk na de Bevrijding werd een primitieve houten noodbrug aangelegd door de eerste Engelse bevrijdingstroepen om het verkeer tussen Balen en Mol weer mogelijk te maken. Al snel was er nood aan een degelijke brug die de doorvoer van troepen, voertuigen en materieel naar het front moest mogelijk maken.
In de dagen en weken na de Bevrijding van Balen en Olmen arriveerden heel wat ondersteuningseenheden van het Britse Tweede Leger (British Second Army) in de regio en kwam er heel wat bedrijvigheid op gang. Zo ook werden manschappen van de Engelse Royal Electrical and Mechanical Engineers of kortweg R.E.M.E. ingekwartierd in het Centraal Observatiegesticht (COG) te Mol. Hun opdracht bestond - onder andere - uit het herstellen van de vernielde kanaalbrug op de weg van Balen naar Mol. De 'bruggenbouwers' bleven van eind september tot eind oktober – begin november 1944 in Balen en trokken dan verder naar het front in Nederland.
Sergeant Tom Potts (15.11.1917 - 10.10.1981) uit Newcastle-on-Tyne was één van de Engineers die in Balen actief waren. Tijdens zijn verblijf in de streek leerde hij de Balense Madeleine Snoeckx kennen. Ondanks de oorlogsomstandigheden, huwden zij op 1 december 1944 in Balen. Na de oorlog kwam Tom Potts in Balen wonen.
Bedankt!
Met expliciete dank aan de Heer Diels voor de schenking van de transportzak. Op deze manier blijft weer een mooi stukje lokale oorlogsgeschiedenis behouden voor de komende generaties. Enorm bedankt!
Bronnen
BALEN, Fotocollectie Balen Bevrijd en Erfgoed Balen.
MICHIELS, J. en VERMEULEN, R., Van Baenle tot Balen, 1987.
VANLEEUWEN, T., Nooit meer oorlog, Balen en Olmen tijdens WOI en WOII, 2014.
'In Memoriam Tom Potts', Tijdschrift Heemkring Balen, 9 (1981), Nummer 4, 90-91.
Met expliciete dank aan de Heer Diels voor de schenking van de transportzak. Op deze manier blijft weer een mooi stukje lokale oorlogsgeschiedenis behouden voor de komende generaties. Enorm bedankt!
Bronnen
BALEN, Fotocollectie Balen Bevrijd en Erfgoed Balen.
MICHIELS, J. en VERMEULEN, R., Van Baenle tot Balen, 1987.
VANLEEUWEN, T., Nooit meer oorlog, Balen en Olmen tijdens WOI en WOII, 2014.
'In Memoriam Tom Potts', Tijdschrift Heemkring Balen, 9 (1981), Nummer 4, 90-91.
December 2019
Op 3 december 1942 daverde Balen op haar grondvesten en werden talrijke inwoners opgeschrikt door een enorme ontploffing. Een incident binnen de Balense dynamietfabriek P.R.B. eiste die dag een vreselijke tol. Ten gevolge van de ramp lieten 23 personen het leven en waren er vele zwaargewonden. Het Object van de Maand december blikt – 77 jaar na datum – terug op de feiten via enkele bijzondere en erg persoonlijke documenten.
Een fabriek voor springstoffen
In 1882 ontstond er in Balen een productieafdeling voor dynamiet onder de vleugels van La Forcité. In de volksmond stond de fabriek beter bekend als ‘De Poeier’ of de ‘Poederfabriek’. Helaas hield dat ook risico’s in en waren er meerdere incidenten in de loop van de geschiedenis. De eerste dodelijke ontploffing vond plaats in 1902. Het lijstje met tragische incidenten groeide helaas in de loop van de geschiedenis…
In 1920 werd La Forcité opgeslorpt door de NV Poudreries Réunies de Belgique ofwel P.R.B. Die firma startte eveneens met de productie van T.N.T. in 1926. De oorspronkelijke fabriek, die op 10 hectaren werd opgetrokken, groeide geleidelijk en werd in verschillende fasen uitgebreid.
Naast de eerdere dynamietgebouwen kwamen er vanaf 1927 ook speciale werkplaatsen voor de productie van T.N.T.-blokjes. Tien jaar later, in 1937, volgde de oprichting van een afdeling waar T.N.T. kon worden vervaardigd door het nitreren van toluol. In 1939 werd eveneens gestart met de productie van hexogeen en de bouw van een bijhorende productieketen. Tot aan de Tweede Wereldoorlog waren het vooral Zweedse en Noorse directeurs die de fabriek leidden.
In 1882 ontstond er in Balen een productieafdeling voor dynamiet onder de vleugels van La Forcité. In de volksmond stond de fabriek beter bekend als ‘De Poeier’ of de ‘Poederfabriek’. Helaas hield dat ook risico’s in en waren er meerdere incidenten in de loop van de geschiedenis. De eerste dodelijke ontploffing vond plaats in 1902. Het lijstje met tragische incidenten groeide helaas in de loop van de geschiedenis…
In 1920 werd La Forcité opgeslorpt door de NV Poudreries Réunies de Belgique ofwel P.R.B. Die firma startte eveneens met de productie van T.N.T. in 1926. De oorspronkelijke fabriek, die op 10 hectaren werd opgetrokken, groeide geleidelijk en werd in verschillende fasen uitgebreid.
Naast de eerdere dynamietgebouwen kwamen er vanaf 1927 ook speciale werkplaatsen voor de productie van T.N.T.-blokjes. Tien jaar later, in 1937, volgde de oprichting van een afdeling waar T.N.T. kon worden vervaardigd door het nitreren van toluol. In 1939 werd eveneens gestart met de productie van hexogeen en de bouw van een bijhorende productieketen. Tot aan de Tweede Wereldoorlog waren het vooral Zweedse en Noorse directeurs die de fabriek leidden.
Door de Duitse inval van mei 1940 werd de fabriek tijdelijk stilgelegd. De activiteiten werden uiteindelijk heropgestart tijdens de bezetting, maar wel grondig gecontroleerd. Ook werden de fabrieksterreinen dag en nacht bewaakt, eerst door gemeentelijke wachters en daarna door Vlaamsche Wachters.
Er ontstonden tevens twee afdelingen tijdens de bezetting. Eén afdeling bleef onder Belgisch bestuur en had als taak springstoffen voor burgerlijk nut aan te maken. Vanuit de P.R.B.-fabriek vertrokken wekelijks transporten naar de steenkoolmijnen in Wallonië. De actieve mijnen hadden namelijk springstoffen nodig om de grondstoflagen bloot te leggen en te kunnen ontginnen. De steenkool uit de Limburgse en Waalse bekkens waren erg gegeerd bij de Duitsers omdat die grondstoffen nodig waren voor de verdere uitbouw van de Duitse staal- en oorlogsindustrie.
De andere afdeling stond in voor de productie van militaire springstoffen zoals dynamiet en T.N.T. en kreeg een Duitse directeur, Meneer ‘Huk’. De gebouwen van het Duitse bedrijfsonderdeel werden opgeëist door de bezetter en ter beschikking gesteld aan het chemiebedrijf Josef Meissner uit Keulen.
De ramp van Balen-Wezel
Op 3 december 1942, rond 16.32u én vlak na een ploegenwissel, vonden er twee kleinere ontploffingen plaats in de T.N.T.-afdeling. Vlak daarna volgde een enorme ontploffing waarbij de hele T.N.T.-afdeling in de lucht vloog.
Reddingswerkers haalden de slachtoffers vanonder het puin. Vele dodelijke slachtoffers waren enorm gehavend, maar ook heel wat zwaar gewonden werden verminkt voor het leven.
Niet alleen de fabrieksgebouwen van de P.R.B. – rondom de plaats van de ramp – maar ook de aanpalende zinkfabriek van de SA Des Mines et Fondreries de Zinc de la Vieille-Montagne liepen enorm schade op door de ontploffing. De nabijgelegen fabriekswoningen, de school en het hospitaal van Balen-Wezel liepen eveneens zware beschadigingen op aan de daken en ramen. Naast de enorme materiële schade, was er ook een zware menselijke tol betaald... Maar liefst 23 werklieden kwamen die dag om het leven.
De ramp van 3 december 1942 kreeg weerslag in de lokale kranten. Het Kempisch Weekblad van 12 december 1942 rapporteerde als volgt:
“Ontzettende ontploffing te Balen-Wezel
Het Kempenland is andermaal het schouwtoneel geweest van een geweldige ontploffingsramp die het land in rouw gedompeld heeft.
Op 3 dezer heeft zich, waarschijnlijk door overhitting, een explosie voorgedaan, die kort daarop door een tweede gevolgd werd.
Ongeveer 23 doode slachtoffers werden tot op heden geïdentificeerd, maar er zijn nog talrijke vermisten, en een veertigtal zwaar gewonden worden in het ziekenhuis van Mol verpleegd.
De hr. Gouverneur Wildiers heeft de plaats van het ongeluk bezocht, de doode slachtoffers gegroet, e, besprekingen ingezet met het plaatselijk comité van Winterhulp, met het oog op onmiddellijke hulpverleening aan de slachtoffers en hun gezinnen, en herstel van de beschadigde arbeiderswoningen.”
In navolging van het bezoek van gouverneur Frans Wildiers kwam er een oproep van het lokale comité van Winterhulp om milde giften te doen voor de slachtoffers van de ramp.
Maar ook de lokale verenigingen, zoals de voetbalclubs Balen S.K., Mol Sport, Reysberg Sport en V.V. Rauw, betuigden hun steun aan de slachtoffers van de ramp.
Er ontstonden tevens twee afdelingen tijdens de bezetting. Eén afdeling bleef onder Belgisch bestuur en had als taak springstoffen voor burgerlijk nut aan te maken. Vanuit de P.R.B.-fabriek vertrokken wekelijks transporten naar de steenkoolmijnen in Wallonië. De actieve mijnen hadden namelijk springstoffen nodig om de grondstoflagen bloot te leggen en te kunnen ontginnen. De steenkool uit de Limburgse en Waalse bekkens waren erg gegeerd bij de Duitsers omdat die grondstoffen nodig waren voor de verdere uitbouw van de Duitse staal- en oorlogsindustrie.
De andere afdeling stond in voor de productie van militaire springstoffen zoals dynamiet en T.N.T. en kreeg een Duitse directeur, Meneer ‘Huk’. De gebouwen van het Duitse bedrijfsonderdeel werden opgeëist door de bezetter en ter beschikking gesteld aan het chemiebedrijf Josef Meissner uit Keulen.
De ramp van Balen-Wezel
Op 3 december 1942, rond 16.32u én vlak na een ploegenwissel, vonden er twee kleinere ontploffingen plaats in de T.N.T.-afdeling. Vlak daarna volgde een enorme ontploffing waarbij de hele T.N.T.-afdeling in de lucht vloog.
Reddingswerkers haalden de slachtoffers vanonder het puin. Vele dodelijke slachtoffers waren enorm gehavend, maar ook heel wat zwaar gewonden werden verminkt voor het leven.
Niet alleen de fabrieksgebouwen van de P.R.B. – rondom de plaats van de ramp – maar ook de aanpalende zinkfabriek van de SA Des Mines et Fondreries de Zinc de la Vieille-Montagne liepen enorm schade op door de ontploffing. De nabijgelegen fabriekswoningen, de school en het hospitaal van Balen-Wezel liepen eveneens zware beschadigingen op aan de daken en ramen. Naast de enorme materiële schade, was er ook een zware menselijke tol betaald... Maar liefst 23 werklieden kwamen die dag om het leven.
De ramp van 3 december 1942 kreeg weerslag in de lokale kranten. Het Kempisch Weekblad van 12 december 1942 rapporteerde als volgt:
“Ontzettende ontploffing te Balen-Wezel
Het Kempenland is andermaal het schouwtoneel geweest van een geweldige ontploffingsramp die het land in rouw gedompeld heeft.
Op 3 dezer heeft zich, waarschijnlijk door overhitting, een explosie voorgedaan, die kort daarop door een tweede gevolgd werd.
Ongeveer 23 doode slachtoffers werden tot op heden geïdentificeerd, maar er zijn nog talrijke vermisten, en een veertigtal zwaar gewonden worden in het ziekenhuis van Mol verpleegd.
De hr. Gouverneur Wildiers heeft de plaats van het ongeluk bezocht, de doode slachtoffers gegroet, e, besprekingen ingezet met het plaatselijk comité van Winterhulp, met het oog op onmiddellijke hulpverleening aan de slachtoffers en hun gezinnen, en herstel van de beschadigde arbeiderswoningen.”
In navolging van het bezoek van gouverneur Frans Wildiers kwam er een oproep van het lokale comité van Winterhulp om milde giften te doen voor de slachtoffers van de ramp.
Maar ook de lokale verenigingen, zoals de voetbalclubs Balen S.K., Mol Sport, Reysberg Sport en V.V. Rauw, betuigden hun steun aan de slachtoffers van de ramp.
Dodelijke slachtoffers van de ramp in Balen-Wezel
Ten gevolge van de ramp kwamen 23 personen om het leven. Op de begraafplaats van Wezel is nog steeds een gemeenschappelijk graf terug te vinden van enkele slachtoffers.
Ten gevolge van de ramp kwamen 23 personen om het leven. Op de begraafplaats van Wezel is nog steeds een gemeenschappelijk graf terug te vinden van enkele slachtoffers.
- BOGAERT Alfons - 33 jaar - Mol
- BOONEN Albert - 24 jaar - Lommel
- CEUSTERMANS Alfons - 29 jaar - Leopoldsburg
- COOLS Louis - 32 jaar - Mol-Wezel
- DE BOULLE Jozef - 45 jaar - Mol
- DORSSEMONT Alfons - 34 jaar - Lommel
- GOOTS Frans - 23 jaar - Dessel
- HINSCH Frans - 43 jaar - Antwerpen
- HOEYBERGHS Jozef - 47 jaar - Ans
- JANSSENS Jozef - 30 jaar - Olen
- MALLANTS Ferdinand - 39 jaar - Balen
- MOLS Ludovicus - 40 jaar - Herentals
- PHILIPSEN Victor - 28 jaar - Balen
- SAELEN Jozef - 30 jaar - Balen
- SIMONS Peter - 53 jaar - Balen
- SNOECKX Louis - 27 jaar - Balen
- SWERTS Jozef - 38 jaar - Balen
- THEYS Adolf - 57 jaar - Geel
- VAN DECRAEN Louis - 49 jaar - Balen
- VAN DE CRAEN Petrus - 30 jaar - Arendonk
- VAN HOOF Ferdinand - 27 jaar - Balen
- VAN RINTEL Frans - 20 jaar - Rijsel
- WILLEKENS Frans - 33 jaar – Balen
Het verhaal van Frans Victor Hinsch
Eén van de dodelijke slachtoffers van de ramp was Frans Victor Hinsch. Hij werd geboren in Antwerpen op 7 april 1899 en was de zoon van Jan Frans Hinsch en Maria Sofia Vandecraen. De vader van Frans werd geboren te Sick bij Papendorf in Pruisen en overleed op 20 juni 1899 in Balen. Omdat Jan Frans Hinsch Duitser was, kreeg ook zijn zoon Frans Victor dezelfde nationaliteit. Niet lang na de geboorte overleed zijn vader. Vanaf 1901 woonde hij, samen met moeder Maria Sofia Vandecraen, in bij zijn Balense grootouders. Vanaf dan volgt een bewogen leven, met maar liefst twee wereldoorlogen…
In december 1917 vluchtte hij samen met een groep Balense jongeren, via de Dodendraad, naar Nederland en hoopten zij zich te kunnen melden als Belgische oorlogsvrijwilliger. Door zijn Duitse nationaliteit moest Frans al snel zijn tocht staken en werd hij gescheiden van zijn vrienden. Na de oorlog keerde hij wel behouden terug naar Balen.
Op 9 januari 1923 huwde Frans Victor Hinsch met de Balense Maria ‘Marie’ Theresia Geuens. Zij kregen samen drie kinderen: Jeanne (°1923), Josephine (°1925) en Frans (°1933). Het gezin was tijdens de oorlog woonachtig in de Zandstraat te Balen.
Frans verdiende tijdens het Interbellum de kost als bediende en glasbewerker. Vlak voor de oorlog ging hij voor de P.R.B. werken, waar hij in 1938 werd aangenomen als opzichter in de T.N.T.-afdeling. Zijn contract uit 1938 bestaat nog steeds.
In mei 1940 sloeg hij, samen met nog tal van mannelijke dorpsgenoten, op de vlucht voor de invallende Duitsers. Uiteindelijk belandde Frans in het zuiden van Frankrijk. Tijdens zijn tocht hield hij nauwkeurig een dagboekje bij. Daarnaast stipte hij ook de route aan op kaarten, die hij uit kranten scheurde. Op 20 juli 1940 zond hij vanuit het Franse Villasavary nabij Carcassonne een briefkaart aan zijn vrouw en kinderen.
Liefste Marie en kinderen,
Dit om u te melden dat ik goed gezond ben en hoop in’t kort (zoohaast wij van de Duitsche Overheid toelating krijgen) naar huis kom. Er is met mij nog Alfons Vermeulen, Louis Van Hoof, Gerard Swartebroeck, Gust Bauwens en Jef Werelds.
Een flinke kus aan ons Fransken, Josephintje en Jeanneke met u erbij.
Tot ziens.
Vader
Op 24 juli 1940 startte de terugreis naar België en kwam Frans reeds tot in Vierzon. Het was dan nog een kwestie van dagen om terug thuis te geraken.
Eén van de dodelijke slachtoffers van de ramp was Frans Victor Hinsch. Hij werd geboren in Antwerpen op 7 april 1899 en was de zoon van Jan Frans Hinsch en Maria Sofia Vandecraen. De vader van Frans werd geboren te Sick bij Papendorf in Pruisen en overleed op 20 juni 1899 in Balen. Omdat Jan Frans Hinsch Duitser was, kreeg ook zijn zoon Frans Victor dezelfde nationaliteit. Niet lang na de geboorte overleed zijn vader. Vanaf 1901 woonde hij, samen met moeder Maria Sofia Vandecraen, in bij zijn Balense grootouders. Vanaf dan volgt een bewogen leven, met maar liefst twee wereldoorlogen…
In december 1917 vluchtte hij samen met een groep Balense jongeren, via de Dodendraad, naar Nederland en hoopten zij zich te kunnen melden als Belgische oorlogsvrijwilliger. Door zijn Duitse nationaliteit moest Frans al snel zijn tocht staken en werd hij gescheiden van zijn vrienden. Na de oorlog keerde hij wel behouden terug naar Balen.
Op 9 januari 1923 huwde Frans Victor Hinsch met de Balense Maria ‘Marie’ Theresia Geuens. Zij kregen samen drie kinderen: Jeanne (°1923), Josephine (°1925) en Frans (°1933). Het gezin was tijdens de oorlog woonachtig in de Zandstraat te Balen.
Frans verdiende tijdens het Interbellum de kost als bediende en glasbewerker. Vlak voor de oorlog ging hij voor de P.R.B. werken, waar hij in 1938 werd aangenomen als opzichter in de T.N.T.-afdeling. Zijn contract uit 1938 bestaat nog steeds.
In mei 1940 sloeg hij, samen met nog tal van mannelijke dorpsgenoten, op de vlucht voor de invallende Duitsers. Uiteindelijk belandde Frans in het zuiden van Frankrijk. Tijdens zijn tocht hield hij nauwkeurig een dagboekje bij. Daarnaast stipte hij ook de route aan op kaarten, die hij uit kranten scheurde. Op 20 juli 1940 zond hij vanuit het Franse Villasavary nabij Carcassonne een briefkaart aan zijn vrouw en kinderen.
Liefste Marie en kinderen,
Dit om u te melden dat ik goed gezond ben en hoop in’t kort (zoohaast wij van de Duitsche Overheid toelating krijgen) naar huis kom. Er is met mij nog Alfons Vermeulen, Louis Van Hoof, Gerard Swartebroeck, Gust Bauwens en Jef Werelds.
Een flinke kus aan ons Fransken, Josephintje en Jeanneke met u erbij.
Tot ziens.
Vader
Op 24 juli 1940 startte de terugreis naar België en kwam Frans reeds tot in Vierzon. Het was dan nog een kwestie van dagen om terug thuis te geraken.
Eens terug in het bezette Balen ging het leven weer zijn gewone gang. Toen de werkzaamheden in de P.R.B. terug opstartten, weigerden heel wat werknemers – zowel arbeiders als leidinggevenden – hun taken verder te zetten in de Duitse afdeling van de onderneming. De Belgische afdeling was immers veiliger en door het weghalen van alle kennis en kunde, dachten de werknemers de Duitse afdeling minder productief te maken. Frans Hinsch ging vervolgens in de Belgische afdeling aan de slag. Toen de Duitsers dreigden met verplichte tewerkstelling in Duitsland, keerden heel wat werknemers noodgedwongen terug naar hun voormalige posten. Zo ook Frans.
Door de oorlogsomstandigheden vormde de Duitse nationaliteit van Frans Hinsch een persoonlijk euvel. Hij beschouwde zichzelf als Balenaar en deed er dan ook alles aan om de nationaliteit van zijn kinderen te laten wijzigen in die van Belg. Uiteindelijk zou hij daar – postuum – in slagen.
De dochter van Frans, Josephine Hinsch (°1925), maakte alles mee als tiener en vertelde het volgende over de gebeurtenissen van 3 december 1942:
“In 1938 ging vader werken voor de P.R.B. Hij begon als opzichter in de T.N.T-afdeling. Er werd toen net een nieuwe afdeling ingericht. De gebouwen werden gezet door een Herentalse aannemer, die nadien ook nog een villa bouwde in Mol-Gompel.
Vader ging pas voor het door de Duitsers gecontroleerde deel werken toen ze ermee dreigden om hem naar Duitsland te voeren als arbeider. Toen ging hij terug aan de slag binnen de T.N.T.-afdeling.
De fabriek was nog niet helemaal aan het werk, toen de ramp gebeurde. De baas van het Duitse gedeelte – Meneer ‘Huk’ – was die dag speciaal naar Brussel om enkele Duitsers op te halen die de fabriek in gang moesten zetten.
Op 3 december 1942 was vader een inventaris aan het opmaken, samen met een Duitser. Na twee kleine ontploffingen, liep hij naar de fabriek om hulp te bieden. Bij de grote ontploffing die volgde, stond hij aan de buitendeur van het gebouw. In eerste instantie bleef hij vermist en dachten we allemaal dat hij nooit meer zou worden teruggevonden. Pas drie dagen later heeft de brandweer hem gevonden. Hij lag onder de zware deur van het gebouw waar hij de stock aan het tellen was. We hebben hem niet meer te zien gekregen. Alleen zijn zwaar beschadigde identiteitskaart kregen we terug.
Ook mijn zuster Jeanne was vlakbij toen de ramp gebeurde. Ze hielp in het huishouden van Lekander, de Zweedse directeur van de P.R.B. Zij raakte gewond door rondvliegend glas. Onmiddellijk na de ontploffing probeerde ze ter plaatse te gaan, maar ze hielden haar tegen.
Ikzelf was die dag thuis met ons moeder. Toen we werden opgeschrikt door de ontploffing zei ze direct: “Dat is de Poeier. We zien ons vader nooit meer terug...” En ze heeft gelijk gekregen. Ons gezin heeft zwaar geleden door de ramp. Vooral moeder heeft afgezien door de gebeurtenis en lag sindsdien hele nachten wakker. Ze sliep niet veel meer en ze heeft haar kruis gedragen. Moeder is ook nooit meer hertrouwd. Ondanks het verlies van mijn vader, hebben wij altijd goede ouders gehad. Ook ons moeder zorgde goed voor ons.
Mijn vader was niet het enige slachtoffer binnen de familie. Ook een kozijn van vader, Ferdinand Van Hoof, kwam daar om het leven. En dan was er ook nog Louis Snoekx, de verloofde van een nicht van vader. Dat was ook een van de dodelijke slachtoffers.
Na de ramp kreeg moeder nog wel het bezoek van Meneer ‘Huk’. Hij vertelde toen over zijn reis naar Brussel op de dag van de ramp. Als hij toen in Balen was geweest, had hij zeker de kogel gekregen, vertelde hij. De man was er van overtuigd dat het om sabotage ging. Maar indien dat was uitgekomen, zo zei hij, waren er wellicht nog veel meer doden gevallen.”
Werd er die bewuste dag een menselijke fout gemaakt? Werden de veiligheidsvoorschriften niet nauwkeurig genoeg nageleefd? Of was er dan toch sabotage in het spel? 3 december 1942 is en blijft in iedere geval één van de meest tragische dagen uit de Balense en Wezelse geschiedenis.
Door de oorlogsomstandigheden vormde de Duitse nationaliteit van Frans Hinsch een persoonlijk euvel. Hij beschouwde zichzelf als Balenaar en deed er dan ook alles aan om de nationaliteit van zijn kinderen te laten wijzigen in die van Belg. Uiteindelijk zou hij daar – postuum – in slagen.
De dochter van Frans, Josephine Hinsch (°1925), maakte alles mee als tiener en vertelde het volgende over de gebeurtenissen van 3 december 1942:
“In 1938 ging vader werken voor de P.R.B. Hij begon als opzichter in de T.N.T-afdeling. Er werd toen net een nieuwe afdeling ingericht. De gebouwen werden gezet door een Herentalse aannemer, die nadien ook nog een villa bouwde in Mol-Gompel.
Vader ging pas voor het door de Duitsers gecontroleerde deel werken toen ze ermee dreigden om hem naar Duitsland te voeren als arbeider. Toen ging hij terug aan de slag binnen de T.N.T.-afdeling.
De fabriek was nog niet helemaal aan het werk, toen de ramp gebeurde. De baas van het Duitse gedeelte – Meneer ‘Huk’ – was die dag speciaal naar Brussel om enkele Duitsers op te halen die de fabriek in gang moesten zetten.
Op 3 december 1942 was vader een inventaris aan het opmaken, samen met een Duitser. Na twee kleine ontploffingen, liep hij naar de fabriek om hulp te bieden. Bij de grote ontploffing die volgde, stond hij aan de buitendeur van het gebouw. In eerste instantie bleef hij vermist en dachten we allemaal dat hij nooit meer zou worden teruggevonden. Pas drie dagen later heeft de brandweer hem gevonden. Hij lag onder de zware deur van het gebouw waar hij de stock aan het tellen was. We hebben hem niet meer te zien gekregen. Alleen zijn zwaar beschadigde identiteitskaart kregen we terug.
Ook mijn zuster Jeanne was vlakbij toen de ramp gebeurde. Ze hielp in het huishouden van Lekander, de Zweedse directeur van de P.R.B. Zij raakte gewond door rondvliegend glas. Onmiddellijk na de ontploffing probeerde ze ter plaatse te gaan, maar ze hielden haar tegen.
Ikzelf was die dag thuis met ons moeder. Toen we werden opgeschrikt door de ontploffing zei ze direct: “Dat is de Poeier. We zien ons vader nooit meer terug...” En ze heeft gelijk gekregen. Ons gezin heeft zwaar geleden door de ramp. Vooral moeder heeft afgezien door de gebeurtenis en lag sindsdien hele nachten wakker. Ze sliep niet veel meer en ze heeft haar kruis gedragen. Moeder is ook nooit meer hertrouwd. Ondanks het verlies van mijn vader, hebben wij altijd goede ouders gehad. Ook ons moeder zorgde goed voor ons.
Mijn vader was niet het enige slachtoffer binnen de familie. Ook een kozijn van vader, Ferdinand Van Hoof, kwam daar om het leven. En dan was er ook nog Louis Snoekx, de verloofde van een nicht van vader. Dat was ook een van de dodelijke slachtoffers.
Na de ramp kreeg moeder nog wel het bezoek van Meneer ‘Huk’. Hij vertelde toen over zijn reis naar Brussel op de dag van de ramp. Als hij toen in Balen was geweest, had hij zeker de kogel gekregen, vertelde hij. De man was er van overtuigd dat het om sabotage ging. Maar indien dat was uitgekomen, zo zei hij, waren er wellicht nog veel meer doden gevallen.”
Werd er die bewuste dag een menselijke fout gemaakt? Werden de veiligheidsvoorschriften niet nauwkeurig genoeg nageleefd? Of was er dan toch sabotage in het spel? 3 december 1942 is en blijft in iedere geval één van de meest tragische dagen uit de Balense en Wezelse geschiedenis.
Dankwoord
Een enorm woord van dank aan de familie Hinsch en dochter Josephine voor de schenking van de persoonlijke documenten van Frans Hinsch en de talrijke interviews. Opdat wij - en de komende generaties - de slachtoffers van de ramp te Balen-Wezel nooit zullen vergeten. We Will remember them…
Bronnen
Een enorm woord van dank aan de familie Hinsch en dochter Josephine voor de schenking van de persoonlijke documenten van Frans Hinsch en de talrijke interviews. Opdat wij - en de komende generaties - de slachtoffers van de ramp te Balen-Wezel nooit zullen vergeten. We Will remember them…
Bronnen
- BALEN, Archief Frans Hinsch.
- BALEN, Collectie bidprentjes Balen Bevrijd.
- BALEN, Prentkaartcollectie Erfgoed Balen.
- BERCKMANS, V. en VER BRUGGEN, M., ‘De ontploffing van de P.R.B. in 1942’, Tijdschrift Heemkring Balen, 68 (1996), 34-56.
- DIERCKX, B. en VANLEEUWEN, T., Plichtsbewust of verplicht?!, Bijzondere Wachtkorpsen in Balen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Balen, 2018.
- DIERCKX, R., MENS, L., MICHIELS, J. en VERMEULEN, R., 100 jaar Brandweer Balen, Balen, 1997.
- Interviews Bram Dierckx – Josephine Hinsch, 2017-2018-2019.
- Kempense Krantenbank, 2019 (www.kempensekranten.be).
- Kempisch Weekblad, (12 december 1942, 19 december 1942, 16 januari 1943 en 15 mei 1943).
- Online prentkaartcollectie Erfgoed Balen, 2019 (www.erfgoedplus.be).
- ‘Ontzettende ontploffing te Balen-Wezel’, Kempisch Weekblad, (12 december 1942).
- PAUWELS, L., ‘De Poeier’, Van Weselo tot Wezel’, Mol, 1998, 588-596.
- PAUWELS, L., ‘Vorstelijk bezoek in Balen Wezel’, Jaarboek Erfgoed Balen, 18 (2019), 175-185.
- VAN CLEMEN, S, ‘Ontploffing in dynamietfabriek eiste zware tol’, Gazet van Antwerpen, (4 december 2018), 20-21.