September 2017
Het Object van de Maand September 2017 belicht enkele artefacten die betrekking hebben op het 2nd Battalion van de Argyll & Sutherland Highlanders (ASH). Die eenheid maakte onderdeel uit van de 15th Scottish Infantry Division en was actief in onze streek tussen 13 en 21 september 1944. De manschappen leverden tijdens die periode o.a. strijd in Mol-Donk en Geel ten Aard.
1. De persoonlijke documenten van een soldaat binnen het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders
De Schot Samuel Napier werd geboren op 25 mei 1919 en was loodgieter van beroep. Hij was gehuwd en woonde voor de oorlog in 94 South Drive in het dorp Inverness (Schotland). Sam Napier was aangesloten bij de Ancient Free Gardeners en kreeg lidnummer 450/24.
Hij trad in dienst bij het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders in Perth (Schotland) op 11 december 1941. Sam Napier kreeg Army Number 2992954. Hij was soldaat (private) in een Mortar Platoon van de eenheid, samen met zijn strijdmakkers Eddie Burke, Josh Walsh (uit Walthamstow London) en Andrew ‘Andy’ McDougall (uit Glasgow).
De Schot Samuel Napier werd geboren op 25 mei 1919 en was loodgieter van beroep. Hij was gehuwd en woonde voor de oorlog in 94 South Drive in het dorp Inverness (Schotland). Sam Napier was aangesloten bij de Ancient Free Gardeners en kreeg lidnummer 450/24.
Hij trad in dienst bij het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders in Perth (Schotland) op 11 december 1941. Sam Napier kreeg Army Number 2992954. Hij was soldaat (private) in een Mortar Platoon van de eenheid, samen met zijn strijdmakkers Eddie Burke, Josh Walsh (uit Walthamstow London) en Andrew ‘Andy’ McDougall (uit Glasgow).
Na zijn indiensttreding doorliep Samual Napier een aantal militaire opleidingen en cursussen. Zo volgde hij 8 weken rijlessen; doorliep hij twee gasproeven en nam hij deel aan de schietoefeningen op bataljonsniveau. Daarnaast kreeg hij ook tal van vaccinaties voor o.a. tetanus en tyfus.
In het Soldier’s service and Pay Book van Samuel Napier werden ook zijn persoonlijke uitrustings- en uniformstukken beschreven. Zo verkreeg hij van het leger de volgende zaken: een set webbing anklets (beenstukken); een battle dress uniformvest; een paar ankle boots (bottines); een muts en helm; een greatcoat (overjas); een stel canvas schoenen en een battle dress broek.
Op 8 maart 1944 kreeg hij 10 dagen verlof. De volgende verlofperiode ging pas in op 2 september 1945. Hij was dus zeker één van de mannen die actief waren binnen onze regio in september 1944.
In het Soldier’s service and Pay Book van Samuel Napier werden ook zijn persoonlijke uitrustings- en uniformstukken beschreven. Zo verkreeg hij van het leger de volgende zaken: een set webbing anklets (beenstukken); een battle dress uniformvest; een paar ankle boots (bottines); een muts en helm; een greatcoat (overjas); een stel canvas schoenen en een battle dress broek.
Op 8 maart 1944 kreeg hij 10 dagen verlof. De volgende verlofperiode ging pas in op 2 september 1945. Hij was dus zeker één van de mannen die actief waren binnen onze regio in september 1944.
2. Het oorlogsdagboek van het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders (13-21 September 1944)
In september 1944 maakte het 2nd Battalion Argyll and Sutherland Highlanders deel uit van de 227th Infantry Brigade, één van de drie brigades die samen de 15th Scottish Infantry Division vormden. Daarnaast bestond de 227th Brigade uit het 10th Battalion Highland Light Infantry (HLI) en het 2nd Battalion Gordon Highlanders.
Op 13 september 1944 kreeg de 227th Brigade de opdracht om de posities van de 50th Northumbrian Division over te nemen nabij het bruggenhoofd aan het Albertkanaal nabij Geel-Stelen. Omdat de Duitsers die dag de stellingen aan het Albertkanaal verlieten en zich terugtrokken achter het Kempisch Kanaal, kreeg de brigade nieuwe objectieven. Het 2nd Bn. Gordon Highlanders werd uitgezonden naar Meerhout, het 10th Bn. HLI naar Mol-Centrum en het 2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders (ASH) naar Mol-Donk.
Tegen 18.00u waren de troepen van het 2nd Bn. ASH erin geslaagd om het Albertkanaal bij Geel-Stelen over te steken en vervolgens op te rukken in de richting van Mol. Het objectief van die eenheid was de brug van Mol-Donk bereiken en vrijwaren van vernieling. Tegen 19.30u kon de brug inderdaad worden bereikt, maar die was omstreeks 16.00u reeds vernietigd door de Duitsers. De Highlanders kwamen meteen onder vuur te liggen en waren genoodzaakt om post te vatten bij de brug langs de hoofdwegen, wachtende op nieuwe orders. Aan de overzijde van het Kempisch Kanaal werd nabij een woning op Dessels grondgebied een Duits 88mm kanon waargenomen. Het hoofdkwartier van het 2nd Bn. ASH werd die avond geïnstalleerd in Mol-Achterbos.
Op 14 september werden in de voormiddag enkele patrouilles uitgestuurd. Omdat er geen direct contact werd gemaakt met de vijand aan de overzijde van het kanaal, werden de patrouilles stopgezet. Het Duitse 88mm kanon werd gelokaliseerd en goed in het oog gehouden. Die dag werd opnieuw gewacht op verdere bevelen, net zoals op 15 september. Om de posities van het 2nd Bn. ASH te versterken, werden ook kleinere eenheden van het 1st Bn. Middlesex Regiment naar Mol-Donk gestuurd. De troepen van het Middlesex Regiment waren gespecialiseerd in machinegeweren en kregen om die reden vaak een ondersteunende functie bij andere eenheden.
Rond 15.10u vatte, op 15 september 1944, een vuurgevecht aan tussen een kleine groep Duitsers en de A Company van het 2nd Bn. ASH. Eén van de Duisters werd daarbij ofwel gewond ofwel gedood. Daarna startte hevig artillerievuur op de stellingen van de Highlanders. Vooral de troepen van C Company, die zich hadden opgesteld rondom de glasfabriek en de elektriciteitscentrale, kreeg het hard te verduren. Die Company had eveneens een observatiepost geïnstalleerd in een schoorsteen van de elektriciteitscentrale. De Duitsers kregen de observatiepost in de gaten en openden zeer accuraat het vuur op de schouwpijp. Van de 15 schoten, miste slechts 1 het doel. Het doelwit kwam zwaar gehavend uit de strijd, maar bleef als bij wonder wel rechtstaan.
In september 1944 maakte het 2nd Battalion Argyll and Sutherland Highlanders deel uit van de 227th Infantry Brigade, één van de drie brigades die samen de 15th Scottish Infantry Division vormden. Daarnaast bestond de 227th Brigade uit het 10th Battalion Highland Light Infantry (HLI) en het 2nd Battalion Gordon Highlanders.
Op 13 september 1944 kreeg de 227th Brigade de opdracht om de posities van de 50th Northumbrian Division over te nemen nabij het bruggenhoofd aan het Albertkanaal nabij Geel-Stelen. Omdat de Duitsers die dag de stellingen aan het Albertkanaal verlieten en zich terugtrokken achter het Kempisch Kanaal, kreeg de brigade nieuwe objectieven. Het 2nd Bn. Gordon Highlanders werd uitgezonden naar Meerhout, het 10th Bn. HLI naar Mol-Centrum en het 2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders (ASH) naar Mol-Donk.
Tegen 18.00u waren de troepen van het 2nd Bn. ASH erin geslaagd om het Albertkanaal bij Geel-Stelen over te steken en vervolgens op te rukken in de richting van Mol. Het objectief van die eenheid was de brug van Mol-Donk bereiken en vrijwaren van vernieling. Tegen 19.30u kon de brug inderdaad worden bereikt, maar die was omstreeks 16.00u reeds vernietigd door de Duitsers. De Highlanders kwamen meteen onder vuur te liggen en waren genoodzaakt om post te vatten bij de brug langs de hoofdwegen, wachtende op nieuwe orders. Aan de overzijde van het Kempisch Kanaal werd nabij een woning op Dessels grondgebied een Duits 88mm kanon waargenomen. Het hoofdkwartier van het 2nd Bn. ASH werd die avond geïnstalleerd in Mol-Achterbos.
Op 14 september werden in de voormiddag enkele patrouilles uitgestuurd. Omdat er geen direct contact werd gemaakt met de vijand aan de overzijde van het kanaal, werden de patrouilles stopgezet. Het Duitse 88mm kanon werd gelokaliseerd en goed in het oog gehouden. Die dag werd opnieuw gewacht op verdere bevelen, net zoals op 15 september. Om de posities van het 2nd Bn. ASH te versterken, werden ook kleinere eenheden van het 1st Bn. Middlesex Regiment naar Mol-Donk gestuurd. De troepen van het Middlesex Regiment waren gespecialiseerd in machinegeweren en kregen om die reden vaak een ondersteunende functie bij andere eenheden.
Rond 15.10u vatte, op 15 september 1944, een vuurgevecht aan tussen een kleine groep Duitsers en de A Company van het 2nd Bn. ASH. Eén van de Duisters werd daarbij ofwel gewond ofwel gedood. Daarna startte hevig artillerievuur op de stellingen van de Highlanders. Vooral de troepen van C Company, die zich hadden opgesteld rondom de glasfabriek en de elektriciteitscentrale, kreeg het hard te verduren. Die Company had eveneens een observatiepost geïnstalleerd in een schoorsteen van de elektriciteitscentrale. De Duitsers kregen de observatiepost in de gaten en openden zeer accuraat het vuur op de schouwpijp. Van de 15 schoten, miste slechts 1 het doel. Het doelwit kwam zwaar gehavend uit de strijd, maar bleef als bij wonder wel rechtstaan.
Rond 19.00u diezelfde dag kregen de troepen van het 2nd Bn. ASH orders om zich klaar te maken voor de oversteek van het kanaal. Op 16 september 1944 planden de geallieerden een ultieme aanval om uit het bruggenhoofd bij Geel ten Aard door te breken.
Daarnaast moest er ook bij Sas 6 een doorbraak worden geforceerd door het 2nd Bn. Gordon Highlanders, ondersteund door o.a. troepen van het 10th Bn. Highland Light Infantry en het 2nd Bn. ASH. Het opzet van de actie was als volgt: het 2nd Bn. Gordon Highlanders moest de oversteek maken en het bruggenhoofd beveiligen, de troepen van het 10th Bn. HLI moesten vanuit het bruggenhoofd optrekken naar Dessel en het 2nd. Bn ASH moest oprukken naar het oosten van Dessel en de zone tussen het dorp en het kanaal bezetten.
Omstreeks 02.30u, op 16 september 1944, kwam het uiteindelijke bevel om op te rukken. Na het bestuderen van bijkomende luchtfoto's bleek echter dat de kaarten die de Schotten gebruikten reeds verouderd waren en er op de geplande positie van de aanval niet één, maar wel twee kanalen moesten worden overgestoken. Omstreeks 06.00u trachtten de eerste troepen van het 2nd Bn. Gordon Highlanders het eerste kanaal over te steken door middel van vlotten en planken. Zij werden daarbij ook geholpen door lokale schippersfamilies. De oversteek van de Gordons bij het (tweede) Kempisch Kanaal en Sas 6 werd al snel teruggeslagen door scherpschutters en hevig Duits machinegeweer- en mortiervuur. De Duitsers verwachtten namelijk een aanval via dat punt en stelden machinegeweren op die de omgeving van de sluis volledig onder vuur konden nemen. De Duitse opponenten waren dan ook niet van de minsten. De stellingen aan de noordelijke zijde van het kanaal werden namelijk bewaakt door het I/SS-Grenadier-Regiment Landsturm Nederland. De eerste Schotse manschappen die de voetgangersbrug bij Sas 6 probeerden over te steken, liepen dan ook recht in een hinderlaag. Daarbij kwamen zes mannen van het 2nd Bn. Gordon Highlanders om het leven.
Daarnaast moest er ook bij Sas 6 een doorbraak worden geforceerd door het 2nd Bn. Gordon Highlanders, ondersteund door o.a. troepen van het 10th Bn. Highland Light Infantry en het 2nd Bn. ASH. Het opzet van de actie was als volgt: het 2nd Bn. Gordon Highlanders moest de oversteek maken en het bruggenhoofd beveiligen, de troepen van het 10th Bn. HLI moesten vanuit het bruggenhoofd optrekken naar Dessel en het 2nd. Bn ASH moest oprukken naar het oosten van Dessel en de zone tussen het dorp en het kanaal bezetten.
Omstreeks 02.30u, op 16 september 1944, kwam het uiteindelijke bevel om op te rukken. Na het bestuderen van bijkomende luchtfoto's bleek echter dat de kaarten die de Schotten gebruikten reeds verouderd waren en er op de geplande positie van de aanval niet één, maar wel twee kanalen moesten worden overgestoken. Omstreeks 06.00u trachtten de eerste troepen van het 2nd Bn. Gordon Highlanders het eerste kanaal over te steken door middel van vlotten en planken. Zij werden daarbij ook geholpen door lokale schippersfamilies. De oversteek van de Gordons bij het (tweede) Kempisch Kanaal en Sas 6 werd al snel teruggeslagen door scherpschutters en hevig Duits machinegeweer- en mortiervuur. De Duitsers verwachtten namelijk een aanval via dat punt en stelden machinegeweren op die de omgeving van de sluis volledig onder vuur konden nemen. De Duitse opponenten waren dan ook niet van de minsten. De stellingen aan de noordelijke zijde van het kanaal werden namelijk bewaakt door het I/SS-Grenadier-Regiment Landsturm Nederland. De eerste Schotse manschappen die de voetgangersbrug bij Sas 6 probeerden over te steken, liepen dan ook recht in een hinderlaag. Daarbij kwamen zes mannen van het 2nd Bn. Gordon Highlanders om het leven.
Door de felle Duitse weerstand annuleerde de 227th Infantry Brigade de aanvalspoging uiteindelijk. Het 2nd Bn. ASH keerde rond 10.30u al terug naar de oude posities nabij de brug van Mol-Donk. Diezelfde dag kwamen er reeds nieuwe orders. De troepen moesten zich klaar maken om zich te begeven naar de sector van de 44th Brigade.
Op 17 september 1944 werden de troepen verlegd naar Geel en kreeg het 2nd Bn. ASH het bevel om zich naar het bruggenhoofd van Geel ten Aard te begeven. Tegen 23.30u namen zij de posities van de Royal Scottish Fussiliers in. (Zie ook Object van de Maand Maart 2017.) Op die posities bleef het bataljon tot in de late avond van 20 september 1944. Omstreeks 23.50u verliet de laatste man van het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders het bruggenhoofd van Geel ten Aard.
De troepen trokken zich op 21 september 1944 terug achter de frontlijn, ten zuiden van Geel. De mannen van het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders konden daar voor het eerst bekomen van de strijd aan het Kempisch Kanaal. De soldaten kregen de kans om een bad te nemen, genoten van wat rust en kregen ook propere kleren. Normaal gezien was er een periode van vier dagen rust voorzien. Die plannen wijzigden echter snel. Een dag later trokken de troepen reeds op in de richting van Meerveldhoven nabij Eindhoven (Nederland). De 227th Brigade kwam eveneens onder het commando van de 7th Armoured Division te staan.
Tijdens de strijd in de Kempen werd het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders getroffen door zware verliezen in de rangen. Vooral de strijd bij Geel ten Aard had verregaande gevolgen voor de eenheid met trieste hoogtepunten op 18, 19 en 20 september 1944. Naast de vele gewonden, vielen er een kleine twintig doden te betreuren binnen het bataljon. Thans liggen er 13 (geïdentificeerde) dodelijke slachtoffers van het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders begraven op de militaire oorlogsbegraafplaatsen in Geel en Kasterlee.
3. Lijst van omgekomen soldaten uit het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders – September 1944
De volgende personen uit het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders kwamen om het leven tijdens de strijd aan het Kempisch Kanaal. Hun laatste rustplaatsen zijn heden terug te vinden op Geel War Cemetery (5 personen) en Kasterlee War Cemetery (8 personen). De graven liggen telkens in blokken van vier of vijf naast elkaar.
Op 17 september 1944 werden de troepen verlegd naar Geel en kreeg het 2nd Bn. ASH het bevel om zich naar het bruggenhoofd van Geel ten Aard te begeven. Tegen 23.30u namen zij de posities van de Royal Scottish Fussiliers in. (Zie ook Object van de Maand Maart 2017.) Op die posities bleef het bataljon tot in de late avond van 20 september 1944. Omstreeks 23.50u verliet de laatste man van het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders het bruggenhoofd van Geel ten Aard.
De troepen trokken zich op 21 september 1944 terug achter de frontlijn, ten zuiden van Geel. De mannen van het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders konden daar voor het eerst bekomen van de strijd aan het Kempisch Kanaal. De soldaten kregen de kans om een bad te nemen, genoten van wat rust en kregen ook propere kleren. Normaal gezien was er een periode van vier dagen rust voorzien. Die plannen wijzigden echter snel. Een dag later trokken de troepen reeds op in de richting van Meerveldhoven nabij Eindhoven (Nederland). De 227th Brigade kwam eveneens onder het commando van de 7th Armoured Division te staan.
Tijdens de strijd in de Kempen werd het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders getroffen door zware verliezen in de rangen. Vooral de strijd bij Geel ten Aard had verregaande gevolgen voor de eenheid met trieste hoogtepunten op 18, 19 en 20 september 1944. Naast de vele gewonden, vielen er een kleine twintig doden te betreuren binnen het bataljon. Thans liggen er 13 (geïdentificeerde) dodelijke slachtoffers van het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders begraven op de militaire oorlogsbegraafplaatsen in Geel en Kasterlee.
3. Lijst van omgekomen soldaten uit het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders – September 1944
De volgende personen uit het 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders kwamen om het leven tijdens de strijd aan het Kempisch Kanaal. Hun laatste rustplaatsen zijn heden terug te vinden op Geel War Cemetery (5 personen) en Kasterlee War Cemetery (8 personen). De graven liggen telkens in blokken van vier of vijf naast elkaar.
ANDREWS Raymond Speed
24 jaar
Overleden op 18/09/1944
Corporal
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 957443
Oorspronkelijk begraven in een veldgraf langs de Steenweg Geel-Turnhout
Herbegraven op 23 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY I.E.6.
BAKER John
21 jaar
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 5774313
Oorspronkelijk begraven in een veldgraf nabij Geel ten Aard
Herbegraven op 25 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY I.E.9.
FINDLAY John
29 jaar
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Servie Number 2990323
Oorspronkelijk begraven in een tuin achter een huis in Geel ten Aard
Herbegraven op 20 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY II.E.3.
GARDNER Albert George
18 jaar
Overleden op 19/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 14707996
Oorspronkelijk begraven in een tuin achter een huis in Geel ten Aard
Herbegraven op 20 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY II.E.2.
GASKELL Robert
29 jaar
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 3526448
Oorspronkelijk begraven in een tuin achter een huis aan de noordelijke kanaaloever in Geel ten Aard
Herbegraven op 25 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY II.E.4.
KELLY Ronald
20 jaar
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 2993040
Oorspronkelijk begraven in een veldgraf nabij Geel ten Aard
Herbegraven op 21 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY II.E.1.
LEMMON Walter William
35 jaar
Overleden op 20/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 14592060
Oorspronkelijk begraven op de begraafplaats van het Psychiatrisch Hospitaal Geel
Herbegraven op 24 mei 1945
GEEL WAR CEMETERY I.C.17.
MORETON Laurence Leigh Erskine
Military Cross (London Gazette 21 december 1944)
Overleden op 19/09/1944
Major – Bevelhebber van B Company
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 174529
Oorspronkelijk begraven in een veldgraf aan de noordelijke zijde van het Maas-Scheldekanaal
Herbegraven op 21 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY I.E.8.
NEVILLE John Thomas
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 2980935
Oorspronkelijk begraven in een veldgraf aan de noordelijke zijde van het Maas-Scheldekanaal
Herbegraven op 21 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY I.E.7.
PATERSON Thomas
22 jaar
Overleden op 19/09/1944
Corporal
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 2992962
Oorspronkelijk begraven op de begraafplaats van het Psychiatrisch Hospitaal Geel
Herbegraven op 24 mei 1945
GEEL WAR CEMETERY I.C.15.
POOL Reginald Lionel
20 jaar
Overleden op 17/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 14002606
Oorspronkelijk begraven op de begraafplaats van het Psychiatrisch Hospitaal Geel
Herbegraven op 24 mei 1945
GEEL WAR CEMETERY I.C.19.
SCOTT James Robert Nisbet
20 jaar
Overleden op 19/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 14681292
Oorspronkelijk begraven op de begraafplaats van het Psychiatrisch Hospitaal Geel
Herbegraven op 24 mei 1945
GEEL WAR CEMETERY I.C.16.
WOTHERSPOON Alexander
37 jaar
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 14211309
Oorspronkelijk begraven op de begraafplaats van het Psychiatrisch Hospitaal Geel
Herbegraven op 24 mei 1945
GEEL WAR CEMETERY I.C.18.
Bronnen
BALEN, Archief- en documentatiemappen Werkgroep Balen Bevrijd.
BALEN, Foto’s graven 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders - Bram Dierckx.
Battle for the Locks, 2017 (www.battleforthelocks.be).
DIDDEN, J. en SWARTS, M., Autumn Gale / Herbst Sturm, 2013.
FREIBURG, Bundesarchiv, Kriegstagebücher, Kriegstagbuch LXXXVIII Armee Korps, september 1944.
GEEL, Stadsarchief Geel, Beeldbank en fotocollectie.
GEERINGS, G., Collin Brown, Zoektocht naar een klein meisje, Jaarboek VVG Mol, 10 (2016), 67-76.
‘Individual files’, Commonwealth War Graves Commission, (www.cwgc.org).
KEMSLEY, W. en RIESCO, R., The Scottish Lion on patrol, 1945.
LONDEN, National Archives, Grave Concentration Reports, Gheel British Cemetery, 1945.
LONDEN, National Archives, Grave Concentration Reports, Casterle British Cemetery, 1945.
LONDEN, National Archives, War diary 2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders, September 1944.
LONDEN, National Archives, War diary 2nd Bn. Gordon Highlanders, September 1944.
LONDEN, National Archives, War diary 10th Bn. Highland Light Infantry, September 1944.
LONDEN, National Archives, War diary HQ 44th, 46th and 227th Infantry Brigade, September 1944.
‘September 1944 - De bevrijdingsgevechten te Geel’, Jaarboek G.G.G., 39 (2004).
MARTIN, H.G., The history of the 15th Scottish Division 1939-1945, 1948.
24 jaar
Overleden op 18/09/1944
Corporal
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 957443
Oorspronkelijk begraven in een veldgraf langs de Steenweg Geel-Turnhout
Herbegraven op 23 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY I.E.6.
BAKER John
21 jaar
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 5774313
Oorspronkelijk begraven in een veldgraf nabij Geel ten Aard
Herbegraven op 25 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY I.E.9.
FINDLAY John
29 jaar
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Servie Number 2990323
Oorspronkelijk begraven in een tuin achter een huis in Geel ten Aard
Herbegraven op 20 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY II.E.3.
GARDNER Albert George
18 jaar
Overleden op 19/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 14707996
Oorspronkelijk begraven in een tuin achter een huis in Geel ten Aard
Herbegraven op 20 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY II.E.2.
GASKELL Robert
29 jaar
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 3526448
Oorspronkelijk begraven in een tuin achter een huis aan de noordelijke kanaaloever in Geel ten Aard
Herbegraven op 25 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY II.E.4.
KELLY Ronald
20 jaar
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 2993040
Oorspronkelijk begraven in een veldgraf nabij Geel ten Aard
Herbegraven op 21 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY II.E.1.
LEMMON Walter William
35 jaar
Overleden op 20/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 14592060
Oorspronkelijk begraven op de begraafplaats van het Psychiatrisch Hospitaal Geel
Herbegraven op 24 mei 1945
GEEL WAR CEMETERY I.C.17.
MORETON Laurence Leigh Erskine
Military Cross (London Gazette 21 december 1944)
Overleden op 19/09/1944
Major – Bevelhebber van B Company
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 174529
Oorspronkelijk begraven in een veldgraf aan de noordelijke zijde van het Maas-Scheldekanaal
Herbegraven op 21 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY I.E.8.
NEVILLE John Thomas
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 2980935
Oorspronkelijk begraven in een veldgraf aan de noordelijke zijde van het Maas-Scheldekanaal
Herbegraven op 21 juni 1945
KASTERLEE WAR CEMETERY I.E.7.
PATERSON Thomas
22 jaar
Overleden op 19/09/1944
Corporal
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 2992962
Oorspronkelijk begraven op de begraafplaats van het Psychiatrisch Hospitaal Geel
Herbegraven op 24 mei 1945
GEEL WAR CEMETERY I.C.15.
POOL Reginald Lionel
20 jaar
Overleden op 17/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 14002606
Oorspronkelijk begraven op de begraafplaats van het Psychiatrisch Hospitaal Geel
Herbegraven op 24 mei 1945
GEEL WAR CEMETERY I.C.19.
SCOTT James Robert Nisbet
20 jaar
Overleden op 19/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 14681292
Oorspronkelijk begraven op de begraafplaats van het Psychiatrisch Hospitaal Geel
Herbegraven op 24 mei 1945
GEEL WAR CEMETERY I.C.16.
WOTHERSPOON Alexander
37 jaar
Overleden op 18/09/1944
Private
2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders
Service Number 14211309
Oorspronkelijk begraven op de begraafplaats van het Psychiatrisch Hospitaal Geel
Herbegraven op 24 mei 1945
GEEL WAR CEMETERY I.C.18.
Bronnen
BALEN, Archief- en documentatiemappen Werkgroep Balen Bevrijd.
BALEN, Foto’s graven 2nd Bn. Argyll & Sutherland Highlanders - Bram Dierckx.
Battle for the Locks, 2017 (www.battleforthelocks.be).
DIDDEN, J. en SWARTS, M., Autumn Gale / Herbst Sturm, 2013.
FREIBURG, Bundesarchiv, Kriegstagebücher, Kriegstagbuch LXXXVIII Armee Korps, september 1944.
GEEL, Stadsarchief Geel, Beeldbank en fotocollectie.
GEERINGS, G., Collin Brown, Zoektocht naar een klein meisje, Jaarboek VVG Mol, 10 (2016), 67-76.
‘Individual files’, Commonwealth War Graves Commission, (www.cwgc.org).
KEMSLEY, W. en RIESCO, R., The Scottish Lion on patrol, 1945.
LONDEN, National Archives, Grave Concentration Reports, Gheel British Cemetery, 1945.
LONDEN, National Archives, Grave Concentration Reports, Casterle British Cemetery, 1945.
LONDEN, National Archives, War diary 2nd Bn. Argyll and Sutherland Highlanders, September 1944.
LONDEN, National Archives, War diary 2nd Bn. Gordon Highlanders, September 1944.
LONDEN, National Archives, War diary 10th Bn. Highland Light Infantry, September 1944.
LONDEN, National Archives, War diary HQ 44th, 46th and 227th Infantry Brigade, September 1944.
‘September 1944 - De bevrijdingsgevechten te Geel’, Jaarboek G.G.G., 39 (2004).
MARTIN, H.G., The history of the 15th Scottish Division 1939-1945, 1948.