September 2016
De maand september is voor Balen en Olmen ook wel bekend als de Bevrijdingsmaand. Om die reden staan deze maand enkele objecten van de Belgische bevrijdingstroepen in de kijker. De 1st Belgian Independant Brigade, beter bekend als ‘Brigade Piron', speelde een belangrijke rol tijdens de gevechten rondom Balen in september 1944. De Belgische troepen vallen in het bijzonder te linken aan de bevrijding van de gemeente Balen.
1. De Brigade Piron en de bevrijding van onze streek
In januari 1943 werd in het Verenigd Koninkrijk een onafhankelijke Belgische groepering opgericht bestaande uit oorlogsvrijwilligers die na de Belgische capitulatie in 1940, samen met de toenmalige Belgische regering, over het kanaal waren getrokken. Op 27 juli 1944 werd de Belgische groepering omgevormd tot een onafhankelijke Brigade, de 1st Belgian Independant Brigade ofwel Brigade Piron. Die laatste naam verwees naar de aanvoerder van de Belgische Brigade, namelijk Kolonel Jean-Baptiste Piron (1896-1974).
1. De Brigade Piron en de bevrijding van onze streek
In januari 1943 werd in het Verenigd Koninkrijk een onafhankelijke Belgische groepering opgericht bestaande uit oorlogsvrijwilligers die na de Belgische capitulatie in 1940, samen met de toenmalige Belgische regering, over het kanaal waren getrokken. Op 27 juli 1944 werd de Belgische groepering omgevormd tot een onafhankelijke Brigade, de 1st Belgian Independant Brigade ofwel Brigade Piron. Die laatste naam verwees naar de aanvoerder van de Belgische Brigade, namelijk Kolonel Jean-Baptiste Piron (1896-1974).
De Brigade zag voor het eerst actie tijdens de zomer van 1944 in Frankrijk – Normandië. Daar gingen de Belgische troepen op 8 augustus 1944 aan land. Vervolgens rukten zij aan de zijde van de geallieerde legers op tot aan de Belgische landsgrens. Op 2 september 1944 kreeg de Brigade orders om de Franse stad Arras in te nemen en zich bij de troepen van de Engelse Guards Armoured Division te voegen. Op 4 september 1944 trok de Belgische Brigade, samen met de Guards, Brussel binnen.
Op 11 september 1944 verliet de Brigade de Belgische hoofdstad met als doel de omgeving van Leopoldsburg in te nemen. In de vroege namiddag van die bewuste dag werd het Albertkanaal in Beringen reeds overgestoken. Het Pantsereskadron (Armoured Squadron) van de Belgische Brigade verkende vervolgens de wegen ten noorden van Leopoldsburg in de richting van Balen (Troop 3 van het pantsereskadron) en Kerkhoven (Troop 4 van het pantsereskadron). Het 3de Peloton van de Brigade Piron kreeg eveneens de opdracht om vanuit Leopoldsburg op te rukken naar Balen maar stuitte al snel op hevige Duitse weerstand aan de steenweg van Leopoldsburg naar Balen.
In de namiddag van 11 september 1944 kwam Troop 3 tegenover hevig Duits mitrailleurvuur te staan. Bij die confrontatie werd een Belgische pantserwagen uitgeschakeld door twee Duitse FLAK-kanonnen (88 mm) die stonden opgesteld aan de grens Balen-Leopoldsburg. Het voertuig met bijnaam ‘Dure à cuire’ van wagencommandant Marcel Bihay kreeg omstreeks 17.30u een voltreffer. De chauffeur en kanonnier kwamen daarbij om het leven. De wagencommandant werd zwaargewond uit het voertuig gehaald. Een monument in de nabijheid van de gemeentegrenzen Balen-Leopoldsburg herinnert vandaag nog steeds aan dat incident.
Op 11 september 1944 verliet de Brigade de Belgische hoofdstad met als doel de omgeving van Leopoldsburg in te nemen. In de vroege namiddag van die bewuste dag werd het Albertkanaal in Beringen reeds overgestoken. Het Pantsereskadron (Armoured Squadron) van de Belgische Brigade verkende vervolgens de wegen ten noorden van Leopoldsburg in de richting van Balen (Troop 3 van het pantsereskadron) en Kerkhoven (Troop 4 van het pantsereskadron). Het 3de Peloton van de Brigade Piron kreeg eveneens de opdracht om vanuit Leopoldsburg op te rukken naar Balen maar stuitte al snel op hevige Duitse weerstand aan de steenweg van Leopoldsburg naar Balen.
In de namiddag van 11 september 1944 kwam Troop 3 tegenover hevig Duits mitrailleurvuur te staan. Bij die confrontatie werd een Belgische pantserwagen uitgeschakeld door twee Duitse FLAK-kanonnen (88 mm) die stonden opgesteld aan de grens Balen-Leopoldsburg. Het voertuig met bijnaam ‘Dure à cuire’ van wagencommandant Marcel Bihay kreeg omstreeks 17.30u een voltreffer. De chauffeur en kanonnier kwamen daarbij om het leven. De wagencommandant werd zwaargewond uit het voertuig gehaald. Een monument in de nabijheid van de gemeentegrenzen Balen-Leopoldsburg herinnert vandaag nog steeds aan dat incident.
Bij de verkenningen en gevechten van 11 en 12 september 1944 lieten uiteindelijk vijf Belgische militairen het leven:
- Soldaat Benoot Marcel – 11-09-1944 – Pantsereskadron – Bestuurder van de pantserwagen die op de steenweg naar Balen werd uitgeschakeld.
- 1e Soldaat Simoen Lucien – 11-09-1944 – Pantsereskadron – Kanonnier en radio-operator van de pantserwagen die op de steenweg naar Balen werd uitgeschakeld.
- Soldaat Van Oppens Jozef – 11-09-1944 – 3de Eenheid – Omgekomen gedurende bombardement van zijn stelling.
- Sergeant Goetz Louis – 12-09-1944 – 3de Eenheid – Omgekomen tijdens een patrouille.
- Soldaat Martin Carlos – 12-09-1944 – 1ste Eenheid – Omgekomen tijdens gevechten.
Op 12 en 13 september 1944 stelden de Belgische troepen zich defensief op. De posities, zoals ingenomen op 11 september, wijzigden nauwelijks. Hoewel de zwaartepunten van de strijd in Geel en Hechtel lagen, bleven de Duitse troepen in Olmen en Balen hardnekkig weerstand bieden tegen de geallieerde opmars en dat tot in de vooravond van 13 september 1944. Het centrum van de toenmalige gemeente Olmen werd die avond reeds bevrijd door troepen van de 50th Northumbrian Division, met name door soldaten van het 1st Dorsetshire Regiment en het 2nd Devonshire Regiment, die vanuit Oostham en Kwaadmechelen doortrokken naar het noorden. De hoofdwegen naar Balen werden die dag ook al vluchtig verkend. De Duitsers stonden effectief met de rug tegen het Kempisch Kanaal en dreigden ingesloten te raken. Om een omsingeling te verhinderen, werd de enclave tussen de twee uitvalspoorten Geel en Hechtel in de nacht van 13 op 14 september in allerijl verlaten door de Duitsers. De invalswegen naar onze gemeente kwamen op die manier volledig open te liggen voor de geallieerden.
In de vroege ochtend (01.25u) van 14 september 1944 trok de Belgische Brigade verder in de richting van Balen-Schoor, waar de 1ste Gemotoriseerde Eenheid nog een Duitse soldaat krijgsgevangen nam. Na enkele aanvalspogingen in de richting van Balen-Centrum werd de Brigade aanvankelijk tot stilstand gebracht door mijnen nabij Schoor. Na dat eerste oponthoud trok de eenheid vervolgens door Schoor en Balen-Centrum in de richting van de Maat in Mol om een verkenningsopdracht uit te voeren. Op 14 september 1944 zond ook het 2nd Devonshire Regiment (50th Northumbrian Division) opnieuw patrouilles uit vanuit Olmen. Ditmaal trokken de Engelse universal carriers ofwel bren carriers (verkenningsvoertuigen) tot in Balen-Centrum alwaar de bevrijders feestelijk werden onthaald. Balen was bevrijd!
Tussen 14 en 16 september 1944 viel de strijd in en rond Balen min of meer stil en bereidden de aanwezige troepen zich voor op de intocht van Nederland en Operation Market Garden. Door de vooruitgeschoven troepen van Troop 1 (Pantsereskadron) werd op 16 september 1944 wel nog hevig strijd geleverd bij De Maat in Mol. Die dag lanceerden de Duitsers een tegenaanval nabij het kanaal (aan de huidige Baileybrug), waarbij de Belgische troepen heel wat moeite hadden om zich te ontzetten.
Op 17 september 1944 werd de Belgische Brigade overgeheveld naar het VIIIste Korps en een dag later volgde het bevel om op te rukken naar de Maas. De Belgische Brigade bezette vervolgens de streek tussen Peer en Bree, om eind september 1944 verder te trekken in de richting van Nederland en Duitsland.
2. Balen bevrijd! Soldaten van de Brigade Piron in het Centrum van Balen
Naar aanleiding van de tentoonstelling 'Balen tijdens de Tweede Wereldoorlog' in september 2014 kregen wij een bericht van mevrouw Josephine Hinsch. In de promotiecampagne van de expo werd namelijk een periodieke foto gebruikt, genomen in Balen tijdens de Bevrijdingsdagen van september 1944.
- Soldaat Benoot Marcel – 11-09-1944 – Pantsereskadron – Bestuurder van de pantserwagen die op de steenweg naar Balen werd uitgeschakeld.
- 1e Soldaat Simoen Lucien – 11-09-1944 – Pantsereskadron – Kanonnier en radio-operator van de pantserwagen die op de steenweg naar Balen werd uitgeschakeld.
- Soldaat Van Oppens Jozef – 11-09-1944 – 3de Eenheid – Omgekomen gedurende bombardement van zijn stelling.
- Sergeant Goetz Louis – 12-09-1944 – 3de Eenheid – Omgekomen tijdens een patrouille.
- Soldaat Martin Carlos – 12-09-1944 – 1ste Eenheid – Omgekomen tijdens gevechten.
Op 12 en 13 september 1944 stelden de Belgische troepen zich defensief op. De posities, zoals ingenomen op 11 september, wijzigden nauwelijks. Hoewel de zwaartepunten van de strijd in Geel en Hechtel lagen, bleven de Duitse troepen in Olmen en Balen hardnekkig weerstand bieden tegen de geallieerde opmars en dat tot in de vooravond van 13 september 1944. Het centrum van de toenmalige gemeente Olmen werd die avond reeds bevrijd door troepen van de 50th Northumbrian Division, met name door soldaten van het 1st Dorsetshire Regiment en het 2nd Devonshire Regiment, die vanuit Oostham en Kwaadmechelen doortrokken naar het noorden. De hoofdwegen naar Balen werden die dag ook al vluchtig verkend. De Duitsers stonden effectief met de rug tegen het Kempisch Kanaal en dreigden ingesloten te raken. Om een omsingeling te verhinderen, werd de enclave tussen de twee uitvalspoorten Geel en Hechtel in de nacht van 13 op 14 september in allerijl verlaten door de Duitsers. De invalswegen naar onze gemeente kwamen op die manier volledig open te liggen voor de geallieerden.
In de vroege ochtend (01.25u) van 14 september 1944 trok de Belgische Brigade verder in de richting van Balen-Schoor, waar de 1ste Gemotoriseerde Eenheid nog een Duitse soldaat krijgsgevangen nam. Na enkele aanvalspogingen in de richting van Balen-Centrum werd de Brigade aanvankelijk tot stilstand gebracht door mijnen nabij Schoor. Na dat eerste oponthoud trok de eenheid vervolgens door Schoor en Balen-Centrum in de richting van de Maat in Mol om een verkenningsopdracht uit te voeren. Op 14 september 1944 zond ook het 2nd Devonshire Regiment (50th Northumbrian Division) opnieuw patrouilles uit vanuit Olmen. Ditmaal trokken de Engelse universal carriers ofwel bren carriers (verkenningsvoertuigen) tot in Balen-Centrum alwaar de bevrijders feestelijk werden onthaald. Balen was bevrijd!
Tussen 14 en 16 september 1944 viel de strijd in en rond Balen min of meer stil en bereidden de aanwezige troepen zich voor op de intocht van Nederland en Operation Market Garden. Door de vooruitgeschoven troepen van Troop 1 (Pantsereskadron) werd op 16 september 1944 wel nog hevig strijd geleverd bij De Maat in Mol. Die dag lanceerden de Duitsers een tegenaanval nabij het kanaal (aan de huidige Baileybrug), waarbij de Belgische troepen heel wat moeite hadden om zich te ontzetten.
Op 17 september 1944 werd de Belgische Brigade overgeheveld naar het VIIIste Korps en een dag later volgde het bevel om op te rukken naar de Maas. De Belgische Brigade bezette vervolgens de streek tussen Peer en Bree, om eind september 1944 verder te trekken in de richting van Nederland en Duitsland.
2. Balen bevrijd! Soldaten van de Brigade Piron in het Centrum van Balen
Naar aanleiding van de tentoonstelling 'Balen tijdens de Tweede Wereldoorlog' in september 2014 kregen wij een bericht van mevrouw Josephine Hinsch. In de promotiecampagne van de expo werd namelijk een periodieke foto gebruikt, genomen in Balen tijdens de Bevrijdingsdagen van september 1944.
Een notitie op de achterzijde maakt duidelijk dat de foto werd genomen in de Zandstraat in Balen, meer bepaald tegen de gevel van toenmalig handelaar Stijn Block-Mariën. De achtergrond en context van het tijdsdocument waren tot op heden echter nauwelijks bekend. Maar al te graag werd dan ook ingegaan op het voorstel van Josephine om eens te komen luisteren naar wat zij te vertellen had over 'haar' foto. Josephine Hinsch werd geboren op 28 augustus 1925 in Balen en woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Zandstraat nr. 61 in Balen-Centrum. Die periode werd voor haar gekenmerkt door zowel droefheid als vreugde. In 1942 overleed haar vader, Frans Victor Hinsch. Samen met 22 andere arbeiders van de P.R.B. ofwel ‘de Poeier’ liet hij op 3 december 1942 het leven bij een zeer zware ontploffing in de dynamietfabriek
Ondanks het feit dat de oorlog diepe wonden sloeg in het gezin van Josephine, kan zij thans toch zeer gepassioneerd vertellen over de bezettingsjaren en vooral over de Bevrijdingsdagen. Zo was zij op een septemberdag in het jaar 1944 de fotografe en ‘maker’ van een uniek Balens tijdsdocument.
Als ooggetuige van die gebeurtenis laten we Josephine hierna graag zelf aan het woord.
“De foto is genomen tegen de zijgevel van Stijn Block. Het huis van de familie Block-Mariën was gelegen aan de hoek van de Kerkstraat met de Zandstraat. Ik herkende de foto direct en weet nog goed dat ik hem getrokken heb. Balen was toen al een paar dagen bevrijd. Ik denk een dag of twee, drie. De mannen op de foto waren Belgen, ingelijfd in Engeland. Het waren soldaten van de ‘Brigade Piron’.
De Belgische soldaten op de foto kwamen langs het Albertkanaal in Beringen naar Leopoldsburg en Immert. Zij lagen in een ‘canadabos’ vlak bij het huis van de gezusters Gypen. Of het nu op Balens grondgebied of in Leopoldsburg was, daar moet ik voor liegen. Het is daar net op de grens.
De zes mannen zijn te voet naar Balen gekomen. En ja, hoe gaat dat… Wij (Josephine en zuster Jeanne) waren jong en zijn dan maar met die jongens ‘op zwier’ gegaan. Het eerste wat zij deden, was klagen over de Engelsen. Daar konden zij niks goed over kwijt. De mannen hadden nog niks vers kunnen eten sinds ze in Engeland vertrokken waren en via Frankrijk naar België waren gekomen. Niks vers! Alles uit dozen! De mannen op de foto waren Walen en Vlamingen, dat weet ik nog. We hebben er nadien niet veel meer van gehoord, maar er was wel een persoon bij van Turnhout. De jongen was een zoon van de uitbaters van het ‘Bazarekke’ op de Markt in Turnhout. Turnhout was nog niet bevrijd, toen Balen dat al wel was.
Wij kwamen af en toe bij kameraden in Turnhout en hij vroeg ons daarom, bij een volgende trip, zijn ouders te verwittigen dat hij nog in leven was. In Engeland was hij bij het Belgische Leger gegaan. Met de bevrijdingstroepen is hij dan, via Frankrijk, terug in België geraakt. De Belgen hebben in Leopoldsburg nog tegen de Duitsers gevochten. De zes mannen op de foto waren daarbij. Ons Jeanne, mijn zuster, heeft van hen nog een vulpen gekregen die zij hadden afgepakt van een dode Duitser.
Wij zijn er een hele dag mee op zwier geweest en ’s avonds hebben wij hen met de velo teruggebracht. Wij mochten vanachter op het stoeltje gaan zitten en die jongens reden dan met onze fietsen. ’s Anderendaags zijn wij nog teruggereden, maar toen waren ze al vertrokken.
Nu, het schoonste van al. De oorlog was gedaan en de Engelsen zochten werkvolk om in Engeland te gaan werken. En ik en mijn vriendin zeiden tegen elkaar: willen we ons ook eens laten opschrijven? Dat was goed. We hebben ons laten opschrijven en we moesten naar Turnhout gaan voor een controle. Toen zijn we ook in dat Bazarreke binnen gegaan en wie stond daar? Diezelfde persoon, een zekere Jos of Joseph, die in Balen poseerde voor de foto! Hij staat centraal op de foto, gehurkt met de handen samen. Hij was een grote en een struise man. Ik herken hem nog goed.
Als ooggetuige van die gebeurtenis laten we Josephine hierna graag zelf aan het woord.
“De foto is genomen tegen de zijgevel van Stijn Block. Het huis van de familie Block-Mariën was gelegen aan de hoek van de Kerkstraat met de Zandstraat. Ik herkende de foto direct en weet nog goed dat ik hem getrokken heb. Balen was toen al een paar dagen bevrijd. Ik denk een dag of twee, drie. De mannen op de foto waren Belgen, ingelijfd in Engeland. Het waren soldaten van de ‘Brigade Piron’.
De Belgische soldaten op de foto kwamen langs het Albertkanaal in Beringen naar Leopoldsburg en Immert. Zij lagen in een ‘canadabos’ vlak bij het huis van de gezusters Gypen. Of het nu op Balens grondgebied of in Leopoldsburg was, daar moet ik voor liegen. Het is daar net op de grens.
De zes mannen zijn te voet naar Balen gekomen. En ja, hoe gaat dat… Wij (Josephine en zuster Jeanne) waren jong en zijn dan maar met die jongens ‘op zwier’ gegaan. Het eerste wat zij deden, was klagen over de Engelsen. Daar konden zij niks goed over kwijt. De mannen hadden nog niks vers kunnen eten sinds ze in Engeland vertrokken waren en via Frankrijk naar België waren gekomen. Niks vers! Alles uit dozen! De mannen op de foto waren Walen en Vlamingen, dat weet ik nog. We hebben er nadien niet veel meer van gehoord, maar er was wel een persoon bij van Turnhout. De jongen was een zoon van de uitbaters van het ‘Bazarekke’ op de Markt in Turnhout. Turnhout was nog niet bevrijd, toen Balen dat al wel was.
Wij kwamen af en toe bij kameraden in Turnhout en hij vroeg ons daarom, bij een volgende trip, zijn ouders te verwittigen dat hij nog in leven was. In Engeland was hij bij het Belgische Leger gegaan. Met de bevrijdingstroepen is hij dan, via Frankrijk, terug in België geraakt. De Belgen hebben in Leopoldsburg nog tegen de Duitsers gevochten. De zes mannen op de foto waren daarbij. Ons Jeanne, mijn zuster, heeft van hen nog een vulpen gekregen die zij hadden afgepakt van een dode Duitser.
Wij zijn er een hele dag mee op zwier geweest en ’s avonds hebben wij hen met de velo teruggebracht. Wij mochten vanachter op het stoeltje gaan zitten en die jongens reden dan met onze fietsen. ’s Anderendaags zijn wij nog teruggereden, maar toen waren ze al vertrokken.
Nu, het schoonste van al. De oorlog was gedaan en de Engelsen zochten werkvolk om in Engeland te gaan werken. En ik en mijn vriendin zeiden tegen elkaar: willen we ons ook eens laten opschrijven? Dat was goed. We hebben ons laten opschrijven en we moesten naar Turnhout gaan voor een controle. Toen zijn we ook in dat Bazarreke binnen gegaan en wie stond daar? Diezelfde persoon, een zekere Jos of Joseph, die in Balen poseerde voor de foto! Hij staat centraal op de foto, gehurkt met de handen samen. Hij was een grote en een struise man. Ik herken hem nog goed.
Hij vertelde ons dat zij een dag na onze ontmoeting vanuit Leopoldsburg, via de kazerne, oprukten naar de Hollandse grens en daar nog hard tegen de Duitsers hadden gevochten. Op dat moment zijn er ook twee mannen van Balen ingelijfd bij die Belgische troepen. Dat waren Flor en Julien Detand. Aan de Hollands-Duitse grens hebben ze hen zelfs krijgsgevangen genomen.
Het vertrek van de troepen uit Leopoldsburg en de weiden tegen de gemeentegrens met Balen werd eveneens beschreven in het oorlogsdagboek van de Belgische Brigade. Om die reden kon ook de datum van het bezoek aan Balen, en de foto, met zekerheid worden achterhaald. De Belgische groepering bevond zich op 17 september 1944 nog steeds in Leopoldsburg en trok op 18 september verder naar de Maas en het Kanaal van Wessem. De dag dat de zes mannen naar Balen afzakten, kan door de getuigenis van Josephine Hinsch dan ook met zekerheid worden aangestipt. De bewuste dag voor het opbreken van het tentenkamp was namelijk 17 september 1944, drie dagen nadat Balen werd bevrijd.
Van de bevrijding van Leopoldsburg bestaan overigens mooie beelden, die een goed beeld geven over de oorlogsverwoestingen in de streek. (Bron: 'British Pathé'.)
Het vertrek van de troepen uit Leopoldsburg en de weiden tegen de gemeentegrens met Balen werd eveneens beschreven in het oorlogsdagboek van de Belgische Brigade. Om die reden kon ook de datum van het bezoek aan Balen, en de foto, met zekerheid worden achterhaald. De Belgische groepering bevond zich op 17 september 1944 nog steeds in Leopoldsburg en trok op 18 september verder naar de Maas en het Kanaal van Wessem. De dag dat de zes mannen naar Balen afzakten, kan door de getuigenis van Josephine Hinsch dan ook met zekerheid worden aangestipt. De bewuste dag voor het opbreken van het tentenkamp was namelijk 17 september 1944, drie dagen nadat Balen werd bevrijd.
Van de bevrijding van Leopoldsburg bestaan overigens mooie beelden, die een goed beeld geven over de oorlogsverwoestingen in de streek. (Bron: 'British Pathé'.)
3. Een Kempenaar in de Brigade Piron
Op basis van de beschrijving die Josephine Hinsch gaf, kon gericht op zoek worden gegaan naar een zogenaamde 'Turnhoutse soldaat'. Al snel werd een postkaart gevonden van de Markt in Turnhout anno 1930 met daarop de volgende beschrijving: 'Turnhout Bazar Aug. Melis-Nuyts, Markt 14'. De zoektocht naar soldaat Melis kon vervolgens beginnen
Op basis van de beschrijving die Josephine Hinsch gaf, kon gericht op zoek worden gegaan naar een zogenaamde 'Turnhoutse soldaat'. Al snel werd een postkaart gevonden van de Markt in Turnhout anno 1930 met daarop de volgende beschrijving: 'Turnhout Bazar Aug. Melis-Nuyts, Markt 14'. De zoektocht naar soldaat Melis kon vervolgens beginnen
In de namenlijst van de Belgische oorlogsvrijwilligers die in Engeland werden ingelijfd, kon alvast één persoon met familienaam Melis worden teruggevonden: Melis Joseph, Brigade Staff Company (HQ), met identificatienummer 4434.
Wie was deze soldaat nu eigenlijk? Tot welke eenheid behoorde hij en wellicht ook de andere vijf personen op de foto? En hoe kwam hij met zijn strijdmakkers in september 1944 in Balen terecht?
Josephus Joannes Melis werd geboren in Turnhout op 16 maart 1908 en was de zoon van Augustinus Maria Melis en Leonia Catharina Nuyts. Zijn ouders baatten een winkel uit in huis nummer 14 op de Markt van Turnhout, gelegen vlak achter het toenmalige stadhuis.
Tijdens de Duitse bezetting vluchtte Joseph naar Casablanca en meldde zich daar bij de Belgische militaire delegatie. Op 23 augustus 1943 nam hij vrijwillig dienst voor de duur van de oorlog. Vervolgens werd hij ingelijfd bij de Belgische Strijdkrachten in het Verenigd Koninkrijk, beter bekend als The Belgian Army in United Kingdom.
In Groot-Brittannië werkte Joseph aanvankelijk bij de Paymaster Service (uitbetalingsdienst van het leger) in Leamington Spa. Daarna ging hij deel uitmaken van het Hoofdkwartier, 2de Bureau, van Kolonel Piron. Wanneer Joseph Melis in Leopoldsburg en Balen vertoefde, maakte hij dus deel uit van de Brigadestaf ofwel Brigade Staff Company.
Toen Joseph op 17 september 1944 samen met zijn collega's het tentenkamp in Leopoldsburg verliet, bleek hij echter niet aan zijn proefstuk toe. Ook in augustus 1944 werd hij al eens betrapt afwezig te zijn. Op 1 augustus 1944 werd hij opgegeven als 'ontbrekend' en verdween hij plots uit het Belgische militaire kampement. Enkele dagen later, op 6 augustus, meldde hij zich in een nabijgelegen politiekantoor. De uitstap had echter wel consequenties. Meteen volgden twee dagen hechtenis. In de nasleep van de landing in Normandië (6 juni 1944) werd die afwezigheid immers als desertie beschouwd en diende hij zelfs voor de Krijgsauditeur te verschijnen. Op 15 september 1944 werd Joseph Melis daarom gedegradeerd tot soldaat. Van 6 augustus 1944 tot en met 8 mei 1945 heeft hij wel onafgebroken gevochten bij de Belgische Strijdkrachten. Joseph Melis nam deel aan de campagnes in Frankrijk, België, Nederland en Duitsland. Door die verdienste kreeg hij dan ook eerherstel na de Tweede Wereldoorlog en werd hij op 1 oktober 1946 definitief vrijgesproken van desertie. Net zoals vele andere leden van de Brigade Piron ontving ook Joseph Melis de Engelse 'France and Germany Star', een onderscheiding voor de troepen die onder Engels commando deelnamen aan de strijd in Noord-Europa. De uitstap in september 1944 werd wellicht niet opgemerkt en bleef, althans volgens de bronnen, zonder gevolg.
4. Twee Balenaren in de Brigade Piron
Josephine Hinsch gaf in haar betoog al aan dat er ook twee Balenaren bij de ‘Brigade Piron’ werden ingelijfd tijdens de Bevrijdingsdagen van 1944. Het verhaal krijgt om die reden nog een staartje.
Florent en Julien Detand waren twee zonen van Emiel Theophiel Detand en Clémence Maria Op 't Eyndt. Tijdens de oorlog woonde het gezin in Rusven 22 te Balen-Neet. Florent (Flor) Paul Egide Maria Detand was de oudste van de twee broers en werd geboren in Mol op 23 oktober 1921. Juliaan (Julien) Emiel Clement Detand werd eveneens geboren in Mol op 9 april 1924. Florent was bediende bij de firma Vieulle-Montagne te Balen-Wezel. Julien was nog student tijdens de oorlog en werd later bureelbediende. Na de oorlog huwde Florent Detand met Maria Philomena Seraphina De Clerck en verhuisden zij naar Gerheide. Julien huwde met Emma Julia Catharina Petrus Mariën.
Tijdens de Duitse bezetting waren de broers Detand aangesloten bij de plaatselijke weerstand, in de volksmond ook wel 'Witte Brigade' genoemd. Al vanaf 1941 was Florent aangesloten bij de 'Nationaal Koningsgezinde Beweging' ofwel N.K.B. In het jaar 1942 volgde ook zijn broer Julien. In september 1943 ging de hele N.K.B.-brigade van Balen-Wezel over naar de 'Belgische Nationale Beweging' of B.N.B. De lokale chef van de Wezelse groepering was Jos Van Leemput. De broers werden beiden aangeworven door Karel Bienstman uit Balen-Wezel. Florent werd erkend als weerstander bij de B.N.B. van 1 september 1943 tot 14 september 1944 en Julien werd erkend bij dezelfde groepering van 1 september 1943 tot 9 oktober 1944.
Tussen 7 en 15 september 1944 voerden de broers gewapende patrouilles en wachten uit voor de lokale B.N.B.-Brigade in de nabijheid van de Vieille-Montagne-Zinkfabriek. Op 13 september 1944 meldden de broers zich in Leopoldsburg als oorlogsvrijwilliger bij de (1ste) Belgische Brigade Piron. Voor die verplaatsing moesten de broers de toenmalige frontlijn passeren. Julien kreeg als stamboeknummer 501/10.010 en Florent kreeg opeenvolgend nummer 501/10.011. Op 15 september 1944 werden zij gedemobiliseerd door de weerstand en vervoegden ze zich bij de Belgische troepen in Leopoldsburg. De broers Detand werden ingelijfd in de 3de Gemotoriseerde Eenheid (3 Mot. Coy) van de Brigade Piron en trokken op die manier mee met de Belgische strijdkrachten naar Nederland.
Wie was deze soldaat nu eigenlijk? Tot welke eenheid behoorde hij en wellicht ook de andere vijf personen op de foto? En hoe kwam hij met zijn strijdmakkers in september 1944 in Balen terecht?
Josephus Joannes Melis werd geboren in Turnhout op 16 maart 1908 en was de zoon van Augustinus Maria Melis en Leonia Catharina Nuyts. Zijn ouders baatten een winkel uit in huis nummer 14 op de Markt van Turnhout, gelegen vlak achter het toenmalige stadhuis.
Tijdens de Duitse bezetting vluchtte Joseph naar Casablanca en meldde zich daar bij de Belgische militaire delegatie. Op 23 augustus 1943 nam hij vrijwillig dienst voor de duur van de oorlog. Vervolgens werd hij ingelijfd bij de Belgische Strijdkrachten in het Verenigd Koninkrijk, beter bekend als The Belgian Army in United Kingdom.
In Groot-Brittannië werkte Joseph aanvankelijk bij de Paymaster Service (uitbetalingsdienst van het leger) in Leamington Spa. Daarna ging hij deel uitmaken van het Hoofdkwartier, 2de Bureau, van Kolonel Piron. Wanneer Joseph Melis in Leopoldsburg en Balen vertoefde, maakte hij dus deel uit van de Brigadestaf ofwel Brigade Staff Company.
Toen Joseph op 17 september 1944 samen met zijn collega's het tentenkamp in Leopoldsburg verliet, bleek hij echter niet aan zijn proefstuk toe. Ook in augustus 1944 werd hij al eens betrapt afwezig te zijn. Op 1 augustus 1944 werd hij opgegeven als 'ontbrekend' en verdween hij plots uit het Belgische militaire kampement. Enkele dagen later, op 6 augustus, meldde hij zich in een nabijgelegen politiekantoor. De uitstap had echter wel consequenties. Meteen volgden twee dagen hechtenis. In de nasleep van de landing in Normandië (6 juni 1944) werd die afwezigheid immers als desertie beschouwd en diende hij zelfs voor de Krijgsauditeur te verschijnen. Op 15 september 1944 werd Joseph Melis daarom gedegradeerd tot soldaat. Van 6 augustus 1944 tot en met 8 mei 1945 heeft hij wel onafgebroken gevochten bij de Belgische Strijdkrachten. Joseph Melis nam deel aan de campagnes in Frankrijk, België, Nederland en Duitsland. Door die verdienste kreeg hij dan ook eerherstel na de Tweede Wereldoorlog en werd hij op 1 oktober 1946 definitief vrijgesproken van desertie. Net zoals vele andere leden van de Brigade Piron ontving ook Joseph Melis de Engelse 'France and Germany Star', een onderscheiding voor de troepen die onder Engels commando deelnamen aan de strijd in Noord-Europa. De uitstap in september 1944 werd wellicht niet opgemerkt en bleef, althans volgens de bronnen, zonder gevolg.
4. Twee Balenaren in de Brigade Piron
Josephine Hinsch gaf in haar betoog al aan dat er ook twee Balenaren bij de ‘Brigade Piron’ werden ingelijfd tijdens de Bevrijdingsdagen van 1944. Het verhaal krijgt om die reden nog een staartje.
Florent en Julien Detand waren twee zonen van Emiel Theophiel Detand en Clémence Maria Op 't Eyndt. Tijdens de oorlog woonde het gezin in Rusven 22 te Balen-Neet. Florent (Flor) Paul Egide Maria Detand was de oudste van de twee broers en werd geboren in Mol op 23 oktober 1921. Juliaan (Julien) Emiel Clement Detand werd eveneens geboren in Mol op 9 april 1924. Florent was bediende bij de firma Vieulle-Montagne te Balen-Wezel. Julien was nog student tijdens de oorlog en werd later bureelbediende. Na de oorlog huwde Florent Detand met Maria Philomena Seraphina De Clerck en verhuisden zij naar Gerheide. Julien huwde met Emma Julia Catharina Petrus Mariën.
Tijdens de Duitse bezetting waren de broers Detand aangesloten bij de plaatselijke weerstand, in de volksmond ook wel 'Witte Brigade' genoemd. Al vanaf 1941 was Florent aangesloten bij de 'Nationaal Koningsgezinde Beweging' ofwel N.K.B. In het jaar 1942 volgde ook zijn broer Julien. In september 1943 ging de hele N.K.B.-brigade van Balen-Wezel over naar de 'Belgische Nationale Beweging' of B.N.B. De lokale chef van de Wezelse groepering was Jos Van Leemput. De broers werden beiden aangeworven door Karel Bienstman uit Balen-Wezel. Florent werd erkend als weerstander bij de B.N.B. van 1 september 1943 tot 14 september 1944 en Julien werd erkend bij dezelfde groepering van 1 september 1943 tot 9 oktober 1944.
Tussen 7 en 15 september 1944 voerden de broers gewapende patrouilles en wachten uit voor de lokale B.N.B.-Brigade in de nabijheid van de Vieille-Montagne-Zinkfabriek. Op 13 september 1944 meldden de broers zich in Leopoldsburg als oorlogsvrijwilliger bij de (1ste) Belgische Brigade Piron. Voor die verplaatsing moesten de broers de toenmalige frontlijn passeren. Julien kreeg als stamboeknummer 501/10.010 en Florent kreeg opeenvolgend nummer 501/10.011. Op 15 september 1944 werden zij gedemobiliseerd door de weerstand en vervoegden ze zich bij de Belgische troepen in Leopoldsburg. De broers Detand werden ingelijfd in de 3de Gemotoriseerde Eenheid (3 Mot. Coy) van de Brigade Piron en trokken op die manier mee met de Belgische strijdkrachten naar Nederland.
Na de mislukking van Operation Market Garden stagneerde de geallieerde opmars. Voor de Belgen was de strijd echter nog niet meteen afgelopen. Van eind september tot midden november 1944 leverden de Belgische troepen strijd in de sector tussen Thorn en Ell. De Belgen probeerden met man en macht het gebied te verdedigen aan het kanaal Wessem-Nederweert. Dat verliep echter niet zonder problemen. De uitgestrekte frontlijn van zo'n 20 kilometer en het relatief lage troepenaantal van de Belgische Brigade (ongeveer 1.400 manschappen) vormden een groot voordeel voor de Duitsers. Daarbij kwam ook dat in het gebied elitetroepen van de 7de Fallschirmjägerdivisie (onder leiding van Generaal Erdmann) en een compagnie Waffen-SS-soldaten van de Nederlandse Landsturm actief waren. Op 25 september 1944 wist de Belgische Brigade uiteindelijk wel door te stoten tot in het Nederlandse Thorn, dat nadien in volle frontlijn kwam te liggen. Pas na een lange uitputtingsstrijd en de afwisseling van de Belgen door de Britten, op 17 november 1944, konden de Duitse troepen in het gebied definitief worden uitgeschakeld.
Tijdens de gevechten in Nederland werden de broers Detand als 'vermist in de strijd' opgegeven. Vanuit Thorn hadden de Belgen een vooruitgeschoven wachtpost geïnstalleerd in een afgelegen boerderij (caféboerderij Parren) nabij het dorp Santfort. De buitenpost lag zo’n twee kilometer voor de Belgische verdedigingslinie (tegen het Kanaal van Wessem) en had tot doel de achterliggende troepen te alarmeren bij naderend gevaar. De vooruitgeschoven stelling werd vanaf 8 oktober 1944 bemand door verkenningstroepen van de 3de Gemotoriseerde Eenheid en stond onder leiding van Luitenant Bury. De manschappen lagen verdeeld rond de boerderij in 6 uitgegraven posten. Bij hen bevonden zich ook de gebroeders Detand uit Balen.
In de vroege ochtend van dinsdag 10 oktober 1944 werd het contact tussen de voorpost en de achterliggende linie verbroken. Alle pogingen om contact te leggen via de veldtelefoon of via de radio leverden niets op. Maar ook via de verrekijker konden de manschappen van de achterlinie geen enkele beweging waarnemen bij de voorpost. Om die reden werd een patrouille uitgestuurd onder leiding van Jean Junion. De patrouille kwam terug met het verontrustende nieuws dat de manschappen van de voorpost ‘spoorloos’ waren verdwenen. Alle uitrustingsstukken van de verkenners waren onaangeroerd achtergebleven: gevulde gamellen, drinkkannetjes, rugzakken van de manschappen… Van de mannen zelf ontbrak elk spoor.
In de nacht van 9 op 10 oktober 1944 werd het zicht van de Belgische stellingen zwaar belemmerd door mistbanken. Rond 6.30u werden de twintig manschappen van de voorpost plots verrast door hevig geweervuur. Een Duitse nachtelijke expeditie bestormde plots de Belgische schuttersputten en binnen de vijftien minuten was het vuurgevecht afgelopen. De Duitsers waren door het slechte weer, via de betonnen duikers onder het kanaal, ongezien aan de andere oever van het kanaal geraakt en ontvoerden vervolgens de troepen van de Belgische voorpost. De verkenningssectie van de 3de Gemotoriseerde Eenheid verdween op die manier ‘spoorloos’ in het duister.
Ook de gebroeders Detand werden tijdens die nachtelijke expeditie krijgsgevangen genomen en later opgesloten in Stalag XIB. Florent kreeg gevangenennummer 118.991, Julien nummer 118.990. Tot in april 1945 verbleven zij in gevangenschap. Op 19 april werd het kamp door Engelse troepen bevrijd en drie dagen later, op 22 april 1945, werden ze gerepatrieerd naar België.
Na de Tweede Wereldoorlog ontving Florent een 'Medaille van de Vrijwilliger 1940-1945', een 'Medaille van de Krijgsgevangene met één baret' en een 'Herinneringsmedaille 1940-1945 met twee gekruiste bronzen sabels'. Julien ontving een 'Medaille van den Weerstand' en een 'Medaille van de Vrijwilliger 1940-1945'.
Julien Detand overleed in Balen op 22 september 1974. Florent Detand overleed op 6 oktober 1987. Beiden kregen een plaats in het ereperk voor oud-strijders op de begraafplaats van Balen-Wezel.
In de vroege ochtend van dinsdag 10 oktober 1944 werd het contact tussen de voorpost en de achterliggende linie verbroken. Alle pogingen om contact te leggen via de veldtelefoon of via de radio leverden niets op. Maar ook via de verrekijker konden de manschappen van de achterlinie geen enkele beweging waarnemen bij de voorpost. Om die reden werd een patrouille uitgestuurd onder leiding van Jean Junion. De patrouille kwam terug met het verontrustende nieuws dat de manschappen van de voorpost ‘spoorloos’ waren verdwenen. Alle uitrustingsstukken van de verkenners waren onaangeroerd achtergebleven: gevulde gamellen, drinkkannetjes, rugzakken van de manschappen… Van de mannen zelf ontbrak elk spoor.
In de nacht van 9 op 10 oktober 1944 werd het zicht van de Belgische stellingen zwaar belemmerd door mistbanken. Rond 6.30u werden de twintig manschappen van de voorpost plots verrast door hevig geweervuur. Een Duitse nachtelijke expeditie bestormde plots de Belgische schuttersputten en binnen de vijftien minuten was het vuurgevecht afgelopen. De Duitsers waren door het slechte weer, via de betonnen duikers onder het kanaal, ongezien aan de andere oever van het kanaal geraakt en ontvoerden vervolgens de troepen van de Belgische voorpost. De verkenningssectie van de 3de Gemotoriseerde Eenheid verdween op die manier ‘spoorloos’ in het duister.
Ook de gebroeders Detand werden tijdens die nachtelijke expeditie krijgsgevangen genomen en later opgesloten in Stalag XIB. Florent kreeg gevangenennummer 118.991, Julien nummer 118.990. Tot in april 1945 verbleven zij in gevangenschap. Op 19 april werd het kamp door Engelse troepen bevrijd en drie dagen later, op 22 april 1945, werden ze gerepatrieerd naar België.
Na de Tweede Wereldoorlog ontving Florent een 'Medaille van de Vrijwilliger 1940-1945', een 'Medaille van de Krijgsgevangene met één baret' en een 'Herinneringsmedaille 1940-1945 met twee gekruiste bronzen sabels'. Julien ontving een 'Medaille van den Weerstand' en een 'Medaille van de Vrijwilliger 1940-1945'.
Julien Detand overleed in Balen op 22 september 1974. Florent Detand overleed op 6 oktober 1987. Beiden kregen een plaats in het ereperk voor oud-strijders op de begraafplaats van Balen-Wezel.
Woord van dank
Dankzij de getuigenis van Josephine Hinsch kon opnieuw een onbekend stukje oorlogsverleden worden aangevuld. Josephine, wij willen u alvast hartelijk danken voor de boeiende gesprekken. Op deze manier hopen wij alvast dat het verhaal van de Belgische soldaten in Balen bewaard zal blijven voor de komende generaties.
Eveneens een woord van dank aan de familie Detand voor de foto’s van Julien en Florent Detand. De afbeeldingen van de twee broers maakten het geheel compleet.
Enorm bedankt!
Dankzij de getuigenis van Josephine Hinsch kon opnieuw een onbekend stukje oorlogsverleden worden aangevuld. Josephine, wij willen u alvast hartelijk danken voor de boeiende gesprekken. Op deze manier hopen wij alvast dat het verhaal van de Belgische soldaten in Balen bewaard zal blijven voor de komende generaties.
Eveneens een woord van dank aan de familie Detand voor de foto’s van Julien en Florent Detand. De afbeeldingen van de twee broers maakten het geheel compleet.
Enorm bedankt!
Bronnen
Het bovenstaande artikel werd gebaseerd op een eigen publicatie in het Jaarboek van Erfgoed Balen: B. DIERCKX en T. VANLEEUWEN, 'Bevrijdingsverhalen uit Balen', Jaarboek Erfgoed Balen, 15 (2016), 23-41.
Afbeeldingen Familie Detand.
Archief- en Documentatiecentrum Erfgoed Balen.
BAETE, H. (red.), Belgian Forces in United Kingdom, 1994, 22-37.
BUSSELS, J., De slag om Hechtel, Hechtel, s.d.
Collectie Postkaarten Erfgoed Balen.
DGHR-Notariaat Evere, Militaire personeelsdossiers Joseph Melis, Florent Detand en Juliaan Detand.
DIDDEN, J., Fighting Spirit, 2012.
Erfgoedbank Erfgoedcel Noorderkempen, Postkaart Markt Turnhout.
Getuigenis Alfons Boeckx, (www. brigade-piron.be/temoignages_fichiers/tem_boeckx.html).
Getuigenis Guy Weber, (www. brigade-piron.be/temoignages_fichiers/tem_Weber.Guy.html).
Interview Bram Dierckx met Josephine Hinsch, november en december 2015.
Kempense Kranten, (www. kempensekranten.be).
KEMSLEY, W. en RIESCO, R., The Scottish Lion on patrol, 1945.
LONDEN, National Archives, War Diary 1st Bn Dorsetshire Regt.
LONDEN, National Archives, War Diary 2nd Bn Devonshire Regt.
LOUCHE, M., De bevrijding van Heppen en Leopoldsburg (9-12 september 1944), 2001.
Memoires Brigade Piron, België Veldtocht 1944, Deel 7, 1944.
‘Ontzettende ontploffing te Balen-Wezel’, Het Kempisch Weekblad (12 december 1942).
RIJMEN, C., De bevrijding van Ham, September 1944, 1995.
RUTTEN, M., De bevrijding van Noord-Limburg, Achel, 1988.
SMOLDERS, F., Olmen tijdens de Tweede Wereldoorlog, 1989.
TAGHON, P., België 44, De Bevrijding, Tielt, 1993.
The 1st Belgian Armoured Car Squadron 1941-1945, (www. be4046.eu/index1.htm).
VAN DER WIELEN, M.J., Na de bevrijding begon de oorlog pas echt, Thorn tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog, Thorn, 2014.
VANLEEUWEN, T., 'Nooit Meer Oorlog', Balen en Olmen tijdens WOI en WOII, Mol, 2008.
Van Weselo tot Wezel, Wezel en zijn geschiedenis, Mol, 1998.
WEUTS, S., Historiek van het Bataljon Bevrijding, 1980, 62-68.
Het bovenstaande artikel werd gebaseerd op een eigen publicatie in het Jaarboek van Erfgoed Balen: B. DIERCKX en T. VANLEEUWEN, 'Bevrijdingsverhalen uit Balen', Jaarboek Erfgoed Balen, 15 (2016), 23-41.
Afbeeldingen Familie Detand.
Archief- en Documentatiecentrum Erfgoed Balen.
BAETE, H. (red.), Belgian Forces in United Kingdom, 1994, 22-37.
BUSSELS, J., De slag om Hechtel, Hechtel, s.d.
Collectie Postkaarten Erfgoed Balen.
DGHR-Notariaat Evere, Militaire personeelsdossiers Joseph Melis, Florent Detand en Juliaan Detand.
DIDDEN, J., Fighting Spirit, 2012.
Erfgoedbank Erfgoedcel Noorderkempen, Postkaart Markt Turnhout.
Getuigenis Alfons Boeckx, (www. brigade-piron.be/temoignages_fichiers/tem_boeckx.html).
Getuigenis Guy Weber, (www. brigade-piron.be/temoignages_fichiers/tem_Weber.Guy.html).
Interview Bram Dierckx met Josephine Hinsch, november en december 2015.
Kempense Kranten, (www. kempensekranten.be).
KEMSLEY, W. en RIESCO, R., The Scottish Lion on patrol, 1945.
LONDEN, National Archives, War Diary 1st Bn Dorsetshire Regt.
LONDEN, National Archives, War Diary 2nd Bn Devonshire Regt.
LOUCHE, M., De bevrijding van Heppen en Leopoldsburg (9-12 september 1944), 2001.
Memoires Brigade Piron, België Veldtocht 1944, Deel 7, 1944.
‘Ontzettende ontploffing te Balen-Wezel’, Het Kempisch Weekblad (12 december 1942).
RIJMEN, C., De bevrijding van Ham, September 1944, 1995.
RUTTEN, M., De bevrijding van Noord-Limburg, Achel, 1988.
SMOLDERS, F., Olmen tijdens de Tweede Wereldoorlog, 1989.
TAGHON, P., België 44, De Bevrijding, Tielt, 1993.
The 1st Belgian Armoured Car Squadron 1941-1945, (www. be4046.eu/index1.htm).
VAN DER WIELEN, M.J., Na de bevrijding begon de oorlog pas echt, Thorn tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog, Thorn, 2014.
VANLEEUWEN, T., 'Nooit Meer Oorlog', Balen en Olmen tijdens WOI en WOII, Mol, 2008.
Van Weselo tot Wezel, Wezel en zijn geschiedenis, Mol, 1998.
WEUTS, S., Historiek van het Bataljon Bevrijding, 1980, 62-68.