Schoolbrochure
In 2008 (herdruk 2014) verscheen speciaal voor de Balense leerlingen een schoolbrochure onder de titel 'Nooit meer Oorlog', Balen en Olmen tijdens WOI en WOII. De teksten met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog uit die brochure zijn hieronder integraal terug te vinden.
1. De Mobilisatie en Duitse inval
Na de Duitse inval in Polen, op 1 september 1939, besloot het Belgische leger massaal haar troepen te mobiliseren. Verscheidene jongemannen uit Balen en Olmen werden onder de wapens geroepen. Volgens sommige bronnen zouden er voor de gemeentes Balen en Olmen meer dan 900 soldaten zijn opgeroepen. Rijkswachters en politiebeambten kwamen meestal de oproepingsbrieven aan huis afleveren. Het exacte aantal gemobiliseerden in mei 1940 is moeilijk te bepalen o.w.v. verloven, ziekten, etc.
1. De Mobilisatie en Duitse inval
Na de Duitse inval in Polen, op 1 september 1939, besloot het Belgische leger massaal haar troepen te mobiliseren. Verscheidene jongemannen uit Balen en Olmen werden onder de wapens geroepen. Volgens sommige bronnen zouden er voor de gemeentes Balen en Olmen meer dan 900 soldaten zijn opgeroepen. Rijkswachters en politiebeambten kwamen meestal de oproepingsbrieven aan huis afleveren. Het exacte aantal gemobiliseerden in mei 1940 is moeilijk te bepalen o.w.v. verloven, ziekten, etc.
Op 10 mei 1940, zeer vroeg in de morgen, werden de inwoners van Balen en Olmen uit hun slaap gewekt door een ronkend geluid. Buiten zagen zij veel vliegtuigen overvliegen en even later hoorden zij verscheidene ontploffingen: het Kamp van Beverlo werd gebombardeerd. Toen was het voor de inwoners duidelijk: 'Het was oorlog'.
Veel mensen besloten te vluchten en verlieten met have en goed hun geliefde dorp. Alle mannelijke inwoners van Balen en Olmen, tussen 16 en 38 jaar, werden thuis verwittigd door de Rijkswacht dat zij zich bij het Belgisch Leger moesten voegen.
Belgische soldaten hadden wegversmallingen en hindernissen aangebracht op de belangrijkste wegen naar het dorp. Op 11 mei 1940 liet het Belgisch Leger de bruggen van Gervoort, Olmen, Hoolst en Balen in de lucht vliegen. Zelfs verscheidene bruggetjes over de Nete werden opgeblazen. Even was er zelfs sprake om de kerktorens op te blazen, zoals in Oostham en Meerhout was gebeurd. Maar de pastoors verzetten zich met succes en de Belgische soldaten lieten alles bij het oude. Al bij al hadden de verwoestingen, die het Belgisch leger had aangericht, weinig nut. De Duitse opmars bleek immers niet te stoppen.
Op zondag 12 mei 1940 kwamen de eerste Duitsers via Oostham in Olmen binnengereden. Het waren verkenners op een motor met een zijspan. Zij reden verder tot op de markt in Balen. Op 13 mei werden er weer Duitse verkenners gezien te Olmen. Nog diezelfde dag begonnen de Duitsers een brug te maken over het kanaal te Hoolst. Op dat ogenblik moest het Belgisch Leger zijn stellingen prijsgeven aan het Albertkanaal en hals over kop terugtrekken. Het Belgisch Leger dat hier en daar nog hardnekkig weerstand bood in de dagen daarna, moest uiteindelijk 18 dagen na de inval de duimen leggen voor de Duitse overmacht.
Tijdens de 18-daagse veldtocht sneuvelden een aantal Balense en een Olmense soldaat.
BOUWENS Frans - °10/10/1910 Balen - +27/05/1940 Blankenberge.
BERCKMANS Victor - °14/02/1920 Balen - +11/05/1940 Vliermaal.
DILLEN Louis - °24/10/1915 Olmen - +07/07/1940 Nurenberg (Duitsland).
DE CEUSTER Jan - °27/12/1917 Balen - +10/05/1940 Zichen-Zussen-Bolder.
MEGANCK Albert - °11/08/1915 Balen - +29/05/1940 Zarren.
STANS Jan - °19/04/1904 Lommel - +13/05/1940 Lummen.
VOLDERS René - °18/08/1919 Balen - +11/05/1940 Gors-Opleeuw.
WERELDS Peter - °14/04/1913 Balen - +27/05/1940 Lichtervelde.
WILBORS Petrus - °14/04/1910 Balen - +27/05/1940 Ursel.
Er is nog een Balense soldaat die sneuvelde tijdens de 18-daagse veldtocht die nergens op een monument wordt vermeld. Om hem niet te veregeten even een aparte vermelding:
MEEUS Frans - °22/12/1915 Balen - +24/05/1940 Aardenburg (Nederland).
Veel mensen besloten te vluchten en verlieten met have en goed hun geliefde dorp. Alle mannelijke inwoners van Balen en Olmen, tussen 16 en 38 jaar, werden thuis verwittigd door de Rijkswacht dat zij zich bij het Belgisch Leger moesten voegen.
Belgische soldaten hadden wegversmallingen en hindernissen aangebracht op de belangrijkste wegen naar het dorp. Op 11 mei 1940 liet het Belgisch Leger de bruggen van Gervoort, Olmen, Hoolst en Balen in de lucht vliegen. Zelfs verscheidene bruggetjes over de Nete werden opgeblazen. Even was er zelfs sprake om de kerktorens op te blazen, zoals in Oostham en Meerhout was gebeurd. Maar de pastoors verzetten zich met succes en de Belgische soldaten lieten alles bij het oude. Al bij al hadden de verwoestingen, die het Belgisch leger had aangericht, weinig nut. De Duitse opmars bleek immers niet te stoppen.
Op zondag 12 mei 1940 kwamen de eerste Duitsers via Oostham in Olmen binnengereden. Het waren verkenners op een motor met een zijspan. Zij reden verder tot op de markt in Balen. Op 13 mei werden er weer Duitse verkenners gezien te Olmen. Nog diezelfde dag begonnen de Duitsers een brug te maken over het kanaal te Hoolst. Op dat ogenblik moest het Belgisch Leger zijn stellingen prijsgeven aan het Albertkanaal en hals over kop terugtrekken. Het Belgisch Leger dat hier en daar nog hardnekkig weerstand bood in de dagen daarna, moest uiteindelijk 18 dagen na de inval de duimen leggen voor de Duitse overmacht.
Tijdens de 18-daagse veldtocht sneuvelden een aantal Balense en een Olmense soldaat.
BOUWENS Frans - °10/10/1910 Balen - +27/05/1940 Blankenberge.
BERCKMANS Victor - °14/02/1920 Balen - +11/05/1940 Vliermaal.
DILLEN Louis - °24/10/1915 Olmen - +07/07/1940 Nurenberg (Duitsland).
DE CEUSTER Jan - °27/12/1917 Balen - +10/05/1940 Zichen-Zussen-Bolder.
MEGANCK Albert - °11/08/1915 Balen - +29/05/1940 Zarren.
STANS Jan - °19/04/1904 Lommel - +13/05/1940 Lummen.
VOLDERS René - °18/08/1919 Balen - +11/05/1940 Gors-Opleeuw.
WERELDS Peter - °14/04/1913 Balen - +27/05/1940 Lichtervelde.
WILBORS Petrus - °14/04/1910 Balen - +27/05/1940 Ursel.
Er is nog een Balense soldaat die sneuvelde tijdens de 18-daagse veldtocht die nergens op een monument wordt vermeld. Om hem niet te veregeten even een aparte vermelding:
MEEUS Frans - °22/12/1915 Balen - +24/05/1940 Aardenburg (Nederland).
2. Vier jaar lang onder Duitse bezetting
De eerste verordeningen
Toen Balen en Olmen uiteindelijk bezet werden, kwamen de eerste Duitse verordeningen: "Vanaf 10 uur 's avonds moest iedereen binnen blijven; er mocht geen licht meer te zien zijn na het vallen van de duisternis; scholen en bedrijven moesten terug opgestart worden". Voor de rest ging het leven zijn gewone gang.
Na de capitulatie van het Belgische Leger, op 28 mei 1940, werden vele Belgische soldaten krijgsgevangen genomen. Zij werden afgevoerd naar Duitsland en kwamen in grote krijgsgevangenkampen terecht. Stelselmatig werden snel veel soldaten vrij gelaten en teruggebracht naar België. De Balense en Olmense soldaten, die uit krijgsgevangenschap terugkeerden, werden thuis met open armen ontvangen.
Voedselschaarste
Onmiddellijk na het beëindigen van de oorlogsactiviteiten in mei 1940 kreeg ons land te kampen met een ernstig voedseltekort, hoofdzakelijk ten gevolge van bevoorradingsproblemen. De voedselvoorziening in België was voor de helft afhankelijk van het buitenland. De Britten zorgden ervoor dat de bevoorrading via de Belgische havens werd geblokkeerd. Net zoals in de Eerste Wereldoorlog, had dat als gevolg dat de voedselbevoorrading werd gerantsoeneerd. Al vanaf juni 1940 was die voedselrantsoenering een feit.
Elke familie in het dorp kreeg een rantsoenkaart. Tabellen gaven de toegestane hoeveelheid aan. De zegeltjes waren te verkrijgen op het gemeentehuis en werden een geliefd object om te stelen. Het kwam zelfs zover dat gewapende rijkswachters de zegels bij de verschillende gemeentes moesten verdelen. Om er voor te zorgen dat elke Belg zeker zijn dagelijks rantsoen kreeg, werd er een voedingscorporatie opgericht. Die instelling verplichtte de boeren een deel van hun oogst af te staan aan de corporatie. Zij verdeelden de opbrengst onder de bevolking. Vooral de controleurs van de corporatie waren niet geliefd bij de boeren. Zij werden in de volksmond aanzien als collaborateurs.
Niet alleen voedsel maar ook steenkool werd op de bon geslingerd. Na honger lijden, moesten de mensen ook in de kou zitten. Voor de inwoners van Balen en Olmen was dat ongezien. Voor de oorlog waren er immers genoeg voedsel en kolen. Naarmate de oorlog vorderde, begonnen de mensen meer en meer te beseffen hoe het kwam dat ze honger en kou leden.
De eerste verordeningen
Toen Balen en Olmen uiteindelijk bezet werden, kwamen de eerste Duitse verordeningen: "Vanaf 10 uur 's avonds moest iedereen binnen blijven; er mocht geen licht meer te zien zijn na het vallen van de duisternis; scholen en bedrijven moesten terug opgestart worden". Voor de rest ging het leven zijn gewone gang.
Na de capitulatie van het Belgische Leger, op 28 mei 1940, werden vele Belgische soldaten krijgsgevangen genomen. Zij werden afgevoerd naar Duitsland en kwamen in grote krijgsgevangenkampen terecht. Stelselmatig werden snel veel soldaten vrij gelaten en teruggebracht naar België. De Balense en Olmense soldaten, die uit krijgsgevangenschap terugkeerden, werden thuis met open armen ontvangen.
Voedselschaarste
Onmiddellijk na het beëindigen van de oorlogsactiviteiten in mei 1940 kreeg ons land te kampen met een ernstig voedseltekort, hoofdzakelijk ten gevolge van bevoorradingsproblemen. De voedselvoorziening in België was voor de helft afhankelijk van het buitenland. De Britten zorgden ervoor dat de bevoorrading via de Belgische havens werd geblokkeerd. Net zoals in de Eerste Wereldoorlog, had dat als gevolg dat de voedselbevoorrading werd gerantsoeneerd. Al vanaf juni 1940 was die voedselrantsoenering een feit.
Elke familie in het dorp kreeg een rantsoenkaart. Tabellen gaven de toegestane hoeveelheid aan. De zegeltjes waren te verkrijgen op het gemeentehuis en werden een geliefd object om te stelen. Het kwam zelfs zover dat gewapende rijkswachters de zegels bij de verschillende gemeentes moesten verdelen. Om er voor te zorgen dat elke Belg zeker zijn dagelijks rantsoen kreeg, werd er een voedingscorporatie opgericht. Die instelling verplichtte de boeren een deel van hun oogst af te staan aan de corporatie. Zij verdeelden de opbrengst onder de bevolking. Vooral de controleurs van de corporatie waren niet geliefd bij de boeren. Zij werden in de volksmond aanzien als collaborateurs.
Niet alleen voedsel maar ook steenkool werd op de bon geslingerd. Na honger lijden, moesten de mensen ook in de kou zitten. Voor de inwoners van Balen en Olmen was dat ongezien. Voor de oorlog waren er immers genoeg voedsel en kolen. Naarmate de oorlog vorderde, begonnen de mensen meer en meer te beseffen hoe het kwam dat ze honger en kou leden.
Smokkel, sluikhadel en zwarte markt
Omdat bijna alle voedsel op de bon werd geslingerd, gingen vele mensen voedsel verkopen op de zwarte markt. Veel boeren hielden vee achter voor de controle. Het vlees ervan werd voor veel geld verkocht op de zwarte markt. Talrijke inwoners uit de landelijke gemeentes Balen en Olmen gingen allerhande waren verkopen in de steden, waar echt voedselschaarste heerste. Eén van de geliefde waren op de zwarte markt was boter. Boter werd op de zwarte markt verkocht tegen 400 Belgische frank per kilo, spek kostte 350 frank per kilo. De vergelijking met het gemiddelde dagloon van een arbeider in die periode, namelijk 40 fr., maakt de trieste balans alleen maar duidelijker.
Ook gingen veel inwoners uit Balen Olmen tijdens de bezetting allerhande levensmiddelen smokkelen. De geliefkoosde smokkelwaren uit die tijd waren boter, spek en graan. De bezetter duldde die praktijken niet en zette speciale politie-eenheden in om de smokkel tegen te gaan. De personen die betrapt werden op smokkelen, werden zwaar gestraft en in de gevangenis opgesloten. Omdat het leven zo duur werd, kende de streek tijdens de Duitse bezetting een ware golf van diefstallen en overvallen op afgelegen boerderijen om geld en levensmiddelen te roven. Niet alleen de boerderijen, maar ook de velden werden, bij voorkeur 's nachts leeggeroofd. Om die diefstallen tegen te gaan, werd de Boerenwacht in het leven geroepen. Die organisatie bestond uit personen die, vooral tijdens de nacht, gewapend op ronde ging langs de velden op eventuele dieven te arresteren.
De verplichte tewerkstelling
Zoals eerder vermeld, trad op 6 oktober 1942 de meest onpopulaire verordening van de Duitsers in werking: namelijk de verplichte tewerkstelling in Duitsland voor mannen van 18 tot 50 jaar en voor ongehuwde vrouwen van 21 tot 35 jaar. De jongeren moesten zich laten registreren en zich op regelmatige tijdstippen aanmelden voor controle. Steeds meer jonge mensen in de gemeente probeerden zich te onttrekken aan de arbeidsplicht en doken onder. De Duitsers hadden een speciale eenheid in het leven geroepen om de werkweigeraars op te sporen. Die eenheid opereerde in burger en was goed bewapend. Bij de bevolking was de zogenaamde Zivilfahndung niet echt geliefd, omdat zij dag en nacht onverwacht konden optreden. Zij traden daarbij zeer brutaal op. Indien zij een gezocht persoon niet vonden tijdens een razzia dan werden gewoon familieleden opgepakt en aangehouden tot de gezochte persoon zich kwam melden. Bij de bevolking kreeg die de Zivilfahndung de toepasselijke naam "de burgervangers" toebedeeld. Zij zorgden ervoor dat veel gezochte personen werden gearresteerd en afgevoerd om in Duitsland te gaan werken. Talrijke ondergedoken jongeren moesten dag en nacht op de vlucht voor de eenheid en velen van die jongeren kwamen op die manier in het Verzet terecht.
3. Collaboratie in Balen en Olmen
Tijdens de oorlog werd er in de gemeenten Balen en Olmen niet massaal aan collaboratie gedaan. Slechts enkelen waren lid van het Vlaams Nationaal Verbond of V.N.V. Die politieke partij werkte samen met de Duitse bezetter. Toen Duitsland in oorlog was met Rusland (vanaf Operatie Barbarossa, 22 juni 1941) meldden een aantal Balense jongeren zich bij het Duitse leger. Zij streden samen met het Duitse leger aan het Oostfront, waar zeven Balenaren sneuvelden.
COCHET Victor - °22/09/1922 Balen - + 04/01/1943 Simowniki (USSR).
DILLEN Jan - °09/03/1923 Olmen - + 17/03/1945 Stettin-Altdamm (D).
JOOS Louis - °16/06/1921 Balen - + 27/03/1943 Krasny Bor (USSR).
SNOECKX Leon - 16/01/1923 Auby (Fr.) - + 04/03/1944 Jampol (USSR).
SWINNEN Louis - 06/11/1924 Mol - + 04/05/1945.
VANDEN BROEK Ferdinand - 14/06/1923 Balen - 22/03/1943 Krasny Bor (USSR).
VANDEN BROEK Karel 16/06/1921 Balen - 17/02/1945 Peschnik (Polen).
VERVOORT Benedictus 14/12/1921 Balen - 20/07/1942 Kursk (USSR).
Al bij al is het op gebied van collaboratie in Balen en Olmen vrij rustig gebleven, wat ook blijkt uit de naoorlogse processen. Tijdens die processen werd er geen enkele zware straf uitgesproken tegen lokale "zwarten". Collaborateurs kregen in de volksmond de naam "zwarte" mee. Dat was het gevolg van de kleur van het uniform dat sommige leden van het V.N.V. droegen. Ook had het V.N.V. een paramilitaire organisatie in het leven geroepen: De Zwarte-Brigade of Z-B. De Zwarte Brigade moest instaan voor de orde en veiligheid bij politieke bijeenkomsten van het V.N.V.
4. De Weerstand of het Verzet in Balen en Olmen
Tijdens de duur van de bezetting sloten veel inwoners zich aan bij het Verzet, ook wel de Weerstand genoemd. In de volksmond heette het Verzet de "Witte Brigade", in tegenstelling tot de "Zwarte Brigade".
Vanaf het begin van de bezetting begonnen sommige personen zich te verzetten tegen de Duitsers. In het begin was dit nog ongeorganiseerd en vrij kleinschalig. De belangrijkste verzetsgroepering in Balen en Olmen was de Belgisch Nationale Beweging of B.N.B. Naarmate de oorlog vorderde, begon de B.N.B. zich te organiseren. Die groepering verzamelde inlichtingen over de Duitse troepen in Balen en Olmen, pleegde sabotagedaden, hielp neergestorte geallieerde vliegeniers en gaf onderdak aan werkweigeraars. Vanaf juni 1944 werd de B.N.B. omgedoopt tot het Geheim Leger. Door massale arrestaties van de toppersonen van de organisatie in Limburg, werden alle contacten lam gelegd en stapten velen genoodzaakt over naar het Geheim Leger. Daarnaast waren tevens enkele Balenaren aangesloten bij de Limburgse Partizanenkorps 069 en vertoefden ook een aantal Russische Partizanen in Balen en Olmen.
Na de oorlog werden er te Balen ongeveer een 100-tal personen erkend als weerstander.
5. De klokkenroof
Gedurende de oorlog gingen de Duitsers over tot het opeisen van koper en andere non-ferro metalen. Zij hadden dat nodig om hun oorlogsindustrie op peil te houden. Vooral koper was door hen zeer geliefd, omdat er obussen van werden gemaakt. In 1941 moest de bevolking al het koper, tin en lood inleveren op het gemeentehuis. Om een nieuwe gloeilamp te verkrijgen moest men de messing voet eerst inleveren. Zoals in WOI werden der vanaf het jaar 1941 weer zinken munten uitgebracht.
In maart 1943 kregen de kerken bericht dat ze slechts één klok mochten behouden. Die maatregel wekte veel verontwaardiging bij de gelovige gemeenschap. Dankzij een moedige inwoner bestaan er twee foto's hoe de Duitsers een klok laten zakken uit de kerktoren te Balen. Dat gebeurde in augustus 1943.
Ook in Hulsen werd op 17/08/1943 een klok door de Duitsers opgeëist en in Olmen werd er op 18/08/1943 een kerkklok weggehaald.
Omdat bijna alle voedsel op de bon werd geslingerd, gingen vele mensen voedsel verkopen op de zwarte markt. Veel boeren hielden vee achter voor de controle. Het vlees ervan werd voor veel geld verkocht op de zwarte markt. Talrijke inwoners uit de landelijke gemeentes Balen en Olmen gingen allerhande waren verkopen in de steden, waar echt voedselschaarste heerste. Eén van de geliefde waren op de zwarte markt was boter. Boter werd op de zwarte markt verkocht tegen 400 Belgische frank per kilo, spek kostte 350 frank per kilo. De vergelijking met het gemiddelde dagloon van een arbeider in die periode, namelijk 40 fr., maakt de trieste balans alleen maar duidelijker.
Ook gingen veel inwoners uit Balen Olmen tijdens de bezetting allerhande levensmiddelen smokkelen. De geliefkoosde smokkelwaren uit die tijd waren boter, spek en graan. De bezetter duldde die praktijken niet en zette speciale politie-eenheden in om de smokkel tegen te gaan. De personen die betrapt werden op smokkelen, werden zwaar gestraft en in de gevangenis opgesloten. Omdat het leven zo duur werd, kende de streek tijdens de Duitse bezetting een ware golf van diefstallen en overvallen op afgelegen boerderijen om geld en levensmiddelen te roven. Niet alleen de boerderijen, maar ook de velden werden, bij voorkeur 's nachts leeggeroofd. Om die diefstallen tegen te gaan, werd de Boerenwacht in het leven geroepen. Die organisatie bestond uit personen die, vooral tijdens de nacht, gewapend op ronde ging langs de velden op eventuele dieven te arresteren.
De verplichte tewerkstelling
Zoals eerder vermeld, trad op 6 oktober 1942 de meest onpopulaire verordening van de Duitsers in werking: namelijk de verplichte tewerkstelling in Duitsland voor mannen van 18 tot 50 jaar en voor ongehuwde vrouwen van 21 tot 35 jaar. De jongeren moesten zich laten registreren en zich op regelmatige tijdstippen aanmelden voor controle. Steeds meer jonge mensen in de gemeente probeerden zich te onttrekken aan de arbeidsplicht en doken onder. De Duitsers hadden een speciale eenheid in het leven geroepen om de werkweigeraars op te sporen. Die eenheid opereerde in burger en was goed bewapend. Bij de bevolking was de zogenaamde Zivilfahndung niet echt geliefd, omdat zij dag en nacht onverwacht konden optreden. Zij traden daarbij zeer brutaal op. Indien zij een gezocht persoon niet vonden tijdens een razzia dan werden gewoon familieleden opgepakt en aangehouden tot de gezochte persoon zich kwam melden. Bij de bevolking kreeg die de Zivilfahndung de toepasselijke naam "de burgervangers" toebedeeld. Zij zorgden ervoor dat veel gezochte personen werden gearresteerd en afgevoerd om in Duitsland te gaan werken. Talrijke ondergedoken jongeren moesten dag en nacht op de vlucht voor de eenheid en velen van die jongeren kwamen op die manier in het Verzet terecht.
3. Collaboratie in Balen en Olmen
Tijdens de oorlog werd er in de gemeenten Balen en Olmen niet massaal aan collaboratie gedaan. Slechts enkelen waren lid van het Vlaams Nationaal Verbond of V.N.V. Die politieke partij werkte samen met de Duitse bezetter. Toen Duitsland in oorlog was met Rusland (vanaf Operatie Barbarossa, 22 juni 1941) meldden een aantal Balense jongeren zich bij het Duitse leger. Zij streden samen met het Duitse leger aan het Oostfront, waar zeven Balenaren sneuvelden.
COCHET Victor - °22/09/1922 Balen - + 04/01/1943 Simowniki (USSR).
DILLEN Jan - °09/03/1923 Olmen - + 17/03/1945 Stettin-Altdamm (D).
JOOS Louis - °16/06/1921 Balen - + 27/03/1943 Krasny Bor (USSR).
SNOECKX Leon - 16/01/1923 Auby (Fr.) - + 04/03/1944 Jampol (USSR).
SWINNEN Louis - 06/11/1924 Mol - + 04/05/1945.
VANDEN BROEK Ferdinand - 14/06/1923 Balen - 22/03/1943 Krasny Bor (USSR).
VANDEN BROEK Karel 16/06/1921 Balen - 17/02/1945 Peschnik (Polen).
VERVOORT Benedictus 14/12/1921 Balen - 20/07/1942 Kursk (USSR).
Al bij al is het op gebied van collaboratie in Balen en Olmen vrij rustig gebleven, wat ook blijkt uit de naoorlogse processen. Tijdens die processen werd er geen enkele zware straf uitgesproken tegen lokale "zwarten". Collaborateurs kregen in de volksmond de naam "zwarte" mee. Dat was het gevolg van de kleur van het uniform dat sommige leden van het V.N.V. droegen. Ook had het V.N.V. een paramilitaire organisatie in het leven geroepen: De Zwarte-Brigade of Z-B. De Zwarte Brigade moest instaan voor de orde en veiligheid bij politieke bijeenkomsten van het V.N.V.
4. De Weerstand of het Verzet in Balen en Olmen
Tijdens de duur van de bezetting sloten veel inwoners zich aan bij het Verzet, ook wel de Weerstand genoemd. In de volksmond heette het Verzet de "Witte Brigade", in tegenstelling tot de "Zwarte Brigade".
Vanaf het begin van de bezetting begonnen sommige personen zich te verzetten tegen de Duitsers. In het begin was dit nog ongeorganiseerd en vrij kleinschalig. De belangrijkste verzetsgroepering in Balen en Olmen was de Belgisch Nationale Beweging of B.N.B. Naarmate de oorlog vorderde, begon de B.N.B. zich te organiseren. Die groepering verzamelde inlichtingen over de Duitse troepen in Balen en Olmen, pleegde sabotagedaden, hielp neergestorte geallieerde vliegeniers en gaf onderdak aan werkweigeraars. Vanaf juni 1944 werd de B.N.B. omgedoopt tot het Geheim Leger. Door massale arrestaties van de toppersonen van de organisatie in Limburg, werden alle contacten lam gelegd en stapten velen genoodzaakt over naar het Geheim Leger. Daarnaast waren tevens enkele Balenaren aangesloten bij de Limburgse Partizanenkorps 069 en vertoefden ook een aantal Russische Partizanen in Balen en Olmen.
Na de oorlog werden er te Balen ongeveer een 100-tal personen erkend als weerstander.
5. De klokkenroof
Gedurende de oorlog gingen de Duitsers over tot het opeisen van koper en andere non-ferro metalen. Zij hadden dat nodig om hun oorlogsindustrie op peil te houden. Vooral koper was door hen zeer geliefd, omdat er obussen van werden gemaakt. In 1941 moest de bevolking al het koper, tin en lood inleveren op het gemeentehuis. Om een nieuwe gloeilamp te verkrijgen moest men de messing voet eerst inleveren. Zoals in WOI werden der vanaf het jaar 1941 weer zinken munten uitgebracht.
In maart 1943 kregen de kerken bericht dat ze slechts één klok mochten behouden. Die maatregel wekte veel verontwaardiging bij de gelovige gemeenschap. Dankzij een moedige inwoner bestaan er twee foto's hoe de Duitsers een klok laten zakken uit de kerktoren te Balen. Dat gebeurde in augustus 1943.
Ook in Hulsen werd op 17/08/1943 een klok door de Duitsers opgeëist en in Olmen werd er op 18/08/1943 een kerkklok weggehaald.
Over de klokkenroof van Olmen bestaat een mooi volksverhaal:
"Eén dag Langer. De Duitsers hadden eerst werktuigen om de klok gebonden. De dag daarop zouden ze de klok neerlaten. Sommige Olmense jongeren waren er woedend over en slopen 's nachts, via een raam, de kerk binnen met een emmer beer. De beer goten ze uit over de stenen wenteltrap en over het materiaal dat de Duitsers hadden aangebracht. De kit werd telkens uit een nabijgelegen beerput bijgevuld en alles werd rijkelijk overgoten met drek. Toen 's anderdaags een Duitser de deur opendeed die toegang verleende tot de wenteltrap en de beergeur inademde, riep hij: 'Schweinehunde, Bolschewisten, sie haben die Treppen vollgeschissen!" (Varkens, bolsjewisten, jullie hebben de trappen volgescheten!).
Door de actie van de Olmense jongeren kon de kerkklok nog één dag langer te Olmen blijven.
6. Duitse soldaten in onze gemeente
Meermaals 'logeerden' Duitse soldaten op het grondgebeid van Balen en Olmen tijdens de bezetting. Zij werden veelal bij de bewoners ingekwartierd. Die soldaten kwamen meestal van het Oostfront en waren te Balen en Olmen op rust. Dat was te zien aan de dikke winterkledij die zij droegen. Vaak hadden zij ook Russische krijgsgevangen bij zich die allerhande karweitjes opknapten. Sommige Duitse soldaten konden het goed vinden met de locale bevolking. Dat waren meestal de soldaten die tegen heug en meug bij het Duitse leger waren ingelijfd en de oorlog al een tijdje moe waren.
De Duitse troepen die te Balen gelegerd waren, stonden via telefoonlijnen in verbinding met de troepen in Olmen. Tijdens de bezetting werden de lijnen door het Verzet doorgesneden. De Duitsers waren woedend maar toch werd de bevolking met rust gelaten. Regelmatig stuurden zij patrouilles door de dorpen en werden er schildwachten aan de bruggen geplaatst. Soms marcheerden ze al zingend in colonne door de straten van het dorp.
7. Radio Londen
Vele inwoners uit de gemeente waagden het om tijdens de bezetting te luisteren naar Radio Londen. De radio werd zorgvuldig verstopt, want indien de Duitsers iemand konden betrappen, werd de radio in beslag genomen en stonden de overtreders zware straffen te wachten. Veel inwoners uit Balen en Olmen trokken zich niets aan van de Duitse verordening en luisterden stiekem naar de Engelse radio.
De uitzendingen begonnen met het typische tromgeroffel en de bekende openingszin: 'Ici radio Londres, hier Radio Londen'. De uitzendingen werden verzorgd door een uitgeweken Belg luisterend naar de naam Jan Moedwil. Hij besloot altijd zijn uitzendingen met de woorden: "En toch krijgen we ze wel de moffen en zonder te boffen". Dat de uitzendingen vrij populair waren bij de bevolking staat vast. Ook de Duitsers wisten dat en zij probeerden dikwijls de uitzendingen te storen. Regelmatig werden er door Radio Londen geheime boodschappen uitgezonden voor het Verzet in België.
"Eén dag Langer. De Duitsers hadden eerst werktuigen om de klok gebonden. De dag daarop zouden ze de klok neerlaten. Sommige Olmense jongeren waren er woedend over en slopen 's nachts, via een raam, de kerk binnen met een emmer beer. De beer goten ze uit over de stenen wenteltrap en over het materiaal dat de Duitsers hadden aangebracht. De kit werd telkens uit een nabijgelegen beerput bijgevuld en alles werd rijkelijk overgoten met drek. Toen 's anderdaags een Duitser de deur opendeed die toegang verleende tot de wenteltrap en de beergeur inademde, riep hij: 'Schweinehunde, Bolschewisten, sie haben die Treppen vollgeschissen!" (Varkens, bolsjewisten, jullie hebben de trappen volgescheten!).
Door de actie van de Olmense jongeren kon de kerkklok nog één dag langer te Olmen blijven.
6. Duitse soldaten in onze gemeente
Meermaals 'logeerden' Duitse soldaten op het grondgebeid van Balen en Olmen tijdens de bezetting. Zij werden veelal bij de bewoners ingekwartierd. Die soldaten kwamen meestal van het Oostfront en waren te Balen en Olmen op rust. Dat was te zien aan de dikke winterkledij die zij droegen. Vaak hadden zij ook Russische krijgsgevangen bij zich die allerhande karweitjes opknapten. Sommige Duitse soldaten konden het goed vinden met de locale bevolking. Dat waren meestal de soldaten die tegen heug en meug bij het Duitse leger waren ingelijfd en de oorlog al een tijdje moe waren.
De Duitse troepen die te Balen gelegerd waren, stonden via telefoonlijnen in verbinding met de troepen in Olmen. Tijdens de bezetting werden de lijnen door het Verzet doorgesneden. De Duitsers waren woedend maar toch werd de bevolking met rust gelaten. Regelmatig stuurden zij patrouilles door de dorpen en werden er schildwachten aan de bruggen geplaatst. Soms marcheerden ze al zingend in colonne door de straten van het dorp.
7. Radio Londen
Vele inwoners uit de gemeente waagden het om tijdens de bezetting te luisteren naar Radio Londen. De radio werd zorgvuldig verstopt, want indien de Duitsers iemand konden betrappen, werd de radio in beslag genomen en stonden de overtreders zware straffen te wachten. Veel inwoners uit Balen en Olmen trokken zich niets aan van de Duitse verordening en luisterden stiekem naar de Engelse radio.
De uitzendingen begonnen met het typische tromgeroffel en de bekende openingszin: 'Ici radio Londres, hier Radio Londen'. De uitzendingen werden verzorgd door een uitgeweken Belg luisterend naar de naam Jan Moedwil. Hij besloot altijd zijn uitzendingen met de woorden: "En toch krijgen we ze wel de moffen en zonder te boffen". Dat de uitzendingen vrij populair waren bij de bevolking staat vast. Ook de Duitsers wisten dat en zij probeerden dikwijls de uitzendingen te storen. Regelmatig werden er door Radio Londen geheime boodschappen uitgezonden voor het Verzet in België.
8. Oorlog in de lucht
Reeds in de vroegste periode van de luchtoorlog besloten de geallieerden om dag en nacht bombardementen uit te voeren op Duitsland. Daardoor zagen de Balense en Olmense inwoners bijna dagelijks hele colonnes vliegtuigen over het dorp vliegen. De dorpelingen zagen regelmatig naar gevechten in de lucht tussen beschadigde en geïsoleerde geallieerde bommenwerpers en Duitse jachtvliegtuigen.
Over een gevecht tussen Amerikaanse bommenwerpers en een Duitse jager vertelt een ooggetuige het volgende:
"17 augustus 1943, een warme zomerdag die ik nooit zal vergeten. Op die middag tussen 11 en 12 uur is er boven het centrum van Mol een luchtgevecht tussen een Duitse jager en Amerikaanse vliegende forten B17. Vanop de zandgroeven sla ik het gevacht gade. Eén van de bommenwerpers wordt getroffen en vat vuur."
Volgens onderzoek zouden er een vijftal geallieerde toestellen neergestort zijn op het grondgebied van Balen.
- Op 30/07/1942 te 03.30 uur in morgen stortte er een tweemotorige Wellington-bommenwerper neer te Olmen, Heivoort.
- In de nacht van 21 op 22 juni 1943 stortte een Engelse Halifax MH.K JD244 neer in de omgeving van De Most-Keiheuvel.
- Op 17/08/1943 stortte op de baan Balen-Leopoldsburg, ter hoogte van Schoorheide, een Amerikaanse B17 (Flying Fortress) neer.
- Op 22/06/1944 stortte er aan de spoorwegbrug te Balen een Engelse Lancaster neer.
- Op 30/11/1944 stortte er op de Vennen een Engelse Spitfire neer.
Daarnaast crashten ook nog 2 Duitse vliegtuigen op Balens grondgebied.
Reeds in de vroegste periode van de luchtoorlog besloten de geallieerden om dag en nacht bombardementen uit te voeren op Duitsland. Daardoor zagen de Balense en Olmense inwoners bijna dagelijks hele colonnes vliegtuigen over het dorp vliegen. De dorpelingen zagen regelmatig naar gevechten in de lucht tussen beschadigde en geïsoleerde geallieerde bommenwerpers en Duitse jachtvliegtuigen.
Over een gevecht tussen Amerikaanse bommenwerpers en een Duitse jager vertelt een ooggetuige het volgende:
"17 augustus 1943, een warme zomerdag die ik nooit zal vergeten. Op die middag tussen 11 en 12 uur is er boven het centrum van Mol een luchtgevecht tussen een Duitse jager en Amerikaanse vliegende forten B17. Vanop de zandgroeven sla ik het gevacht gade. Eén van de bommenwerpers wordt getroffen en vat vuur."
Volgens onderzoek zouden er een vijftal geallieerde toestellen neergestort zijn op het grondgebied van Balen.
- Op 30/07/1942 te 03.30 uur in morgen stortte er een tweemotorige Wellington-bommenwerper neer te Olmen, Heivoort.
- In de nacht van 21 op 22 juni 1943 stortte een Engelse Halifax MH.K JD244 neer in de omgeving van De Most-Keiheuvel.
- Op 17/08/1943 stortte op de baan Balen-Leopoldsburg, ter hoogte van Schoorheide, een Amerikaanse B17 (Flying Fortress) neer.
- Op 22/06/1944 stortte er aan de spoorwegbrug te Balen een Engelse Lancaster neer.
- Op 30/11/1944 stortte er op de Vennen een Engelse Spitfire neer.
Daarnaast crashten ook nog 2 Duitse vliegtuigen op Balens grondgebied.
9. De ontsnappingslijn of Life-Line
Tijdens de oorlog werden veel geallieerde bommenwerpers boven het Belgisch grondgebied neergeschoten. De piloten en de bemanning, die zich tijdig uit het vliegtuig konden redden, kwamen met de parachute naar beneden en landden in vijandelijk gebied. De bemanning wilde natuurlijk uit handen van de Duitsers blijven en vroeg vaak onderdak bij de dichtstbijzijnde woning. Dan trad het Verzet in actie.
Volgens een Duitse verordening waren diegene, die niet kwamen melden of er weet van hadden waar piloten zich verborgen hielden, in overtreding. Zij die vliegeniers onderdak boden, eten, drinken of kleren gaven, konden de doodstraf krijgen indien ze betrapt werden. Veel inwoners lapten die verordening aan hun laars en gaven de geallieerde piloten wel onderdak en hulp. Wanneer er te Balen of Olmen een piloot verborgen zat, ging men op zoek naar plaatselijke leden van de Weerstand. Zij kwamen de vliegeniers halen en ondervraagden hen, om te kijken of het wel werkelijk om een geallieerde vliegenier ging. Indien het inderdaad om geallieerd luchtmachtpersoneel ging, werd er contact opgenomen met leden van een ontsnappingslijn. De piloten die te Balen en Olmen neerkwamen, gingen meestal met hun contactpersoon, al dan niet via Antwerpen, tot in Luik of Brussel alvorens men de trein nam naar Frankrijk. Vanuit Parijs ging het dan richting Spaanse grens (Spanje was neutraal) en Pyreneeën. Vandaar ging het naar de Engelse ambassade om vervolgens via Gibraltar terug naar Engeland te gaan. Tijdens de reis wisselden de contactpersonen regelmatig. Meestal kregen de vliegeniers in Brussel, Parijs en aan de Spaanse grens een andere gids toegewezen. Zo zouden er te Balen en Olmen meer dan 10 piloten door plaatselijke verzetsleden op de ontsnappingslijn gezet zijn.
10. Russen in het dorp
Op 22 juni 1941 viel Duitsland de Sovjet-Unie aan. Aanvankelijk namen de Duitse legers vele duizenden Russische soldaten gevangen. Die Russen werden ondergebracht in grote krijgsgevangenkampen in Duitsland. Na verloop van tijd werd een deel van Russische krijgsgevangenen ingezet in de Duitse oorlogsindustrie. Zo werden er Russen van Duitsland overgebracht naar de Limburgse steenkoolmijnen. Bijna onmiddellijk werden zij onder de grond te werk gesteld om kolen te delven voor de Duitse oorlogsindustrie. Na het werk werden zij ondergebracht in kampen waar ze weinig te eten hadden en meestal slecht behandeld werden.
Veel van die Russische krijgsgevangenen besloten te vluchten en zwierven rond in de streek. Zij leefden meestal in bossen waar ze grote kuilen maakten om overdag in te schuilen. 's Nachts gingen zij op zoek naar kleding en voedsel. Veel inwoners bevoorraden hen in het geniep. Eén van de trucjes van de plaatselijke bevolking bestond erin om bij valavond voedsel en sigaretten op de bank achter het huis te leggen, goed wetende dat de ondergedoken Russen dat alles in de nacht kwamen ophalen. Als het in de winter zeer koud was, mochten de Russen ook bij sommige boeren in het dorp in de stal komen slapen. Wie door de Duitsers betrapt werd op hulpverlening aan ontsnapte Russische krijgsgevangenen, wachtte zware straffen. Tijdens de bezetting verbleven er te Balen en Olmen ongeveer 35 ondergedoken Russen.
Tijdens de oorlog werden veel geallieerde bommenwerpers boven het Belgisch grondgebied neergeschoten. De piloten en de bemanning, die zich tijdig uit het vliegtuig konden redden, kwamen met de parachute naar beneden en landden in vijandelijk gebied. De bemanning wilde natuurlijk uit handen van de Duitsers blijven en vroeg vaak onderdak bij de dichtstbijzijnde woning. Dan trad het Verzet in actie.
Volgens een Duitse verordening waren diegene, die niet kwamen melden of er weet van hadden waar piloten zich verborgen hielden, in overtreding. Zij die vliegeniers onderdak boden, eten, drinken of kleren gaven, konden de doodstraf krijgen indien ze betrapt werden. Veel inwoners lapten die verordening aan hun laars en gaven de geallieerde piloten wel onderdak en hulp. Wanneer er te Balen of Olmen een piloot verborgen zat, ging men op zoek naar plaatselijke leden van de Weerstand. Zij kwamen de vliegeniers halen en ondervraagden hen, om te kijken of het wel werkelijk om een geallieerde vliegenier ging. Indien het inderdaad om geallieerd luchtmachtpersoneel ging, werd er contact opgenomen met leden van een ontsnappingslijn. De piloten die te Balen en Olmen neerkwamen, gingen meestal met hun contactpersoon, al dan niet via Antwerpen, tot in Luik of Brussel alvorens men de trein nam naar Frankrijk. Vanuit Parijs ging het dan richting Spaanse grens (Spanje was neutraal) en Pyreneeën. Vandaar ging het naar de Engelse ambassade om vervolgens via Gibraltar terug naar Engeland te gaan. Tijdens de reis wisselden de contactpersonen regelmatig. Meestal kregen de vliegeniers in Brussel, Parijs en aan de Spaanse grens een andere gids toegewezen. Zo zouden er te Balen en Olmen meer dan 10 piloten door plaatselijke verzetsleden op de ontsnappingslijn gezet zijn.
10. Russen in het dorp
Op 22 juni 1941 viel Duitsland de Sovjet-Unie aan. Aanvankelijk namen de Duitse legers vele duizenden Russische soldaten gevangen. Die Russen werden ondergebracht in grote krijgsgevangenkampen in Duitsland. Na verloop van tijd werd een deel van Russische krijgsgevangenen ingezet in de Duitse oorlogsindustrie. Zo werden er Russen van Duitsland overgebracht naar de Limburgse steenkoolmijnen. Bijna onmiddellijk werden zij onder de grond te werk gesteld om kolen te delven voor de Duitse oorlogsindustrie. Na het werk werden zij ondergebracht in kampen waar ze weinig te eten hadden en meestal slecht behandeld werden.
Veel van die Russische krijgsgevangenen besloten te vluchten en zwierven rond in de streek. Zij leefden meestal in bossen waar ze grote kuilen maakten om overdag in te schuilen. 's Nachts gingen zij op zoek naar kleding en voedsel. Veel inwoners bevoorraden hen in het geniep. Eén van de trucjes van de plaatselijke bevolking bestond erin om bij valavond voedsel en sigaretten op de bank achter het huis te leggen, goed wetende dat de ondergedoken Russen dat alles in de nacht kwamen ophalen. Als het in de winter zeer koud was, mochten de Russen ook bij sommige boeren in het dorp in de stal komen slapen. Wie door de Duitsers betrapt werd op hulpverlening aan ontsnapte Russische krijgsgevangenen, wachtte zware straffen. Tijdens de bezetting verbleven er te Balen en Olmen ongeveer 35 ondergedoken Russen.
11. D-DAY - De landing in Normandië: een keerpunt
Toen de geallieerden in de vroege morgen van 6 juni 1944 op de stranden van Normandië strandden, waren de Duitsers in het dorp vrij zenuwachtig. 's Avonds om 21 uur werd iedereen van de straat gejaagd. Na de landing dreven de geallieerden tevens de bombardementen op Duitsland op. Veel inwoners uit de gemeente hadden in hun tuin een schuilplaats of 'abri' gemaakt om toch veilig te zitten tegen eventuele bombardementen. De mensen leefden toen bijna meer in de schuilkelder dan in hun woning. De inwoners waren blij met de nakende bevrijding, maar mochten dat niet echt laten blijken omwille van de Duitse aanwezigheid. Het zou nog meer dan drie volle maanden duren vooraleer Balen en Olmen door Engelse troepen werd bevrijd.
12. Bevrijdingsperikelen
Tijdens de laatste bezettingsmaand gebeurden er een aantal ware oorlogsrampen in de gemeente Balen en de toenmalige gemeente Olmen. Hierna volgt een chronologisch overzicht van de gebeurtenissen tijdens de septembermaand van 1944.
Na de landing in Normandië wilden de geallieerde legers zo snel mogelijk oprukken richting Duitsland. Aanvankelijk weerden de Duitse troepen zich hardnekkig zodat de geallieerde opmars vertraging opliep. Het duurde aanvankelijk nog tot augustus 1944 voor de geallieerde legers een doorbraak konden forceren. De geallieerden wilden zo snel mogelijk de Duitse weerstand aan het Albertkanaal breken om in snel tempo naar Nederland te kunnen oprukken.
2 september 1944: Duitse soldaten hergroeperen zich achter het Albertkanaal
De Duitse veldmaarschalk Model besliste om achter het Albertkanaal een verdedigingslinie op te richten. Er werden schildwachten op alle bruggen gezet en de vluchtende Duitse soldaten werden tegengehouden. Het Duitse leger werd terug samengesteld en herbewapend. Bewijzen hiervan waren te zien in Oostham waar een trein met nieuwe geweren aankwam. Ook nieuwe Duitse eenheden, Fallschirmjäger, en zware Duitse tanks werden aangevoerd vanuit Nederland en aan het Albertkanaal opgesteld.
3 september 1944: Duitse soldaten te Olmen
Een deel van de Duitse troepen die het Albertkanaal mee verdedigden werden gestationeerd in Olmen. Zij kwamen er aan op 3 september 1944. Op het gehucht Heivoort hadden die troepen zelfs een hoofdkwartier ingericht. Er werd veel munitie aangevoerd en er werden kanonnen opgesteld. Op de grens met Oostham wemelde het van de Duitsers. Zij waren van plan om in Olmen nog strijd te leveren omdat er veel schuttersputten langs de kant van de wegen werden gegraven. Er kwamen ook meer en meer SS-soldaten in Olmen aan.
3 september 1944: Mobilisatie van het verzet in Balen en Olmen
Op 3 september 1944 kwam voor de leden van het Geheim Leger de lang verwachte boodschap, uitgezonden door de BBC (Radio Londen): METHUSALEM A MIS SES GRANDS SABOTS. Door die geheime boodschap wisten alle weerstanders uit de sectoren Balen, Olmen, Mol, Leopoldsburg en Beringen dat zij zich moesten verzamelen op het kasteeltje van de Most. Verscheidene honderden weerstanders kwamen op 5 september 1944 naar het schuiloord en werden ondergebracht op de boerderijen van het domein. Het kasteeltje deed dienst als hoofdkwartier en commandant Liévin van Leopoldsburg leidde er de operaties van het Geheim Leger. De door Londen beloofde wapendropping werd geannuleerd. Door een gebrek aan wapens, konden maar een dertigtal weerstanders in het schuiloord blijven. De anderen werden, na de nodige instructies, terug naar huis gestuurd
Toen de geallieerden in de vroege morgen van 6 juni 1944 op de stranden van Normandië strandden, waren de Duitsers in het dorp vrij zenuwachtig. 's Avonds om 21 uur werd iedereen van de straat gejaagd. Na de landing dreven de geallieerden tevens de bombardementen op Duitsland op. Veel inwoners uit de gemeente hadden in hun tuin een schuilplaats of 'abri' gemaakt om toch veilig te zitten tegen eventuele bombardementen. De mensen leefden toen bijna meer in de schuilkelder dan in hun woning. De inwoners waren blij met de nakende bevrijding, maar mochten dat niet echt laten blijken omwille van de Duitse aanwezigheid. Het zou nog meer dan drie volle maanden duren vooraleer Balen en Olmen door Engelse troepen werd bevrijd.
12. Bevrijdingsperikelen
Tijdens de laatste bezettingsmaand gebeurden er een aantal ware oorlogsrampen in de gemeente Balen en de toenmalige gemeente Olmen. Hierna volgt een chronologisch overzicht van de gebeurtenissen tijdens de septembermaand van 1944.
Na de landing in Normandië wilden de geallieerde legers zo snel mogelijk oprukken richting Duitsland. Aanvankelijk weerden de Duitse troepen zich hardnekkig zodat de geallieerde opmars vertraging opliep. Het duurde aanvankelijk nog tot augustus 1944 voor de geallieerde legers een doorbraak konden forceren. De geallieerden wilden zo snel mogelijk de Duitse weerstand aan het Albertkanaal breken om in snel tempo naar Nederland te kunnen oprukken.
2 september 1944: Duitse soldaten hergroeperen zich achter het Albertkanaal
De Duitse veldmaarschalk Model besliste om achter het Albertkanaal een verdedigingslinie op te richten. Er werden schildwachten op alle bruggen gezet en de vluchtende Duitse soldaten werden tegengehouden. Het Duitse leger werd terug samengesteld en herbewapend. Bewijzen hiervan waren te zien in Oostham waar een trein met nieuwe geweren aankwam. Ook nieuwe Duitse eenheden, Fallschirmjäger, en zware Duitse tanks werden aangevoerd vanuit Nederland en aan het Albertkanaal opgesteld.
3 september 1944: Duitse soldaten te Olmen
Een deel van de Duitse troepen die het Albertkanaal mee verdedigden werden gestationeerd in Olmen. Zij kwamen er aan op 3 september 1944. Op het gehucht Heivoort hadden die troepen zelfs een hoofdkwartier ingericht. Er werd veel munitie aangevoerd en er werden kanonnen opgesteld. Op de grens met Oostham wemelde het van de Duitsers. Zij waren van plan om in Olmen nog strijd te leveren omdat er veel schuttersputten langs de kant van de wegen werden gegraven. Er kwamen ook meer en meer SS-soldaten in Olmen aan.
3 september 1944: Mobilisatie van het verzet in Balen en Olmen
Op 3 september 1944 kwam voor de leden van het Geheim Leger de lang verwachte boodschap, uitgezonden door de BBC (Radio Londen): METHUSALEM A MIS SES GRANDS SABOTS. Door die geheime boodschap wisten alle weerstanders uit de sectoren Balen, Olmen, Mol, Leopoldsburg en Beringen dat zij zich moesten verzamelen op het kasteeltje van de Most. Verscheidene honderden weerstanders kwamen op 5 september 1944 naar het schuiloord en werden ondergebracht op de boerderijen van het domein. Het kasteeltje deed dienst als hoofdkwartier en commandant Liévin van Leopoldsburg leidde er de operaties van het Geheim Leger. De door Londen beloofde wapendropping werd geannuleerd. Door een gebrek aan wapens, konden maar een dertigtal weerstanders in het schuiloord blijven. De anderen werden, na de nodige instructies, terug naar huis gestuurd
5 september 1944: Begin van de operaties van het Geheim Leger
De manschappen van het Geheim Leger (in de volksmond ook wel de Witte Brigade) die zich vanaf begin september 1944 hadden verzameld en geïnstalleerd in het kasteeltje op de Most waren klaar voor actie. Vanaf 5 september 1944 begon het stelselmatig, gewapenderhand, patrouilles uit te sturen op Balens grondgebied om zoveel mogelijk inlichtingen te winnen over de Duitse aanwezigheid in Balen en omstreken.
6 september 1944: Tragische gebeurtenissen in Balen-Centrum
In de voormiddag lieten de Duitsers de bruggen over het kanaal in Gervoort, Olmen en Hoolst in de lucht vliegen.
De manschappen van het Geheim Leger (in de volksmond ook wel de Witte Brigade) die zich vanaf begin september 1944 hadden verzameld en geïnstalleerd in het kasteeltje op de Most waren klaar voor actie. Vanaf 5 september 1944 begon het stelselmatig, gewapenderhand, patrouilles uit te sturen op Balens grondgebied om zoveel mogelijk inlichtingen te winnen over de Duitse aanwezigheid in Balen en omstreken.
6 september 1944: Tragische gebeurtenissen in Balen-Centrum
In de voormiddag lieten de Duitsers de bruggen over het kanaal in Gervoort, Olmen en Hoolst in de lucht vliegen.
Rond het middaguur kwam een gewapende patrouille van de weerstand aan op de markt van Balen. Op hetzelfde ogenblik arriveerde daar ook een auto met Duitse militairen. De verzetslieden sprongen van hun fietsen en met de wapens in de hand overmeesterden zij de Duitsers, die geboeid en met wagen en al afgevoerd werden naar het kasteeltje van de Most. Daar werden zij voor de rest van de oorlog opgesloten en samen met 20 andere gevangengenomen Duitsers overgedragen aan de geallieerden. Toevallig was net SS-Generaal Jungclaus op inspectieronde. Hij kwam uit de richting van Leopoldsburg en zag wat er gebeurde op de markt te Balen. Bliksemsnel reed hij terug naar 'Het Kamp' en telefoneerde naar Duitse troepen in Mol. Enkele uren later kwamen Duitse soldaten met het geweer in aanslag vanuit Mol, met voertuigen langs weerszijden van de weg, naar Balen gemarcheerd.
Tussen de kanaalbrug en de spoorweg woonde Hendrik Segers. Nieuwsgierig naar de omstandigheden kwam 'Rikske' Segers naar buiten om te kijken wat er aan de hand was. Onmiddellijk viel er schot en Hendrik Segers stortte dood neer. Hij was het eerste slachtoffer in Balen tijdens de Bevrijdingsdagen van september 1944.
SEGERS Hendrik - °05/11/1883 Balen - + 06/09/1944 Balen.
De Duitsers die even voordien Hendrik Segers hadden doodgeschoten, kwamen aan op de markt en gingen over tot een razzia. Verscheidene inwoners werden uit hun huizen gehaald en met de handen omhoog tegen de muur gezet met het oog op een mogelijke terechtstelling. Uiteindelijk, na lang onderhandelen, werden de gijzelaars vrijgelaten. Toen werd het bevel gegeven dat alle mannen tussen 18 en
60 jaar zich dienden te melden. Vele mannen vluchtten het dorp uit en zochten een onderkomen in de bossen en velden of bij familie in de naburige dorpen.
Op 6 september werden te Schoorheide de eerste Duitse troepen ingekwartierd bij plaatselijke inwoners. Zij waren moe en vielen in slaap waar ze stonden. De Duitsers stelden kanonnen op langs weerszijden van de weg en groeven schuttersputten. Er werd ook luchtafweergeschut in gereedheid gebracht. De voertuigen werden zorgvuldig gecamoufleerd.
Nog op 6 september 1944 werden er te Leopoldsburg, zonder vorm van proces, 21 politieke gevangen terechtgesteld.
6 september 1944: De strijd om het bruggenhoofd te Beringen
Engelse troepen slaagden op 6 september over het Albertkanaal in Beringen te geraken. De Duitsers vielen het Britse bruggenhoofd met alle middelen aan en probeerden de Engelsen terug over het Albertkanaal te dringen. Vanaf toen kwam de oorlog voor Balen en Olmen zeer dichtbij: te Olmen, op het gehucht Heivoort, werd een Duitse Rode Kruispost ingericht om de gewonden van het front te verzorgen. Zwaargewonden werden met wagens verder afgevoerd. De Duitse kanonnen stonden opgesteld te Olmen, Rosselaar en Schoorheide en bombardeerden onophoudelijk de streek van Beringen, Heppen, Oostham en Leopoldsburg. Die dag nog kwamen er veel vluchtelingen uit Oostham en Kwaadmechelenn aan te Olmen.
Tussen de kanaalbrug en de spoorweg woonde Hendrik Segers. Nieuwsgierig naar de omstandigheden kwam 'Rikske' Segers naar buiten om te kijken wat er aan de hand was. Onmiddellijk viel er schot en Hendrik Segers stortte dood neer. Hij was het eerste slachtoffer in Balen tijdens de Bevrijdingsdagen van september 1944.
SEGERS Hendrik - °05/11/1883 Balen - + 06/09/1944 Balen.
De Duitsers die even voordien Hendrik Segers hadden doodgeschoten, kwamen aan op de markt en gingen over tot een razzia. Verscheidene inwoners werden uit hun huizen gehaald en met de handen omhoog tegen de muur gezet met het oog op een mogelijke terechtstelling. Uiteindelijk, na lang onderhandelen, werden de gijzelaars vrijgelaten. Toen werd het bevel gegeven dat alle mannen tussen 18 en
60 jaar zich dienden te melden. Vele mannen vluchtten het dorp uit en zochten een onderkomen in de bossen en velden of bij familie in de naburige dorpen.
Op 6 september werden te Schoorheide de eerste Duitse troepen ingekwartierd bij plaatselijke inwoners. Zij waren moe en vielen in slaap waar ze stonden. De Duitsers stelden kanonnen op langs weerszijden van de weg en groeven schuttersputten. Er werd ook luchtafweergeschut in gereedheid gebracht. De voertuigen werden zorgvuldig gecamoufleerd.
Nog op 6 september 1944 werden er te Leopoldsburg, zonder vorm van proces, 21 politieke gevangen terechtgesteld.
6 september 1944: De strijd om het bruggenhoofd te Beringen
Engelse troepen slaagden op 6 september over het Albertkanaal in Beringen te geraken. De Duitsers vielen het Britse bruggenhoofd met alle middelen aan en probeerden de Engelsen terug over het Albertkanaal te dringen. Vanaf toen kwam de oorlog voor Balen en Olmen zeer dichtbij: te Olmen, op het gehucht Heivoort, werd een Duitse Rode Kruispost ingericht om de gewonden van het front te verzorgen. Zwaargewonden werden met wagens verder afgevoerd. De Duitse kanonnen stonden opgesteld te Olmen, Rosselaar en Schoorheide en bombardeerden onophoudelijk de streek van Beringen, Heppen, Oostham en Leopoldsburg. Die dag nog kwamen er veel vluchtelingen uit Oostham en Kwaadmechelenn aan te Olmen.
9 september 1944: De Duitsers treden steeds driester op
Op 9 september 1944 werden twee jonge mannen, die in het bezit waren van duiven, betrapt door Duitse militairen. Volgens de Duitse verordening was het houden van duiven verboden en overtreders werden bestraft. Duiven werden immers ook gebruikt om geheime boodschappen te versturen. De arrestanten werden overgebracht naar Balen-Centrum, waar zij tijdens hun ondervraging werden mishandeld. Na de ondervraging werden beide personen in Schoorheide op een braakliggend stuk grond gefusilleerd. Beide jongens worden nergens op een oorlogsmonument vermeld en kunnen daarom worden aangeduid als de 'vergeten oorlogsslachtoffers':
GEERINGS Pieter - °25/12/1925 Balen - + 09/09/1944 Schoorheide.
SCHOETERS Jozef - °12/05/1920 Mol - + 09/09/1944 Schoorheide.
10 september 1944: Onbekende man gefusilleerd te Olmen
Aan het hoofdkwartier in Olmen-Heivoort zagen de inwoners op 10 september 1944 een vreemde man tegen de haag zitten. De vreemde moest plaatsnemen op een motor met zijspan, begeleid door twee Duitse militairen. De motor vertrok en reed een bosweg in. Daar moest de man uitstappen en werd door één van de twee Duitse militairen neergeschoten. De onbekende man bleek later een ontsnapte Russische krijgsgevangene te zijn.
AIZIZINOV Alexander - ongeveer 23 jaar USSR- + 10/09/1944 Olmen
11 september 1944: Het drama van de Malou
De militaire situatie was zo gevorderd dat de Engelse troepen Beringen bevrijd hadden en hun bruggenhoofd uitbreidden naar Hechtel, Heppen, Oostham en Leopoldsburg. Omdat de situatie in Balen voor de Duitsers zo gespannen was, gaven zij het bevel aan de mannelijke bevolking om zo snel mogelijk het dorp te verlaten. Dat bevel werd rondgebracht door de plaatselijke veldwachters. In Schoorheide hadden de inwoners van dat alles niets vernomen omdat het bericht niet was doorgekomen. Bij de bevolking van Schoorheide waren namelijk Duitse soldaten ingekwartierd. Op een bepaald ogenblik stopten er drie vrachtwagens met jonge soldaten. De soldaten waren SS'ers, maar zij hadden de kraagspiegels en kentekens van hun uniform verwijderd. Zij waren zeer zenuwachtig, brulden bevelen en maakten veel kabaal. Voor de bewoners werd het al snel duidelijk wat er te gebeuren stond. De hoofdman van de ingekwartierde Duitsers bleek al even hard te kunnen brullen en nam het op voor de inwoners van Schoorheide. Opeens stoof één van de jonge SS'ers met pistool in de hand vooruit en plaatste het tegen de borst van de hoofdman. De jonge snaak brulde: 'Maul halten' en 'Befehl ist Befehl'. Toen ging alles zeer snel.
Victor Gypen en Jozef Verpoorten werden als eerste meegenomen naar een braakliggend stuk grond. Zij moesten, onder bedreiging van wapens, een kuil graven. Toen de kuil diep genoeg was, mochten ze stoppen met graven en nog een sigaretje roken. Daarna werden ze neergeschoten en in de kuil geworpen. Na dat vreselijk gebeuren werden er nog acht personen van Schoorheide onder bedreiging van wapens tot aan de kuil gebracht. Petrus Geuens en zijn broer Jef, Lambertus Keyken, Ferdinand Goris, Franciscus Geukens, Joannes Ruymaekers, Michael Alen en Ruymaekers Ferdinand. Ze scholden de begeleidende Duitsers de huid vol toen ze op een rij voor de kuil moesten gaan staan. Toen klonk het bevel: "Feuer!" en de acht mannen werden door een mitrailleur neergeveld. Ze werden door de Duitsers bij de andere twee in de kuil gegooid en met aarde bedekt. Toen het donker werd en alles rustig was, durfde Victor 'Toor' Gypen, die gekwetst was, zich uit de kuil bevrijden. Toen hij tergend traag, o.w.v. de stekende pijn, uit de kuil kroop, hoorde hij nog iemand kreunen. Het was Ferdinand 'Nand' Ruymaekers. Samen kropen zij uit de kuil naar een nabijgelegen boerderij voor verzorging. De boer kwam kijken en herkende in eerste instantie Nand en Toor niet. Ze werden binnengelaten, op matrassen gelegd en kregen te drinken. De boer ging hulp zoeken, maar omdat het nacht was en er nog Duitsers in de omgeving waren, was dat niet zo gemakkelijk. Pas de dag nadien kwam de boer terug met twee verpleegsters. Zij dienden de eerste zorgen toe. De verpleegsters zagen dat de wonden erger waren dan verwacht en besloten de beide gekwetsten over te brengen naar het gasthuis van Balen. In volle dag, terwijl de Duitsers de belangrijkste wegen bewaakten, was dat een riskante onderneming. Men had er niets beter op gevonden dan de beide gewonden op een stootkar te leggen en het te bedekken met hooi. Zo ging de tocht via allerlei binnenwegen naar het gasthuis van Balen. Daar aangekomen kregen de mannen de nodige medische zorgen. Beide mannen herstelden volledig van hun kwetsuren. Ferdinand Ruymaekers overleed te Balen in 1978 en Victor Gypen werd heel wat ouder en overleed te Balen in 1989. De andere acht waren op slag dood. Zij stierven allen op die bewuste 11 september 1944 op een braakliggend stuk grond te Schoorheide.
VERPOORTEN Jozef - 01/05/1911 Meerhout - + 11/09/1944 Malou.
ALEN Michael - 17/03/1890 Lommel - + 11/09/1944 Malou.
KEYKEN Lambertus - 25/11/1914 Balen- + 11/09/1944 Malou.
GEUKENS Franciscus - 20/04/1923 Balen - + 11/09/1944 Malou.
GORIS Ferdinand - 07/11/1902 Balen - + 11/09/1944 Malou.
RUYMAEKERS Johannus - 12/08/1923 Balen - + 11/09/1944 Malou.
GEUENS Petrus - 29/09/1904 Balen - + 11/09/1944 Malou.
GEUENS Jozef - 06/06/1907 Balen - + 11/09/1944 Malou.
Op 11 september 1944 werd er te Olmen ook nog een burger uit Oostham gefusilleerd door de Duitsers. Eigenlijk begint het verhaal reeds op 10 september 1944 in Oostham. Daar gaven Duitse soldaten het bevel dat alle inwoners moesten vertrekken richting Dessel. De dag erop zagen Duitse soldaten nog beweging in het huis van de familie Luyts. De aanwezige personen, 17 in totaal, waaronder ook vrouwen en kinderen, werden opgeleid en moesten met de handen in de lucht plaatsnemen tegen een muur. Men dreigde ermee de hele groep neer te schieten. Dat gebeurde gelukkig niet en de ganse groep werd onder begeleiding van Duitse soldaten richting Olmen gevoerd. Onderweg naar Olmen-Centrum kruisten zij een Duitse militair op een motor met zijspan. Hij kwam van Balen en beval de hele groep vrij te laten, behalve Petrus Luyts. Hij moest van de motorrijder terug richting Oostham lopen. Even verderop werd hij, vermoedelijk van op de motor, neergeschoten.
LUYTS Petrus - 13/04/1899 Oostham - + 11/09/1944 Olmen.
Tevens kregen alle bewoners van de de Olmense gehuchten Oosthamse Steenweg, Heistraat, Bukenberg, Hamse Hoeven, Stotert en Heivoort het bevel om hun huizen te verlaten en richting Mol te vluchten.
13 september 1944: Drama op de Bevrijdingsdag
De bewoners van Olmen, die verplicht waren om hun huizen te verlaten, gingen er overdag toch nog een kijkje nemen. Veel landbouwers waren bezorgd om hun vee dat in de stallen was achtergebleven. Ook op 13 september 1944 waren enkele landbouwers naar hun boerderij teruggekeerd om de koeien te melken. Er was veel verkeer, omdat de Duitse troepen zich in de richting van Balen terugtrokken. In de vroege morgen die dag stonden vier inwoners van Olmen achter een boerderij met elkaar te praten. Het waren de broers Louis en Remi Van Olmen, Hendrik Scheurmans en Leon Schoofs, een vluchteling uit Oostham, die bij zijn familie onderdak had gevonden. Op een bepaald ogenblik kwam een Duitser per fiets aangereden en wenkte naar het viertal. Toen het viertal naderde, trok de Duitser een revolver en verplichtte hij hen mee te gaan naar het Duitse hoofdkwartier te Heivoort. Casimir Caerts, tevens een vluchteling uit Oostham, verbleef in een boerderij op de Hamse Hoeven. Hij kwam even aan het raam kijken naar de aftrekkende Duitsers. Hij werd gevangen genomen en eveneens naar het hoofdkwartier gebracht. Daar werden de vijf gevangenen door Duitse SS'ers met machinegeweren neergeschoten. De vijf waren op slag dood. De moordpartij had plaats om O7.30 uur in de morgen, want dat is het uur waarop het horloge van één van de slachtoffers stilviel.
De Duitse soldaten, die nog in Olmen en Balen verbleven, moesten nu snel vertrekken omdat de geallieerden Leopoldsburg en Meerhout bevrijd hadden. Vanuit Meerhout rukten de Engelse tanks verder op naar Mol. De Duitse troepen die in Kwaadmechelen, Oostham, Olmen en Balen verbleven, vreesden voor een omsingeling en verlieten hals over kop de gemeente. In de loop van de morgen van 13 september 1944 keerden de bewoners met mondjesmaat terug naar hun woningen omdat ze dachten dat de Duitsers al weg waren. Rond 08.00 uur kwamen twee broers terug thuis van hun vlucht. Zij liepen recht in de armen van een achttal dronken SS'ers. Beiden moesten dadelijk met de armen in de lucht gaan staan. Vader Gerard Stessens zag dat alles gebeuren en maakte zich snel uit de voeten. De dronken Duitsers riepen hem echter terug en de broers werden verder ongemoeid gelaten. Toen de broers goed en wel binnen waren, weerklonken enkele schoten en Gerard Stessens was dood.
VAN OLMEN Louis - 02/06/1888 Olmen - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
VAN OLMEN Remi - 07/10/1881 Olmen - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
SCHEURMANS Hendrik - 06/01/1902 Oostham - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
SCHOOFS Leon - 13/04/1909 Beringen - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
STESSENS Gerard - 23/08/1903 Kwaadmechelen - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
CAERTS Casimir - 15/09/1881 Beverlo - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
Omstreeks 18.00 uur stopten er te Olmen, op het kruispunt van Bukenberg en Heivoort, twee rupsvoertuigen met Engelse soldaten. Dadelijk werden ze omringd door de omwonenden. "De Engelsen zijn er" was de vreugdekreet. De Engelse soldaten kregen schouderklopjes en deelden sigaretten en chocolade uit. Het was toen dat de Engelse soldaten van de laffe moorden op de onschuldige burgers vernamen. Enkele Engelse soldaten gingen mee om de doden te groeten. Het nieuws van de bevrijders verspreidde zich als een lopend vuurtje. Toen de Engelse verkenners op de markt aankwamen, werden ze verwelkomd door de pastoor, die toevallig een hoed met een driekleurig lint droeg. Gans de bevolking van de Olmense Markt was in feestroes. Van de Markt in Olmen reden de Engelsen via Hoolst verder naar Balen. De rit ging over de Reit, Gasthuisstraat, Stationsstraat tot op de Markt in Balen. Een zee van volk verwelkomde de bevrijders. De vier lange bezettingsjaren kwamen daarmee tot een einde.
Op 9 september 1944 werden twee jonge mannen, die in het bezit waren van duiven, betrapt door Duitse militairen. Volgens de Duitse verordening was het houden van duiven verboden en overtreders werden bestraft. Duiven werden immers ook gebruikt om geheime boodschappen te versturen. De arrestanten werden overgebracht naar Balen-Centrum, waar zij tijdens hun ondervraging werden mishandeld. Na de ondervraging werden beide personen in Schoorheide op een braakliggend stuk grond gefusilleerd. Beide jongens worden nergens op een oorlogsmonument vermeld en kunnen daarom worden aangeduid als de 'vergeten oorlogsslachtoffers':
GEERINGS Pieter - °25/12/1925 Balen - + 09/09/1944 Schoorheide.
SCHOETERS Jozef - °12/05/1920 Mol - + 09/09/1944 Schoorheide.
10 september 1944: Onbekende man gefusilleerd te Olmen
Aan het hoofdkwartier in Olmen-Heivoort zagen de inwoners op 10 september 1944 een vreemde man tegen de haag zitten. De vreemde moest plaatsnemen op een motor met zijspan, begeleid door twee Duitse militairen. De motor vertrok en reed een bosweg in. Daar moest de man uitstappen en werd door één van de twee Duitse militairen neergeschoten. De onbekende man bleek later een ontsnapte Russische krijgsgevangene te zijn.
AIZIZINOV Alexander - ongeveer 23 jaar USSR- + 10/09/1944 Olmen
11 september 1944: Het drama van de Malou
De militaire situatie was zo gevorderd dat de Engelse troepen Beringen bevrijd hadden en hun bruggenhoofd uitbreidden naar Hechtel, Heppen, Oostham en Leopoldsburg. Omdat de situatie in Balen voor de Duitsers zo gespannen was, gaven zij het bevel aan de mannelijke bevolking om zo snel mogelijk het dorp te verlaten. Dat bevel werd rondgebracht door de plaatselijke veldwachters. In Schoorheide hadden de inwoners van dat alles niets vernomen omdat het bericht niet was doorgekomen. Bij de bevolking van Schoorheide waren namelijk Duitse soldaten ingekwartierd. Op een bepaald ogenblik stopten er drie vrachtwagens met jonge soldaten. De soldaten waren SS'ers, maar zij hadden de kraagspiegels en kentekens van hun uniform verwijderd. Zij waren zeer zenuwachtig, brulden bevelen en maakten veel kabaal. Voor de bewoners werd het al snel duidelijk wat er te gebeuren stond. De hoofdman van de ingekwartierde Duitsers bleek al even hard te kunnen brullen en nam het op voor de inwoners van Schoorheide. Opeens stoof één van de jonge SS'ers met pistool in de hand vooruit en plaatste het tegen de borst van de hoofdman. De jonge snaak brulde: 'Maul halten' en 'Befehl ist Befehl'. Toen ging alles zeer snel.
Victor Gypen en Jozef Verpoorten werden als eerste meegenomen naar een braakliggend stuk grond. Zij moesten, onder bedreiging van wapens, een kuil graven. Toen de kuil diep genoeg was, mochten ze stoppen met graven en nog een sigaretje roken. Daarna werden ze neergeschoten en in de kuil geworpen. Na dat vreselijk gebeuren werden er nog acht personen van Schoorheide onder bedreiging van wapens tot aan de kuil gebracht. Petrus Geuens en zijn broer Jef, Lambertus Keyken, Ferdinand Goris, Franciscus Geukens, Joannes Ruymaekers, Michael Alen en Ruymaekers Ferdinand. Ze scholden de begeleidende Duitsers de huid vol toen ze op een rij voor de kuil moesten gaan staan. Toen klonk het bevel: "Feuer!" en de acht mannen werden door een mitrailleur neergeveld. Ze werden door de Duitsers bij de andere twee in de kuil gegooid en met aarde bedekt. Toen het donker werd en alles rustig was, durfde Victor 'Toor' Gypen, die gekwetst was, zich uit de kuil bevrijden. Toen hij tergend traag, o.w.v. de stekende pijn, uit de kuil kroop, hoorde hij nog iemand kreunen. Het was Ferdinand 'Nand' Ruymaekers. Samen kropen zij uit de kuil naar een nabijgelegen boerderij voor verzorging. De boer kwam kijken en herkende in eerste instantie Nand en Toor niet. Ze werden binnengelaten, op matrassen gelegd en kregen te drinken. De boer ging hulp zoeken, maar omdat het nacht was en er nog Duitsers in de omgeving waren, was dat niet zo gemakkelijk. Pas de dag nadien kwam de boer terug met twee verpleegsters. Zij dienden de eerste zorgen toe. De verpleegsters zagen dat de wonden erger waren dan verwacht en besloten de beide gekwetsten over te brengen naar het gasthuis van Balen. In volle dag, terwijl de Duitsers de belangrijkste wegen bewaakten, was dat een riskante onderneming. Men had er niets beter op gevonden dan de beide gewonden op een stootkar te leggen en het te bedekken met hooi. Zo ging de tocht via allerlei binnenwegen naar het gasthuis van Balen. Daar aangekomen kregen de mannen de nodige medische zorgen. Beide mannen herstelden volledig van hun kwetsuren. Ferdinand Ruymaekers overleed te Balen in 1978 en Victor Gypen werd heel wat ouder en overleed te Balen in 1989. De andere acht waren op slag dood. Zij stierven allen op die bewuste 11 september 1944 op een braakliggend stuk grond te Schoorheide.
VERPOORTEN Jozef - 01/05/1911 Meerhout - + 11/09/1944 Malou.
ALEN Michael - 17/03/1890 Lommel - + 11/09/1944 Malou.
KEYKEN Lambertus - 25/11/1914 Balen- + 11/09/1944 Malou.
GEUKENS Franciscus - 20/04/1923 Balen - + 11/09/1944 Malou.
GORIS Ferdinand - 07/11/1902 Balen - + 11/09/1944 Malou.
RUYMAEKERS Johannus - 12/08/1923 Balen - + 11/09/1944 Malou.
GEUENS Petrus - 29/09/1904 Balen - + 11/09/1944 Malou.
GEUENS Jozef - 06/06/1907 Balen - + 11/09/1944 Malou.
Op 11 september 1944 werd er te Olmen ook nog een burger uit Oostham gefusilleerd door de Duitsers. Eigenlijk begint het verhaal reeds op 10 september 1944 in Oostham. Daar gaven Duitse soldaten het bevel dat alle inwoners moesten vertrekken richting Dessel. De dag erop zagen Duitse soldaten nog beweging in het huis van de familie Luyts. De aanwezige personen, 17 in totaal, waaronder ook vrouwen en kinderen, werden opgeleid en moesten met de handen in de lucht plaatsnemen tegen een muur. Men dreigde ermee de hele groep neer te schieten. Dat gebeurde gelukkig niet en de ganse groep werd onder begeleiding van Duitse soldaten richting Olmen gevoerd. Onderweg naar Olmen-Centrum kruisten zij een Duitse militair op een motor met zijspan. Hij kwam van Balen en beval de hele groep vrij te laten, behalve Petrus Luyts. Hij moest van de motorrijder terug richting Oostham lopen. Even verderop werd hij, vermoedelijk van op de motor, neergeschoten.
LUYTS Petrus - 13/04/1899 Oostham - + 11/09/1944 Olmen.
Tevens kregen alle bewoners van de de Olmense gehuchten Oosthamse Steenweg, Heistraat, Bukenberg, Hamse Hoeven, Stotert en Heivoort het bevel om hun huizen te verlaten en richting Mol te vluchten.
13 september 1944: Drama op de Bevrijdingsdag
De bewoners van Olmen, die verplicht waren om hun huizen te verlaten, gingen er overdag toch nog een kijkje nemen. Veel landbouwers waren bezorgd om hun vee dat in de stallen was achtergebleven. Ook op 13 september 1944 waren enkele landbouwers naar hun boerderij teruggekeerd om de koeien te melken. Er was veel verkeer, omdat de Duitse troepen zich in de richting van Balen terugtrokken. In de vroege morgen die dag stonden vier inwoners van Olmen achter een boerderij met elkaar te praten. Het waren de broers Louis en Remi Van Olmen, Hendrik Scheurmans en Leon Schoofs, een vluchteling uit Oostham, die bij zijn familie onderdak had gevonden. Op een bepaald ogenblik kwam een Duitser per fiets aangereden en wenkte naar het viertal. Toen het viertal naderde, trok de Duitser een revolver en verplichtte hij hen mee te gaan naar het Duitse hoofdkwartier te Heivoort. Casimir Caerts, tevens een vluchteling uit Oostham, verbleef in een boerderij op de Hamse Hoeven. Hij kwam even aan het raam kijken naar de aftrekkende Duitsers. Hij werd gevangen genomen en eveneens naar het hoofdkwartier gebracht. Daar werden de vijf gevangenen door Duitse SS'ers met machinegeweren neergeschoten. De vijf waren op slag dood. De moordpartij had plaats om O7.30 uur in de morgen, want dat is het uur waarop het horloge van één van de slachtoffers stilviel.
De Duitse soldaten, die nog in Olmen en Balen verbleven, moesten nu snel vertrekken omdat de geallieerden Leopoldsburg en Meerhout bevrijd hadden. Vanuit Meerhout rukten de Engelse tanks verder op naar Mol. De Duitse troepen die in Kwaadmechelen, Oostham, Olmen en Balen verbleven, vreesden voor een omsingeling en verlieten hals over kop de gemeente. In de loop van de morgen van 13 september 1944 keerden de bewoners met mondjesmaat terug naar hun woningen omdat ze dachten dat de Duitsers al weg waren. Rond 08.00 uur kwamen twee broers terug thuis van hun vlucht. Zij liepen recht in de armen van een achttal dronken SS'ers. Beiden moesten dadelijk met de armen in de lucht gaan staan. Vader Gerard Stessens zag dat alles gebeuren en maakte zich snel uit de voeten. De dronken Duitsers riepen hem echter terug en de broers werden verder ongemoeid gelaten. Toen de broers goed en wel binnen waren, weerklonken enkele schoten en Gerard Stessens was dood.
VAN OLMEN Louis - 02/06/1888 Olmen - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
VAN OLMEN Remi - 07/10/1881 Olmen - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
SCHEURMANS Hendrik - 06/01/1902 Oostham - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
SCHOOFS Leon - 13/04/1909 Beringen - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
STESSENS Gerard - 23/08/1903 Kwaadmechelen - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
CAERTS Casimir - 15/09/1881 Beverlo - + 13/09/1944 Olmen-Heivoort.
Omstreeks 18.00 uur stopten er te Olmen, op het kruispunt van Bukenberg en Heivoort, twee rupsvoertuigen met Engelse soldaten. Dadelijk werden ze omringd door de omwonenden. "De Engelsen zijn er" was de vreugdekreet. De Engelse soldaten kregen schouderklopjes en deelden sigaretten en chocolade uit. Het was toen dat de Engelse soldaten van de laffe moorden op de onschuldige burgers vernamen. Enkele Engelse soldaten gingen mee om de doden te groeten. Het nieuws van de bevrijders verspreidde zich als een lopend vuurtje. Toen de Engelse verkenners op de markt aankwamen, werden ze verwelkomd door de pastoor, die toevallig een hoed met een driekleurig lint droeg. Gans de bevolking van de Olmense Markt was in feestroes. Van de Markt in Olmen reden de Engelsen via Hoolst verder naar Balen. De rit ging over de Reit, Gasthuisstraat, Stationsstraat tot op de Markt in Balen. Een zee van volk verwelkomde de bevrijders. De vier lange bezettingsjaren kwamen daarmee tot een einde.
Nabeschouwing
Balen en de toenmalige gemeente Olmen hebben, ondanks het feit dat zij gespaard bleven van het oorlogsgeweld, toch een hoge tol betaald tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de Bevrijdingsdagen vielen er in Balen 11 en Olmen 8 burgerslachtoffers. Gedurende de bezetting werden er veel inwoners opgepakt en door de Duitse politiediensten naar Duitsland gesleept. Een tiental inwoners uit Balen bleven in de concentratiekampen achter. Twee inwoners uit de gemeenten werden voor Duitse rechtbanken ter dood veroordeeld en terechtgesteld.
Laat deze website een eerbetoon zijn aan alle Balense en Olmense slachtoffers zodat zij nooit vergeten en altijd herinnerd zullen worden. Alle slachtoffers werden opgenomen onder de rubriek 'Oorlogsslachtoffers'.
Geraadpleegde bronnen in 'Nooit meer Oorlog', Balen en Olmen tijdens WOI en WOII
- Driemaandelijkse tijdschriften HKB: nr.26; Leven met de bezetter, R. Leynen.
- Driemaandelijkse tijdschriften HKB: nr.20; Victor Geypen vertelt, R. Vermeulen.
- Driemaandelijkse tijdschriften HKB: nr.68; Ontploffingen te Wezel, V. Berckmans.
- Jaarboek Heemkring Balen 2007: Balense en Olmense partizanen in korps 069, T. Vanleeuwen.
- Jaarboek Heemkring Balen 2007: Russen in het dorp, T. Vanleeuwen.
- Van Weselo tot Wezel.
- Balen tijdens de Tweede Wereldoorlog, K. Mertens.
- Olmen tijdens de Tweede Wereldoorlog, F. Smolders.
- Van Baenle tot Balen, J. Michiels en R. Vermeulen.
Balen en de toenmalige gemeente Olmen hebben, ondanks het feit dat zij gespaard bleven van het oorlogsgeweld, toch een hoge tol betaald tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de Bevrijdingsdagen vielen er in Balen 11 en Olmen 8 burgerslachtoffers. Gedurende de bezetting werden er veel inwoners opgepakt en door de Duitse politiediensten naar Duitsland gesleept. Een tiental inwoners uit Balen bleven in de concentratiekampen achter. Twee inwoners uit de gemeenten werden voor Duitse rechtbanken ter dood veroordeeld en terechtgesteld.
Laat deze website een eerbetoon zijn aan alle Balense en Olmense slachtoffers zodat zij nooit vergeten en altijd herinnerd zullen worden. Alle slachtoffers werden opgenomen onder de rubriek 'Oorlogsslachtoffers'.
Geraadpleegde bronnen in 'Nooit meer Oorlog', Balen en Olmen tijdens WOI en WOII
- Driemaandelijkse tijdschriften HKB: nr.26; Leven met de bezetter, R. Leynen.
- Driemaandelijkse tijdschriften HKB: nr.20; Victor Geypen vertelt, R. Vermeulen.
- Driemaandelijkse tijdschriften HKB: nr.68; Ontploffingen te Wezel, V. Berckmans.
- Jaarboek Heemkring Balen 2007: Balense en Olmense partizanen in korps 069, T. Vanleeuwen.
- Jaarboek Heemkring Balen 2007: Russen in het dorp, T. Vanleeuwen.
- Van Weselo tot Wezel.
- Balen tijdens de Tweede Wereldoorlog, K. Mertens.
- Olmen tijdens de Tweede Wereldoorlog, F. Smolders.
- Van Baenle tot Balen, J. Michiels en R. Vermeulen.