Oktober 2021
Het uurwerk was een onmisbaar stuk voor communicatiediensten tijdens de Tweede Wereldoorlog, vooral bij militaire communicatie was een correcte notatie van het uur van groot belang.
Al in 1934 vroeg de Duitse legerleiding aan de prestigieuze horlogemaker Junghans om een uurwerk te ontwikkelen welke aan de specifieke behoeften van de radio-operatoren voldeed.
Naarmate het Duitse leger groeide en dus ook de vraag aan uurwerken, werden vanaf 1937 ook 3 andere producenten aangesproken: Kienzle, Tobias Bäurle & Sohne en Köhler & Co.
Elke Duitse radio-operator, telefonist en telegrafist kreeg standaard een persoonlijk reglementair uurwerk toegekend.
Al in 1934 vroeg de Duitse legerleiding aan de prestigieuze horlogemaker Junghans om een uurwerk te ontwikkelen welke aan de specifieke behoeften van de radio-operatoren voldeed.
Naarmate het Duitse leger groeide en dus ook de vraag aan uurwerken, werden vanaf 1937 ook 3 andere producenten aangesproken: Kienzle, Tobias Bäurle & Sohne en Köhler & Co.
Elke Duitse radio-operator, telefonist en telegrafist kreeg standaard een persoonlijk reglementair uurwerk toegekend.
Met behulp van deze typerende klokjes kon elke boodschap op een exact uur worden verzonden en aan de andere kant van de lijn een uur worden genoteerd bij het ontvangen van een boodschap.
Natuurlijk was het hierbij van groot belang dat de klokjes aan beide kanten van de lijn het gelijke uur aangaven. Om de klokken gelijk te stellen werd een radiosignaal uitgezonden, zodat er weinig marge was voor fouten.
Zowel het Heer (landmacht), Luftwaffe (luchtmacht) en de Kriegsmarine (zeemacht) maakten gedurende de hele oorlog gebruik van deze draagbare klokjes.
De uurwerken kwamen in 2 kleurvariaties: natuurlijk vernist hout of in typische grijze kleur die ook de rest van het radiomateriaal had.
Natuurlijk was het hierbij van groot belang dat de klokjes aan beide kanten van de lijn het gelijke uur aangaven. Om de klokken gelijk te stellen werd een radiosignaal uitgezonden, zodat er weinig marge was voor fouten.
Zowel het Heer (landmacht), Luftwaffe (luchtmacht) en de Kriegsmarine (zeemacht) maakten gedurende de hele oorlog gebruik van deze draagbare klokjes.
De uurwerken kwamen in 2 kleurvariaties: natuurlijk vernist hout of in typische grijze kleur die ook de rest van het radiomateriaal had.
Zoals vroeger meestal het geval was, moest het uurwerk worden 'opgedraaid' om het te laten werken. Eénmaal volledig opgewonden (10 volledige omwentelingen met het opwindsysteem), gaat het klokje tot wel 8 dagen mee.
Om aan het opwindsysteem te kunnen, wordt het klokje simpelweg opengeklikt. Tevens vinden we aan de binnenzijde van de behuizing de producent en extra info zoals onder andere welk legeronderdeel het klokje toebehoorde.
Boven zien we een klokje gemaakt voor Heerestruppen in natuurkleur en een klokje voor Luftwaffetruppen in grijze tint.
Om aan het opwindsysteem te kunnen, wordt het klokje simpelweg opengeklikt. Tevens vinden we aan de binnenzijde van de behuizing de producent en extra info zoals onder andere welk legeronderdeel het klokje toebehoorde.
Boven zien we een klokje gemaakt voor Heerestruppen in natuurkleur en een klokje voor Luftwaffetruppen in grijze tint.
Buiten het gewone uur, is er ook een secondewijzer aanwezig. Op deze manier konden uren nog nauwkeuriger worden genoteerd. Bovendien werden op de wijzers en cijfers fluorescerende verf aangebracht, zodat ook in de schemering verder kon worden gewerkt. Het was immers niet altijd even slim een lampje aan te steken, zeker niet als je je vlakbij het front bevond.
Om het uurwerk extra stevigheid te geven bij staand gebruik kunnen onderaan 2 metalen steunen worden opengevouwen. Op de achterzijde is ook een 'oogje' voorzien om het uurwerk aan de muur of in (radio)voertuigen op te hangen.
Bronnen
Archief- en Documentatie Werkgroep Balen Bevrijd.
MASSIEU, J-F., La Téléphonie Militaire Allemande 1935-1945, 2017.
Archief- en Documentatie Werkgroep Balen Bevrijd.
MASSIEU, J-F., La Téléphonie Militaire Allemande 1935-1945, 2017.