Oktober 2019
Een stille slaper...
Het object van de maand voor Oktober is een schenking die we in ontvangst mochten nemen in de loop van het 'Pop-Up Museum'.
Het object van de maand voor Oktober is een schenking die we in ontvangst mochten nemen in de loop van het 'Pop-Up Museum'.
In de loop van ons tijdelijk ingerichte museum mochten we alweer rekenen op heel aantal prachtige schenkingen, waaronder deze stille slaper: een Duits gasmasker, volledig onaangeroerd, zoals het door de bezetter te Balen werd achtergelaten.
Duitse troepen in Balen en Olmen tijdens de Bevrijdingsgevechten
De landing in Normandië op 6 juni 1944 opende een derde front tegen de Duitsers. Aanvankelijk weerden de Duitse troepen zich hardnekkig zodat de geallieerde opmars vertraging opliep. Het duurde nog tot augustus 1944 voor de geallieerde legers een doorbraak konden forceren. Vanaf september leek de geallieerde opmars echter niet meer te stoppen. Op 2 september werd de Belgische grens bereikt en een dag later rolden de eerste bevrijders de hoofdstad Brussel binnen. Op 4 september werd Antwerpen bevrijd, net zoals de steden Leuven, Mechelen, Lier en Kortrijk. Om de snelle opmars te kunnen stoppen, wierpen de Duitsers een verdedigingslijn op achter het Albertkanaal.
Het Duitse opperbevel nam dadelijk maatregelen en vanaf 3 september 1944 werd een verdedigingslinie uitgebouwd aan het Albertkanaal. Het kanaal verbond de steden Antwerpen en Luik. Infanteriegeneraal Reinhard, bevelhebber van het Duitse 88e Legerkorps, kreeg de taak om een defensieve lijn achter het Albertkanaal uit te bouwen om de geallieerde opmars tot stilstand te kunnen brengen. De sector gaande van Beringen tot Geel werd toevertrouwd aan Luitenant Generaal Kurt Chill. Generaal Chill werd belast met de praktische zaken en installeerde wachtposten op de bruggen van het kanaal om vluchtende Duitse troepen tegen te houden. Het vluchtende leger werd gereorganiseerd en herbewapend. Maar de verdedigingslijn aan het Albertkanaal was te dun bezet, waardoor eveneens nieuwe uitgeruste Duitse troepen, komende vanuit Nederland en het Duitse Rijk, het front aan het Albertkanaal moesten versterken.
De landing in Normandië op 6 juni 1944 opende een derde front tegen de Duitsers. Aanvankelijk weerden de Duitse troepen zich hardnekkig zodat de geallieerde opmars vertraging opliep. Het duurde nog tot augustus 1944 voor de geallieerde legers een doorbraak konden forceren. Vanaf september leek de geallieerde opmars echter niet meer te stoppen. Op 2 september werd de Belgische grens bereikt en een dag later rolden de eerste bevrijders de hoofdstad Brussel binnen. Op 4 september werd Antwerpen bevrijd, net zoals de steden Leuven, Mechelen, Lier en Kortrijk. Om de snelle opmars te kunnen stoppen, wierpen de Duitsers een verdedigingslijn op achter het Albertkanaal.
Het Duitse opperbevel nam dadelijk maatregelen en vanaf 3 september 1944 werd een verdedigingslinie uitgebouwd aan het Albertkanaal. Het kanaal verbond de steden Antwerpen en Luik. Infanteriegeneraal Reinhard, bevelhebber van het Duitse 88e Legerkorps, kreeg de taak om een defensieve lijn achter het Albertkanaal uit te bouwen om de geallieerde opmars tot stilstand te kunnen brengen. De sector gaande van Beringen tot Geel werd toevertrouwd aan Luitenant Generaal Kurt Chill. Generaal Chill werd belast met de praktische zaken en installeerde wachtposten op de bruggen van het kanaal om vluchtende Duitse troepen tegen te houden. Het vluchtende leger werd gereorganiseerd en herbewapend. Maar de verdedigingslijn aan het Albertkanaal was te dun bezet, waardoor eveneens nieuwe uitgeruste Duitse troepen, komende vanuit Nederland en het Duitse Rijk, het front aan het Albertkanaal moesten versterken.
Vanaf 6 september 1944 kwamen vele nieuwe troepen in Balen en Olmen aan. Gedurende de gevechten aan het Albertkanaal was de gemeente Balen bovendien hét commandocentrum van de Duitse verdediging. Generaal Chill installeerde een vooruitgeschoven commandopost in het huis van Rikus Jansen aan de Molsebaan in Balen. Luitenant Von der Heydte - bevelhebber van het 6e Fallschirmjäger Regiment - had tijdelijk zijn hoofdkwartier op de Markt in Balen bij de gezusters Schroyen.
De eerste helft van september 1944 werden Balen en Olmen bijgevolg overspoeld door Duitse troepen, die zware strijd leverden aan het Albertkanaal en de Britse bruggenhoofden bij Beringen en Geel.
In de nacht van 12 op 13 september 1944 begon de evacuatie van de Duitse troepen uit de regio van Oostham, Olmen en Balen. De laatste Duitse troepen verlieten het grondgebied van Balen in de vroege namiddag van 13 september 1944.
De eerste helft van september 1944 werden Balen en Olmen bijgevolg overspoeld door Duitse troepen, die zware strijd leverden aan het Albertkanaal en de Britse bruggenhoofden bij Beringen en Geel.
In de nacht van 12 op 13 september 1944 begon de evacuatie van de Duitse troepen uit de regio van Oostham, Olmen en Balen. De laatste Duitse troepen verlieten het grondgebied van Balen in de vroege namiddag van 13 september 1944.
Positionering van Duitse troepen op 9 september 1944
- De 1. Kompanie van de Schwere Heeres Panzerjäger–Abteilung 559 was aanwezig in Rosselaar- Tenderlo en had daar in de bossen 3 Jagdpanzer opgesteld.
- Het 17/18. SS Ausbildung und Ersatz Artillerie Regiment had 2 batterijen geïnstalleerd. Eén Batterij, bestaande uit 4 artilleriestukken, stond in Balen-Malou en de andere Batterij, ook bestaande uit 4 stukken, stond in Olmen- Bukenberg.
- De 6. Kompanie van Schwere Flak-Abteilung 602 was aanwezig op de Malou en in Olmen Lichtenbos met enkele zware luchtafweerkanonnen (88mm FLAK).
- Het 1. Batallion van Fallschirmjäger Regiment 2 - deel van de Kampfgruppe Finzel - was met 1 compagnie aanwezig nabij de grens Balen-Leopoldsburg-Malou.
- De 4. Kompanie van Flakabteilung 925 had 4 artilleriestukken (88mm FLAK) opgesteld in Balen- Schoorheide.
- Het voltallige Fallschirmjäger Regiment 6 - de zogenaamde Kampfgruppe Von Der Heydte - had troepen gelegen in Olmen-Bukenberg. Het hoofdkwartier was gelegen op de Markt in Balen.
Het gasmasker dat we mochten ontvangen is dus in hoogste waarschijnlijkheid achtergelaten door de haastig terugtrekkende troepen. In de toekomst hopen we dan ook zeker een gezicht te kunnen plakken op 'H.Rauter', de naam welke we terug kunnen vinden op zowel de onderkant van de gasmaskerbus als op de berieming van het masker.
Dit wordt alweer een mooie uitdaging naar de toekomst toe!
Dit wordt alweer een mooie uitdaging naar de toekomst toe!
Afsluiten doen we dan ook met een hartelijke dank aan alle mensen die in de voorbije weken de tijd namen om ons tijdelijke museum te bezoeken. Met 2.500 waren jullie! Zonder jullie verhalen, schenkingen of gewoon een goeie babbel had dit immers geen geslaagd project kunnen zijn.....
BEDANKT!