Juni 2020
D-Day
6 Juni 1944 zou de geschiedenisboeken ingaan als de grootste militaire invasie ooit. 156.000 Geallieerde troepen moesten via de lucht en met amfibievoertuigen een bruggenhoofd weten te vestigen, waardoor de geallieerden vaste voet aan wal zouden krijgen op het westelijke front.
Daarnaast waren de geallieerde landingen in Normandië het begin van Operation Overlord. Een belangrijke onderneming met als gevolg de uiteindelijke bevrijding van West-Europa.
6 Juni 1944 zou de geschiedenisboeken ingaan als de grootste militaire invasie ooit. 156.000 Geallieerde troepen moesten via de lucht en met amfibievoertuigen een bruggenhoofd weten te vestigen, waardoor de geallieerden vaste voet aan wal zouden krijgen op het westelijke front.
Daarnaast waren de geallieerde landingen in Normandië het begin van Operation Overlord. Een belangrijke onderneming met als gevolg de uiteindelijke bevrijding van West-Europa.
Ook de Duitsers wisten dat ze zich moesten voorbereiden op een mogelijke geallieerde invasie in West-Europa. Doch waren er veel onzekerheden. Onder meer de onwetendheid van de landingsplaats verontruste vele Duitse bevelhebbers.
Als voorbereiding hierop was men al sinds het begin van de oorlog bezig de Duitse 'Atlantikwall' uit te bouwen, een verdedigingslinie die langs het grootste deel van de Europese westkust werd opgebouwd om een eventuele invasie af te kunnen weren. Volgens Duitse propaganda was de Atlantikwall zo goed als onneembaar, maar in feite was dit slechts één van de overambitieuze plannen van Hitler en zijn generaals.
Toen Erwin Rommel in 1943 de verantwoordelijkheid over de kustverdediging richting het westen kreeg, stond deze verbaasd van de slechte uitwerking hiervan.
Er waren dan wel duizenden bunkers met kanonnen en machinegeweren, maar de verdediging zat vol gaten.
Meteen werd bevel gegeven de verstevigingen beter uit te werken.
Met de hulp van dwangarbeiders, Organisation Todt en eigen soldaten werden miljoenen landmijnen aangebracht, militaire obstakels geplaatst en loopgraven gedolven.
Ook in de maanden voor de invasie werkte men met man en macht aan de versteviging van de Atlantikwall.
In vele streken bleek de kustverdediging eerder beperkt. Daarom gaf Erwin Rommel, na zijn ondervindingen, de opdracht om de verdediging zo goed mogelijk te optimaliseren. Echter was er niet voldoende mankracht en materiaal voorhanden om de Atlantikwall tijdig te voltooien.
Als voorbereiding hierop was men al sinds het begin van de oorlog bezig de Duitse 'Atlantikwall' uit te bouwen, een verdedigingslinie die langs het grootste deel van de Europese westkust werd opgebouwd om een eventuele invasie af te kunnen weren. Volgens Duitse propaganda was de Atlantikwall zo goed als onneembaar, maar in feite was dit slechts één van de overambitieuze plannen van Hitler en zijn generaals.
Toen Erwin Rommel in 1943 de verantwoordelijkheid over de kustverdediging richting het westen kreeg, stond deze verbaasd van de slechte uitwerking hiervan.
Er waren dan wel duizenden bunkers met kanonnen en machinegeweren, maar de verdediging zat vol gaten.
Meteen werd bevel gegeven de verstevigingen beter uit te werken.
Met de hulp van dwangarbeiders, Organisation Todt en eigen soldaten werden miljoenen landmijnen aangebracht, militaire obstakels geplaatst en loopgraven gedolven.
Ook in de maanden voor de invasie werkte men met man en macht aan de versteviging van de Atlantikwall.
In vele streken bleek de kustverdediging eerder beperkt. Daarom gaf Erwin Rommel, na zijn ondervindingen, de opdracht om de verdediging zo goed mogelijk te optimaliseren. Echter was er niet voldoende mankracht en materiaal voorhanden om de Atlantikwall tijdig te voltooien.
In het voorjaar van 1944 schrijft Rommel nog vol goede moed aan zijn vrouw: ‘Ik ben ervan overtuigd dat we de westkust kunnen verdedigen, als we goed voorbereid zijn. Ik denk dat we een aanval kunnen afslaan.’
Helaas (voor de Duitse legerleiding) landden de geallieerden vroeger dan verwacht en konden niet alle verstevigingswerken ten volle worden uitgebouwd.
Bovendien waren de geallieerde troepen reeds maanden aan het trainen voor deze actie, in tegenstelling tot de Duitse bezetter. Het Duitse verdedigingsleger bestond immer voor het grootste deel uit onervaren Landsers (voetsoldaten) of vrijwilligers uit bezette gebieden die zich hadden gemeld om zo gevangenschap te ontlopen.
Helaas (voor de Duitse legerleiding) landden de geallieerden vroeger dan verwacht en konden niet alle verstevigingswerken ten volle worden uitgebouwd.
Bovendien waren de geallieerde troepen reeds maanden aan het trainen voor deze actie, in tegenstelling tot de Duitse bezetter. Het Duitse verdedigingsleger bestond immer voor het grootste deel uit onervaren Landsers (voetsoldaten) of vrijwilligers uit bezette gebieden die zich hadden gemeld om zo gevangenschap te ontlopen.
Rt. Moczinski.
Op de fotos boven zien we een Duitse helm model 42 welke aan de binnenzijde duidelijk is genaamd: Rt. Moczinski. Uitgaande van de vreemde aard van deze naam en de locatie waar deze werd gevonden heeft deze helm met grote waarschijnlijkheid aan één van deze buitenlandse vrijwilligers toebehoord.
De helm zelf werd jaren later gevonden op een zolder ergens bij de slagvelden van Normandië. Heel typisch voor helmen teruggevonden in deze regio is de camouflage die op de helmen werd aangebracht. In vakterminologie onder verzamelaars wordt dan ook verwezen naar 'Normandy Camo', terwijl deze niet enkel hier werd gebruikt, maar wel typerend was voor de streek.
Deze helmen werden vaak gecamoufleerd in 3 typerende kleuren, oorspronkelijk bedoeld voor het camoufleren en schilderen van voertuigen (oker/bruin - einheitsfarbe/zandkleur - veldgroen).
Over het algemeen kunnen we stellen dat het camoufleren van staalhelmen naar het eind van de Tweede Wereldoorlog toe een wijdverspreid Duits gebruik was.
Op de foto bovenaan het artikel kan je duidelijk het verschil zien in camouflagepatronen. Hoewel alle drie de helmen (en gasmaskerbus) worden gecategoriseerd als 'Normandy camo', verschillen deze toch opmerkelijk.
De ene oogt al wat 'esthetischer' als de andere... soldaten lieten zich beïnvloeden door de directe omgeving waarin ze zich bevonden en zich alsdus moesten camoufleren, al zal de kunstzinnigheid van de soldaat in kwestie er natuurlijk ook wel veel met te maken hebben gehad.
Op de fotos boven zien we een Duitse helm model 42 welke aan de binnenzijde duidelijk is genaamd: Rt. Moczinski. Uitgaande van de vreemde aard van deze naam en de locatie waar deze werd gevonden heeft deze helm met grote waarschijnlijkheid aan één van deze buitenlandse vrijwilligers toebehoord.
De helm zelf werd jaren later gevonden op een zolder ergens bij de slagvelden van Normandië. Heel typisch voor helmen teruggevonden in deze regio is de camouflage die op de helmen werd aangebracht. In vakterminologie onder verzamelaars wordt dan ook verwezen naar 'Normandy Camo', terwijl deze niet enkel hier werd gebruikt, maar wel typerend was voor de streek.
Deze helmen werden vaak gecamoufleerd in 3 typerende kleuren, oorspronkelijk bedoeld voor het camoufleren en schilderen van voertuigen (oker/bruin - einheitsfarbe/zandkleur - veldgroen).
Over het algemeen kunnen we stellen dat het camoufleren van staalhelmen naar het eind van de Tweede Wereldoorlog toe een wijdverspreid Duits gebruik was.
Op de foto bovenaan het artikel kan je duidelijk het verschil zien in camouflagepatronen. Hoewel alle drie de helmen (en gasmaskerbus) worden gecategoriseerd als 'Normandy camo', verschillen deze toch opmerkelijk.
De ene oogt al wat 'esthetischer' als de andere... soldaten lieten zich beïnvloeden door de directe omgeving waarin ze zich bevonden en zich alsdus moesten camoufleren, al zal de kunstzinnigheid van de soldaat in kwestie er natuurlijk ook wel veel met te maken hebben gehad.
Bronnen
Suy. F., www.FJM44.com.
BALEN BEVRIJD, Brochure 'Pop-Up museum', 2019.
T. Ussing, D-Day gezien door Duitse ogen, 2017, Historia.
Suy. F., www.FJM44.com.
BALEN BEVRIJD, Brochure 'Pop-Up museum', 2019.
T. Ussing, D-Day gezien door Duitse ogen, 2017, Historia.