Januari 2018
Toeval bestaat niet! Of toch wel?! Het nieuwe Object van de Maand vormt alvast een mooi bewijs van het feit dat sommige dingen voorbestemd (kunnen) zijn.
Deze maand wordt een Belgisch officiersensemble in de schijnwerpers gezet dat dienst deed tijdens de Meidagen van 1940. Het geheel bestaat uit een officiersvest, een broek, een paar kentekens en enkele bijhorende papieren op naam van Reserve-Luitenant Grégorius Laurentius Hellemans. Toeval wil dat het getoonde geheel een bijzondere link heeft met Balen.
Deze maand wordt een Belgisch officiersensemble in de schijnwerpers gezet dat dienst deed tijdens de Meidagen van 1940. Het geheel bestaat uit een officiersvest, een broek, een paar kentekens en enkele bijhorende papieren op naam van Reserve-Luitenant Grégorius Laurentius Hellemans. Toeval wil dat het getoonde geheel een bijzondere link heeft met Balen.
De militaire carrière van G.L. Hellemans
Gregorius Laurentius Hellemans werd geboren in Edegem op 21 juli 1905 en had ook daar zijn verblijfplaats. Hij was het vijfde kind van Carolus Josephus Hellemans en Victoria Maria Van Put. Het gezin Hellemans - Van Put bestond in totaal uit zeven kinderen en woonde in Edegem bij Antwerpen. Grégorius Hellemans trad in het huwelijk met Maria Louisa Somers op 13 september 1932 in Mortsel.
G.L. Hellemans kwam in het Belgische Leger terecht als dienstplichtige van de militieklasse 1926. Hij kreeg stamboeknummer 30.149 en werd aanvankelijk toegewezen aan het 2de Regiment Lansiers. Uiteindelijk kon hij zich opwerken tot Reserve-Luitenant in het Transportkorps van het IVde Leger Korps.
Uit zijn militaire personeelsdossier blijkt dat hij met de fiets kon rijden en zowel Nederlands als Frans kon spreken, schrijven en lezen. Om die laatste reden kon hij waarschijnlijk vlot doorstromen tot het kader van Reserve Officieren.
Hieronder volgt alvast een beknopt overzicht van de militaire loopbaan van G.L. Hellemans:
De uniformstukken van Reserve-Luitenant G.L. Hellemans
De getoonde stukken vormen een officiersensemble van het Model 1935. Het uniform heeft, in tegenstelling tot de oudere modellen, een opengewerkte kraag en sluit vooraan met vier ‘leeuwenknopen’. Officieren waren zelf verantwoordelijk voor de aankoop van hun uniform en deden daarvoor beroep op een gespecialiseerde kleermaker. Ook de getoonde uniformstukken van Reserve-Luitenant Hellemans werden volledig op maat vervaardigd en zijn in de periode 1935-1939 privaat aangeschaft bij 'Huis Albert' in Antwerpen.
Gregorius Laurentius Hellemans werd geboren in Edegem op 21 juli 1905 en had ook daar zijn verblijfplaats. Hij was het vijfde kind van Carolus Josephus Hellemans en Victoria Maria Van Put. Het gezin Hellemans - Van Put bestond in totaal uit zeven kinderen en woonde in Edegem bij Antwerpen. Grégorius Hellemans trad in het huwelijk met Maria Louisa Somers op 13 september 1932 in Mortsel.
G.L. Hellemans kwam in het Belgische Leger terecht als dienstplichtige van de militieklasse 1926. Hij kreeg stamboeknummer 30.149 en werd aanvankelijk toegewezen aan het 2de Regiment Lansiers. Uiteindelijk kon hij zich opwerken tot Reserve-Luitenant in het Transportkorps van het IVde Leger Korps.
Uit zijn militaire personeelsdossier blijkt dat hij met de fiets kon rijden en zowel Nederlands als Frans kon spreken, schrijven en lezen. Om die laatste reden kon hij waarschijnlijk vlot doorstromen tot het kader van Reserve Officieren.
Hieronder volgt alvast een beknopt overzicht van de militaire loopbaan van G.L. Hellemans:
- Van 16 augustus 1926 tot 15 september 1927 bij het 1ste Eskadron van het 2de Regiment Lansiers als ‘cavalier milicien’ (dienstplichtige cavalerist).
- Bevordering tot Brigadier op 2 november 1926.
- Bevordering tot sergeant op 1 mei 1927.
- Op 5 mei 1927 voltooide hij succesvol het eindexamen van de cours du peloton special.
- Op 12 augustus 1927 slaagde hij voor het examen in het C.S.L.R. (Centre d’instruction des Sous-Lieutenants de Réserve).
- Van 16 september 1927 tot 13 mei 1928 in verlof voor onbepaalde duur .
- Van 14 mei 1928 tot 24 juni 1928 terug onder de wapens bij het 5de Eskadron van het 2de Regiment Lansiers.
- Van 25 juni 1928 tot 25 maart 1930 in verlof voor onbepaalde duur.
- Van 26 maart 1930 tot 28 mei 1940 terug onder de wapens geroepen bij het Transportkorps van het IVde Leger Korps.
- Bevordering tot Onderluitenant (reserve) van de Cavalerie op 26 maart 1930.
- Bevordering tot Luitenant (reserve) op 26 maart 1934.
- Tijdens de Achttiendaagse Veldtocht diende hij bij het A.R.C. / C.T. / IV C.A (of voluit Atelier de Réparation du Charroi (auto et hippo)/ Corps de Transport / IV Corps d’Armée)
- Op 28 mei 1940 werd hij gevangengenomen na de capitulatie en al weer vrijgelaten op 9 juni 1940.
- Op 15 november 1944 ontving hij het Ridderkruis in de Kroonorde in de hoedanigheid van Reserve Luitenant bij het Transportkorps van het IVde Leger Korps.
- Na de Tweede Wereldoorlog werd hij administratief toegewezen aan het IIIde Leger Korps.
De uniformstukken van Reserve-Luitenant G.L. Hellemans
De getoonde stukken vormen een officiersensemble van het Model 1935. Het uniform heeft, in tegenstelling tot de oudere modellen, een opengewerkte kraag en sluit vooraan met vier ‘leeuwenknopen’. Officieren waren zelf verantwoordelijk voor de aankoop van hun uniform en deden daarvoor beroep op een gespecialiseerde kleermaker. Ook de getoonde uniformstukken van Reserve-Luitenant Hellemans werden volledig op maat vervaardigd en zijn in de periode 1935-1939 privaat aangeschaft bij 'Huis Albert' in Antwerpen.
De uniformvest en -broek van G.L. Hellemans werden vervaardigd uit groene, geribde stof. Het geheel kan dus worden beschouwd als een ‘dienstuniform’. Ook het gebruik van metalen kentekens op de uniformvest duidden op die bestemming (dienst) van de uniformstukken. Uniformen voor officiële of openbare aangelegenheden (uitgangs- of stadstenue) werden doorgaans vervaardigd uit een fijnere stof en hadden vaak geborduurde insignes.
De kraagspiegels op de vest geven de eenheid van de drager aan, alsook de militaire rang. Het schild van de kraagspiegels is ultramarijn, afgeboord met een koningsblauwe bies. Dat zijn de kleuren van het Transportkorps ofwel Vervoerskorps. De rangkentekens (twee gouden sterren) duiden aan dat het uniform van een Luitenant is.
Ook de losse metalen kentekens bij het uniform geven aan dat de oorspronkelijke drager van het uniform tot het Transportkorps behoorde en meer bepaald dat van het IVde Leger Korps, aangegeven door de Romeinse cijfers IV. Die cijferkentekens werden gedragen op de schouderbedekkingen of epauletten van het uniform. Het zogenaamde ‘autorad’ is eveneens het typische hoofddekselkenteken van het Transportkorps en werd gedragen op de politiemuts of kepie.
Het Vervoerkorps van de IVde Leger Korps tijdens de Duitse Inval van Mei 1940
Het Vervoerkorps was een van de vele onderdelen van het IVde Leger Korps en bestond zelf uit de volgende eenheden:
Reserve-Luitenant G.L. Hellemans was tijdens de meidagen van 1940 officier bij het Atelier voor Herstelling van het Wagenpark ofwel Atelier de Réparation du Charroi.
Aan de vooravond van de Duitse inval stonden de eenheden van het IVde Leger Korps gedeeltelijk opgesteld tussen het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en het Albertkanaal (18de Infanteriedivisie) en gedeeltelijk achter het Albertkanaal (12de en 15de Infanteriedivisies).
Op 10 mei 1940 werden, rond middernacht, alle eenheden van het IVde Leger Korps op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. Ook de afkondiging van de algemene mobilisatie werd omstreeks 6.00u gecommuniceerd aan alle onderdelen.
Van dan af volgden de manschappen van het Transportkorps, onder leiding van Commandant F. Bivort, de bewegingen van het IVde Leger Korps en werd stelselmatig teruggetrokken tot aan de grens met Noord-Frankrijk. Op 28 mei 1940 capituleerde het Belgische Leger en werden de manschappen door het Duitse leger in hechtenis genomen als krijgsgevangenen.
‘Paperassen’ in de binnenzakken van Reserve-Luitenant Hellemans
In de zakken van het uniform werden enkele interessante documenten teruggevonden, waaronder een oproepingsbrief van de Krijgsauditeur gericht aan G.L. Hellemans; maar ook een getypt overzicht met agenda van de zitting van de Eerste Nederlandse Kamer (Krijgsauditoriaat Antwerpen) van 22 maart 1949 dat werd geannoteerd door G.L. Hellemans en daarnaast nog enkele persoonlijke notities met betrekking tot zittingen uit de repressieperiode.
Op basis van die teruggevonden documenten, kan worden afgeleid dat Reserve-Luitenant Hellemans was betrokken bij de naoorlogse repressieprocessen. Over zijn exacte rol, werd geen verdere informatie aangetroffen. Het staat wel vast dat hij op enkele zittingen van het Krijgsauditoriaat aanwezig was en persoonlijke notities nam over de strafmaat van de personen die werden voorgeleid.
Het Militaire Gerecht kreeg in mei 1944, bij het aannemen van een Besluitwet over de vervolging van misdrijven tegen de geallieerde legers op Belgisch grondgebied, de bevoegdheid inzake 'veiligheid van de Staat' toegewezen.
Het Militaire Gerecht bestond in 1944 uit de Krijgsraden (militaire vonnisgerechten) en Militaire Gerechtshoven (hoger beroep). Het onderzoek naar de feiten geschiedde door Krijgsauditeurs. De Militaire Rechtbanken die incivisme- of repressiedossiers behandelden in de periode 1944-1949 waren samengesteld uit twee burgermagistraten en drie militairen. De Krijgsraden waren samengesteld uit: een burgermagistraat-voorzitter; een hoger officier; een tweede burgermagistraat; een kapitein en een luitenant. De Militaire Gerechtshoven bestonden uit een burgermagistraat-voorzitter; een generaal; een tweede burgermagistraat; een kolonel of luitenant-kolonel en een majoor.
(S. HORVAT, Het verloop van de incivismeprocessen voor de militaire rechtbanken in 1944-1949, Mededelingen CEGESOMA 38 - Repressie en gerechtelijke archieven: problemen en perspectieven, III-V en K. AERTS, D. LUYTEN, B. WILLEMS, P. DROSSENS, P. LAGROU, Was opa een nazi? Speuren naar het oorlogsverleden, 127-133.)
Mogelijk maakte G.L. Hellemans, als Luitenant, deel uit van de Krijgsraad in Mechelen (Provincie Antwerpen).
De kraagspiegels op de vest geven de eenheid van de drager aan, alsook de militaire rang. Het schild van de kraagspiegels is ultramarijn, afgeboord met een koningsblauwe bies. Dat zijn de kleuren van het Transportkorps ofwel Vervoerskorps. De rangkentekens (twee gouden sterren) duiden aan dat het uniform van een Luitenant is.
Ook de losse metalen kentekens bij het uniform geven aan dat de oorspronkelijke drager van het uniform tot het Transportkorps behoorde en meer bepaald dat van het IVde Leger Korps, aangegeven door de Romeinse cijfers IV. Die cijferkentekens werden gedragen op de schouderbedekkingen of epauletten van het uniform. Het zogenaamde ‘autorad’ is eveneens het typische hoofddekselkenteken van het Transportkorps en werd gedragen op de politiemuts of kepie.
Het Vervoerkorps van de IVde Leger Korps tijdens de Duitse Inval van Mei 1940
Het Vervoerkorps was een van de vele onderdelen van het IVde Leger Korps en bestond zelf uit de volgende eenheden:
- Staf ;
- 1ste Autopeloton voor Artilleriemunitie;
- 2de Autopeloton voor Artilleriemunitie;
- Autopeloton voor Ravitaillering;
- 1ste Autopeloton der Sanitaire Vervoersformaties;
- 2de Autopeloton der Sanitaire Vervoersformaties ;
- Autopeloton voor Materieel;
- Atelier voor Herstelling van het Wagenpark;
- Atelier voor Herstelling van het Materieel;
- Ontsmettingscompagnie.
Reserve-Luitenant G.L. Hellemans was tijdens de meidagen van 1940 officier bij het Atelier voor Herstelling van het Wagenpark ofwel Atelier de Réparation du Charroi.
Aan de vooravond van de Duitse inval stonden de eenheden van het IVde Leger Korps gedeeltelijk opgesteld tussen het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en het Albertkanaal (18de Infanteriedivisie) en gedeeltelijk achter het Albertkanaal (12de en 15de Infanteriedivisies).
Op 10 mei 1940 werden, rond middernacht, alle eenheden van het IVde Leger Korps op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. Ook de afkondiging van de algemene mobilisatie werd omstreeks 6.00u gecommuniceerd aan alle onderdelen.
Van dan af volgden de manschappen van het Transportkorps, onder leiding van Commandant F. Bivort, de bewegingen van het IVde Leger Korps en werd stelselmatig teruggetrokken tot aan de grens met Noord-Frankrijk. Op 28 mei 1940 capituleerde het Belgische Leger en werden de manschappen door het Duitse leger in hechtenis genomen als krijgsgevangenen.
‘Paperassen’ in de binnenzakken van Reserve-Luitenant Hellemans
In de zakken van het uniform werden enkele interessante documenten teruggevonden, waaronder een oproepingsbrief van de Krijgsauditeur gericht aan G.L. Hellemans; maar ook een getypt overzicht met agenda van de zitting van de Eerste Nederlandse Kamer (Krijgsauditoriaat Antwerpen) van 22 maart 1949 dat werd geannoteerd door G.L. Hellemans en daarnaast nog enkele persoonlijke notities met betrekking tot zittingen uit de repressieperiode.
Op basis van die teruggevonden documenten, kan worden afgeleid dat Reserve-Luitenant Hellemans was betrokken bij de naoorlogse repressieprocessen. Over zijn exacte rol, werd geen verdere informatie aangetroffen. Het staat wel vast dat hij op enkele zittingen van het Krijgsauditoriaat aanwezig was en persoonlijke notities nam over de strafmaat van de personen die werden voorgeleid.
Het Militaire Gerecht kreeg in mei 1944, bij het aannemen van een Besluitwet over de vervolging van misdrijven tegen de geallieerde legers op Belgisch grondgebied, de bevoegdheid inzake 'veiligheid van de Staat' toegewezen.
Het Militaire Gerecht bestond in 1944 uit de Krijgsraden (militaire vonnisgerechten) en Militaire Gerechtshoven (hoger beroep). Het onderzoek naar de feiten geschiedde door Krijgsauditeurs. De Militaire Rechtbanken die incivisme- of repressiedossiers behandelden in de periode 1944-1949 waren samengesteld uit twee burgermagistraten en drie militairen. De Krijgsraden waren samengesteld uit: een burgermagistraat-voorzitter; een hoger officier; een tweede burgermagistraat; een kapitein en een luitenant. De Militaire Gerechtshoven bestonden uit een burgermagistraat-voorzitter; een generaal; een tweede burgermagistraat; een kolonel of luitenant-kolonel en een majoor.
(S. HORVAT, Het verloop van de incivismeprocessen voor de militaire rechtbanken in 1944-1949, Mededelingen CEGESOMA 38 - Repressie en gerechtelijke archieven: problemen en perspectieven, III-V en K. AERTS, D. LUYTEN, B. WILLEMS, P. DROSSENS, P. LAGROU, Was opa een nazi? Speuren naar het oorlogsverleden, 127-133.)
Mogelijk maakte G.L. Hellemans, als Luitenant, deel uit van de Krijgsraad in Mechelen (Provincie Antwerpen).
Op 8 maart 1949 werd Luitenant Hellemans aangeschreven door de Krijgsauditeur met het bericht dat de eerstvolgende zitting der Nederlandse Kamer ging plaatshebben op 16 maart 1949 om 9.30u.
Eén van de documenten, die zich in het uniform van G.L. Hellemans bevonden, geeft een beknopt overzicht van de persoonlijke dossiers die op de zitting van 22 maart 1949 werden behandeld door het Kabinet van Substituut Baudotaels in de 1ste Nederlandse Kamer van het Krijgsauditoriaat Antwerpen. In de lijst van personen kan ook geboren Balenaar Petrus Louis Joos worden aangetroffen.
Zitting van 22 maart 1949 – 1e Ned. Kamer - Kabinet van Substituut Baudotaels
Naam, voornamen, adres JOOS Petrus L.V. geb. Balen-Neet 19/6/1921, won. ---
Not. 127/48
Bet. 113 SWB
Aangeh. Voortvl.
Raadsm. ---
Get. ---
In potlood werd ook ‘W.SS. K.A. vr. 20 j.’ genoteerd op het document, wat duidt op het feit dat Petrus Louis Joos lid was van de Waffen SS en de Krijgsauditeur om die reden 20 jaar hechtenis vroeg als strafmaat.
Eén van de documenten, die zich in het uniform van G.L. Hellemans bevonden, geeft een beknopt overzicht van de persoonlijke dossiers die op de zitting van 22 maart 1949 werden behandeld door het Kabinet van Substituut Baudotaels in de 1ste Nederlandse Kamer van het Krijgsauditoriaat Antwerpen. In de lijst van personen kan ook geboren Balenaar Petrus Louis Joos worden aangetroffen.
Zitting van 22 maart 1949 – 1e Ned. Kamer - Kabinet van Substituut Baudotaels
Naam, voornamen, adres JOOS Petrus L.V. geb. Balen-Neet 19/6/1921, won. ---
Not. 127/48
Bet. 113 SWB
Aangeh. Voortvl.
Raadsm. ---
Get. ---
In potlood werd ook ‘W.SS. K.A. vr. 20 j.’ genoteerd op het document, wat duidt op het feit dat Petrus Louis Joos lid was van de Waffen SS en de Krijgsauditeur om die reden 20 jaar hechtenis vroeg als strafmaat.
Petrus Louis Joos – Soldaat in het Vlaams Legioen
Louis Joos werd geboren in Balen op 19 juni 1921. Tijdens de oorlog meldde Louis zich als vrijwilliger voor het Oostfront en werd hij op die manier soldaat bij het Vlaams Legioen. Louis Joos kwam om het leven tijdens de hevige gevechten in de omgeving van Krasny Bor (U.S.S.R.) op 27 maart 1943.
Gezien Louis Joos in maart 1949 nog werd opgegeven als voortvluchtige en de Krijgsauditeur een veroordeling van 20 jaar hechtenis vroeg (bij verstek) op basis van het bewuste Artikel 113 uit het Belgische Strafwetboek, kan worden afgeleid dat er toen nog geen officiële kennis was over het overlijden van Petrus Louis Joos nabij Krasny Bor in maart 1943.
Louis Joos werd geboren in Balen op 19 juni 1921. Tijdens de oorlog meldde Louis zich als vrijwilliger voor het Oostfront en werd hij op die manier soldaat bij het Vlaams Legioen. Louis Joos kwam om het leven tijdens de hevige gevechten in de omgeving van Krasny Bor (U.S.S.R.) op 27 maart 1943.
Gezien Louis Joos in maart 1949 nog werd opgegeven als voortvluchtige en de Krijgsauditeur een veroordeling van 20 jaar hechtenis vroeg (bij verstek) op basis van het bewuste Artikel 113 uit het Belgische Strafwetboek, kan worden afgeleid dat er toen nog geen officiële kennis was over het overlijden van Petrus Louis Joos nabij Krasny Bor in maart 1943.
In januari 1943 lanceerden de Sovjets een tweede en succesvol offensief om de stad Leningrad te ontzetten. In navolging van die operatie zetten maar liefst drie Russische Infanteriedivisies de aanval in op de stellingen van de Spaanse Vrijwilligersdivisie (Spaanse Blauwe Divisie) nabij Krasny Bor. De Spanjaarden werden overrompeld door de massale operatie en verloren in enkele dagen tijd zo’n 3.200 manschappen.
Op 20 maart 1943 kreeg het Vlaams Legioen, dat in reserve achter de Spanjaarden was gelegen, het bevel om de voormalige (Spaanse) frontstellingen met een stormloop te heroveren. De manschappen van het Vlaams Legioen slaagden uiteindelijk in hun opdracht, maar betaalden daarvoor een zeer zware prijs. De Compagnieën van het Vlaams Legioen kregen het zwaar te verduren tijdens de strijd bij Krasny Bor en verloren grote aantallen manschappen. Eén van de omgekomen soldaten was Balenaar Louis Joos, die op 27 maart 1943 het leven liet.
Door de zware verliezen werd het Vlaams Legioen op 14 april 1943 definitief van het Leningrad-front weggehaald en werd de eenheid op rust gesteld. Mede door het grote verlies aan manschappen, werd de eenheid niet veel later ontbonden en ontstond uit de restanten van het Vlaams Legioen, in mei 1943, de zogenaamde Sturmbrigade Langemarck.
Bronnen
AERTS, K., LUYTEN, D., WILLEMS, B., DROSSENS, P., LAGROU, P., Was opa een nazi? Speuren naar het oorlogsverleden, 2017.
Balen Bevrijd, Documentatiemappen.
DGHR-Notariaat Evere, Militair personeelsdossier G.L. Hellemans.
De Achttiendaagse Veldtocht, (http://18daagseveldtocht.be).
DE FABRIBECKERS, De veldtocht van het Belgisch Leger in 1940, Lummen, 1966.
De Nieuwe Orde, (www.nieuweorde.be).
HORVAT, S., Het verloop van de incivismeprocessen voor de militaire rechtbanken in 1944-1949, Mededelingen CEGESOMA 38 - Repressie en gerechtelijke archieven: problemen en perspectieven.
Met dank aan D. Roden voor de aanvullingen over de werking van het Militaire Gerecht inzake repressiedossiers.
Op 20 maart 1943 kreeg het Vlaams Legioen, dat in reserve achter de Spanjaarden was gelegen, het bevel om de voormalige (Spaanse) frontstellingen met een stormloop te heroveren. De manschappen van het Vlaams Legioen slaagden uiteindelijk in hun opdracht, maar betaalden daarvoor een zeer zware prijs. De Compagnieën van het Vlaams Legioen kregen het zwaar te verduren tijdens de strijd bij Krasny Bor en verloren grote aantallen manschappen. Eén van de omgekomen soldaten was Balenaar Louis Joos, die op 27 maart 1943 het leven liet.
Door de zware verliezen werd het Vlaams Legioen op 14 april 1943 definitief van het Leningrad-front weggehaald en werd de eenheid op rust gesteld. Mede door het grote verlies aan manschappen, werd de eenheid niet veel later ontbonden en ontstond uit de restanten van het Vlaams Legioen, in mei 1943, de zogenaamde Sturmbrigade Langemarck.
Bronnen
AERTS, K., LUYTEN, D., WILLEMS, B., DROSSENS, P., LAGROU, P., Was opa een nazi? Speuren naar het oorlogsverleden, 2017.
Balen Bevrijd, Documentatiemappen.
DGHR-Notariaat Evere, Militair personeelsdossier G.L. Hellemans.
De Achttiendaagse Veldtocht, (http://18daagseveldtocht.be).
DE FABRIBECKERS, De veldtocht van het Belgisch Leger in 1940, Lummen, 1966.
De Nieuwe Orde, (www.nieuweorde.be).
HORVAT, S., Het verloop van de incivismeprocessen voor de militaire rechtbanken in 1944-1949, Mededelingen CEGESOMA 38 - Repressie en gerechtelijke archieven: problemen en perspectieven.
Met dank aan D. Roden voor de aanvullingen over de werking van het Militaire Gerecht inzake repressiedossiers.