April 2016
Deze maand staan twee onderdelen centraal die afkomstig zijn van de Engelse bommenwerper Z1316 QT-H. (Onderdelen - Collectie Bram Dierckx.) Het toestel, een Vickers Wellington MK IV van het 142 Squadron, werd neergehaald door een Duitse nachtjager en stortte in de vroege ochtend van 30 juli 1942 neer te Olmen-Heivoort.
1. Wellington Z1316 QT-H
De bommenwerper met code Z1316 QT-H behoorde tot het 142ste Squadron van de Royal Air Force. De eenheid was een onderdeel van het Engelse Bomber Command en had als thuisbasis Grimsby in het graafschap Lincolnshire. Het 142ste Squadron vormde samen met 12 andere squadrons de 1st Group van het Engelse Bomber Command.
De bemanning van het tweemotorig vliegtuig bestond uit de volgende personen:
Ronald Ernest Edward Bedford: Sergeant - Observer, Service Number 1331222, 20 jaar, afkomstig uit Stanmore-Middlesex;
Richard Henry Foster: Sergeant - Observer, Service Number 1332676, 21 jaar, afkomstig uit Paddington-Londen;
George Camps Hooper: Pilot Officer, Service Number J/16717, RCAF, 22 jaar, afkomstig uit Winnipeg, Manitoba;
Kenneth McLennan: Sergeant - Pilot, Service Number 1368804, 18 jaar, afkomstig uit Edinburgh;
Harold Alfred Oates: Sergeant - Air Gunner, Service Number 1315757, 19 jaar, afkomstig uit Oxford;
Richard Frances Stainforth: Sergeant - Wireless Operator en Air Gunner, Service Number 1266055, 21 jaar, afkomstig uit Mitcham (londen), Surrey.
De bemanning van het toestel was in opleiding en werd tijdens de missie bijgestaan door Pilot Officer George Hooper. Hij was reeds een ervaren piloot en tevens de enige Canadees onder de bemanningsleden. De piloot werd tijdens zijn laatste opdracht bijgestaan door een Schotse co-piloot in opleiding, Sergeant Pilot Kenneth McLennan en zijn nieuwe crew.
Voor de bemanning van Kenneth McLennan was het wellicht de eerste maal dat zij een missie uitvoerden onder commando van het 142ste Squadron. Zij werden sinds 21 juli 1942 ingedeeld bij die eenheid. McLennan zelf had enkele dagen eerder, op 26 juli 1942, reeds een missie uitgevoerd (als co-piloot) voor het squadron samen met Flight Sergeant West en zijn crew.
De bommenwerper met code Z1316 QT-H behoorde tot het 142ste Squadron van de Royal Air Force. De eenheid was een onderdeel van het Engelse Bomber Command en had als thuisbasis Grimsby in het graafschap Lincolnshire. Het 142ste Squadron vormde samen met 12 andere squadrons de 1st Group van het Engelse Bomber Command.
De bemanning van het tweemotorig vliegtuig bestond uit de volgende personen:
Ronald Ernest Edward Bedford: Sergeant - Observer, Service Number 1331222, 20 jaar, afkomstig uit Stanmore-Middlesex;
Richard Henry Foster: Sergeant - Observer, Service Number 1332676, 21 jaar, afkomstig uit Paddington-Londen;
George Camps Hooper: Pilot Officer, Service Number J/16717, RCAF, 22 jaar, afkomstig uit Winnipeg, Manitoba;
Kenneth McLennan: Sergeant - Pilot, Service Number 1368804, 18 jaar, afkomstig uit Edinburgh;
Harold Alfred Oates: Sergeant - Air Gunner, Service Number 1315757, 19 jaar, afkomstig uit Oxford;
Richard Frances Stainforth: Sergeant - Wireless Operator en Air Gunner, Service Number 1266055, 21 jaar, afkomstig uit Mitcham (londen), Surrey.
De bemanning van het toestel was in opleiding en werd tijdens de missie bijgestaan door Pilot Officer George Hooper. Hij was reeds een ervaren piloot en tevens de enige Canadees onder de bemanningsleden. De piloot werd tijdens zijn laatste opdracht bijgestaan door een Schotse co-piloot in opleiding, Sergeant Pilot Kenneth McLennan en zijn nieuwe crew.
Voor de bemanning van Kenneth McLennan was het wellicht de eerste maal dat zij een missie uitvoerden onder commando van het 142ste Squadron. Zij werden sinds 21 juli 1942 ingedeeld bij die eenheid. McLennan zelf had enkele dagen eerder, op 26 juli 1942, reeds een missie uitgevoerd (als co-piloot) voor het squadron samen met Flight Sergeant West en zijn crew.
2. De raid op Saarbrucken
In de nacht van 29 op 30 juli 1942 organiseerde het Britse Bomber Command voor de eerste maal een grote raid op de industriële infrastructuur van de Duitse stad Saarbrucken. Die nacht stegen maar liefst 291 vliegtuigen op om het doelwit te bombarderen. Door het bombardement werd vooral veel schade aangericht aan de industriële installaties van de stad. Daarnaast werden ook 324 burgerwoningen met de grond gelijkgemaakt en was het menselijke leed ook zeer hoog. Tijdens het bombardement lieten zo’n 155 personen het leven.
9 toestellen van de bombardementsgroep (waaronder 3 Wellingtons, 2 Lancasters, 2 Halifaxes en 2 Sterlings) keerden uiteindelijk niet meer terug naar hun thuisbasis. Eén daarvan was Wellington Z1316 QT-H. Het genoemde toestel was één van de tien Wellingtons van het 142ste Squadron die deelnamen aan de aanval op Saarbrucken.
Tijdens de hele duur van de oorlog werd Saarbrucken meerdere malen getroffen door geallieerde luchtbombardementen en betaalde de stad een zeer hoge tol. Ruim 630 personen kwamen daarbij om het leven en meer dan 8.400 gebouwen werden onbewoonbaar gemaakt (waarvan 7.700 compleet vernietigd). Zo’n 50.000 personen hadden ten gevolge van de diverse bombardementen geen onderkomen meer.
3. Crash te Olmen-Heivoort
Omstreeks 03.15u werden de inwoners van Balen en Olmen opgeschrikt door een hevig luchtgevecht tussen een Duitse nachtjager en een Britse bommenwerper. De vliegtuigen kwamen aangevlogen uit het oosten. Bommenwerper Z1316 QT-H werd uiteindelijk fataal getroffen door het geschut van de Duitse nachtjager van Oberleutnant Wilhelm (Eckart-Wilhelm) von Bonin en zijn radiotelegrafist Feldwebel Friedrich Johrden. De Wellington stortte 2 minuten later (03.17u) neer in het gehucht Heivoort te Olmen en kwam op de neus neer in een weide recht tegenover het huis van Remi Oeyen, de toenmalige burgemeester van Olmen. Na de crash vloog de nachtjager nog een keer over om de situatie te bekijken. Het gecrashte toestel vatte onmiddellijk vuur.
Eckart-Wilhelm von Bonin (14 november 1919 — 11 Januari 1992) was jachtpiloot voor Gruppe II van Nachtjagdgeschwader 1 (II./NJG 1) en had als thuisbasis het vliegveld van Brustem bij Sint-Truiden. Hij vloog met een Messerschmitt Bf 110. Gedurende 150 gevechtsmissies haalde hij maar liefst 37 geallieerde toestellen neer. Van 18 November 1943 tot 25 Oktober 1944 was hij Gruppenkommandeur van II./NJG 1. Op 5 februari 1944 werd hij (met als rang Hauptmann) onderscheiden met het Ridderkruis.
De crash was voor de Olmenaren niet onopgemerkt gebleven en vele bewoners zakten die nacht af naar de plaats van het drama. Losse onderdelen konden vlot worden (en werden ook effectief) meegenomen. Spoedig kwamen ook Duitse troepen ter plaatse om het toestel te bewaken en de dorpsgenoten op afstand te houden. Ook de berging van het vliegtuig werd reeds aangevat. Een drietal vrachtwagens waren nodig om de restanten van de Wellington mee te nemen.
In de nacht van 29 op 30 juli 1942 organiseerde het Britse Bomber Command voor de eerste maal een grote raid op de industriële infrastructuur van de Duitse stad Saarbrucken. Die nacht stegen maar liefst 291 vliegtuigen op om het doelwit te bombarderen. Door het bombardement werd vooral veel schade aangericht aan de industriële installaties van de stad. Daarnaast werden ook 324 burgerwoningen met de grond gelijkgemaakt en was het menselijke leed ook zeer hoog. Tijdens het bombardement lieten zo’n 155 personen het leven.
9 toestellen van de bombardementsgroep (waaronder 3 Wellingtons, 2 Lancasters, 2 Halifaxes en 2 Sterlings) keerden uiteindelijk niet meer terug naar hun thuisbasis. Eén daarvan was Wellington Z1316 QT-H. Het genoemde toestel was één van de tien Wellingtons van het 142ste Squadron die deelnamen aan de aanval op Saarbrucken.
Tijdens de hele duur van de oorlog werd Saarbrucken meerdere malen getroffen door geallieerde luchtbombardementen en betaalde de stad een zeer hoge tol. Ruim 630 personen kwamen daarbij om het leven en meer dan 8.400 gebouwen werden onbewoonbaar gemaakt (waarvan 7.700 compleet vernietigd). Zo’n 50.000 personen hadden ten gevolge van de diverse bombardementen geen onderkomen meer.
3. Crash te Olmen-Heivoort
Omstreeks 03.15u werden de inwoners van Balen en Olmen opgeschrikt door een hevig luchtgevecht tussen een Duitse nachtjager en een Britse bommenwerper. De vliegtuigen kwamen aangevlogen uit het oosten. Bommenwerper Z1316 QT-H werd uiteindelijk fataal getroffen door het geschut van de Duitse nachtjager van Oberleutnant Wilhelm (Eckart-Wilhelm) von Bonin en zijn radiotelegrafist Feldwebel Friedrich Johrden. De Wellington stortte 2 minuten later (03.17u) neer in het gehucht Heivoort te Olmen en kwam op de neus neer in een weide recht tegenover het huis van Remi Oeyen, de toenmalige burgemeester van Olmen. Na de crash vloog de nachtjager nog een keer over om de situatie te bekijken. Het gecrashte toestel vatte onmiddellijk vuur.
Eckart-Wilhelm von Bonin (14 november 1919 — 11 Januari 1992) was jachtpiloot voor Gruppe II van Nachtjagdgeschwader 1 (II./NJG 1) en had als thuisbasis het vliegveld van Brustem bij Sint-Truiden. Hij vloog met een Messerschmitt Bf 110. Gedurende 150 gevechtsmissies haalde hij maar liefst 37 geallieerde toestellen neer. Van 18 November 1943 tot 25 Oktober 1944 was hij Gruppenkommandeur van II./NJG 1. Op 5 februari 1944 werd hij (met als rang Hauptmann) onderscheiden met het Ridderkruis.
De crash was voor de Olmenaren niet onopgemerkt gebleven en vele bewoners zakten die nacht af naar de plaats van het drama. Losse onderdelen konden vlot worden (en werden ook effectief) meegenomen. Spoedig kwamen ook Duitse troepen ter plaatse om het toestel te bewaken en de dorpsgenoten op afstand te houden. Ook de berging van het vliegtuig werd reeds aangevat. Een drietal vrachtwagens waren nodig om de restanten van de Wellington mee te nemen.
4. Begraafplaats te Olmen en Adegem
Niet alleen het toestel werd zwaar beschadigd door de impact van de crash. Ook de gehele bemanning van Wellington Z1316 QT-H kwam daarbij om het leven. De zeskoppige crew had immers geen kans meer gekregen om het toestel veilig per parachute te verlaten.
De zes bemanningsleden werden aanvankelijk in een collectief graf begraven op het oude kerkhof van Olmen, vlakbij de toegangspoort van de begraafplaats. Het grafschrift vermeldde echter maar vijf namen. De naam van Harold Alfred Oates ontbrak in het opschrift. De stoffelijke overschotten werden begraven in vier houten lijkkisten, vervaardigd door schrijnwerker Louis Mertens. Die feiten illustreren de chaotische situatie van de berging en de gehavende toestand van de Wellington en haar bemanningsleden.
Het graf van de Engelse vliegeniers werd ook nog na de oorlog verzorgd door de inwoners van de toenmalige gemeente Olmen. In het jaar 1953 werden de stoffelijke overschotten overgebracht naar de Canadese Militaire Begraafplaats te Adegem in Oost-Vlaanderen (Adegem Canadian War Cemetery). Ook in Adegem werden de zes bemanningsleden begraven in een collectief graf. Wel kreeg iedereen een aparte grafsteen. De zes mannen vonden een laatste rustplaats in Blok 1. AA - Graf 2-7.
De grafsteen van Kenneth McLennan geeft een foutieve vermelding van zijn leeftijd aan (19 jaar). Op het moment van zijn overlijden, was hij slechts 18 jaar oud. Hij was de jongste van de zes bemanningsleden.
Vandaag de dag worden de bemanningsleden eveneens herdacht op het monument van de huidige begraafplaats in Olmen.
Niet alleen het toestel werd zwaar beschadigd door de impact van de crash. Ook de gehele bemanning van Wellington Z1316 QT-H kwam daarbij om het leven. De zeskoppige crew had immers geen kans meer gekregen om het toestel veilig per parachute te verlaten.
De zes bemanningsleden werden aanvankelijk in een collectief graf begraven op het oude kerkhof van Olmen, vlakbij de toegangspoort van de begraafplaats. Het grafschrift vermeldde echter maar vijf namen. De naam van Harold Alfred Oates ontbrak in het opschrift. De stoffelijke overschotten werden begraven in vier houten lijkkisten, vervaardigd door schrijnwerker Louis Mertens. Die feiten illustreren de chaotische situatie van de berging en de gehavende toestand van de Wellington en haar bemanningsleden.
Het graf van de Engelse vliegeniers werd ook nog na de oorlog verzorgd door de inwoners van de toenmalige gemeente Olmen. In het jaar 1953 werden de stoffelijke overschotten overgebracht naar de Canadese Militaire Begraafplaats te Adegem in Oost-Vlaanderen (Adegem Canadian War Cemetery). Ook in Adegem werden de zes bemanningsleden begraven in een collectief graf. Wel kreeg iedereen een aparte grafsteen. De zes mannen vonden een laatste rustplaats in Blok 1. AA - Graf 2-7.
De grafsteen van Kenneth McLennan geeft een foutieve vermelding van zijn leeftijd aan (19 jaar). Op het moment van zijn overlijden, was hij slechts 18 jaar oud. Hij was de jongste van de zes bemanningsleden.
Vandaag de dag worden de bemanningsleden eveneens herdacht op het monument van de huidige begraafplaats in Olmen.
For the Fallen - Gedicht van Robert Laurence Binyon (1869-1943)
(For the Fallen – Gepubliceerd in The Times op 21 september 1914. )
With proud thanksgiving, a mother for her children,
England mourns for her dead across the sea.
Flesh of her flesh they were, spirit of her spirit,
Fallen in the cause of the free.
Solemn the drums thrill: Death august and royal
Sings sorrow up into immortal spheres.
There is music in the midst of desolation
And a glory that shines upon our tears.
They went with songs to the battle, they were young,
Straight of limb, true of eye, steady and aglow.
They were staunch to the end against odds uncounted,
They fell with their faces to the foe.
They shall grow not old, as we that are left grow old:
Age shall not weary them, nor the years condemn.
At the going down of the sun and in the morning
We will remember them.
They mingle not with their laughing comrades again;
They sit no more at familiar tables of home;
They have no lot in our labour of the day-time;
They sleep beyond England's foam.
But where our desires are and our hopes profound,
Felt as a well-spring that is hidden from sight,
To the innermost heart of their own land they are known
As the stars are known to the Night;
As the stars that shall be bright when we are dust,
Moving in marches upon the heavenly plain,
As the stars that are starry in the time of our darkness,
To the end, to the end, they remain.
Dankwoord
Met dank aan E.B. voor de schenking van de brokstukken.
Met expliciete dank aan de Heer P. Schlebaum voor de inlichtingen over Wellington Z1316 en de bemanningsleden.
Bronnen
W.R. CHORLEY, Royal Air Force, Bomber Command losses of the Second World War, Volume 3, Aircraft and crew losses 1942, Hinckley, 2006, 168.
C. DE DECKER en J.L. ROBA, RAF-Bommenwerpers boven België, 1942-1943, Erpe, 1996, 5-6.
W. GOVAERTS, Nachtspook van Sint-Truiden, De biografie van Heinze Schnaufer en zijn bemanning, Erpe, 2007.
W.P. FELLGIEBEL, The Bearers of the Knight's Cross of the Iron Cross 1939–1945 — The Owners of the Highest Award of the Second World War of all Wehrmacht Branches, Friedberg, 2000.
J. FOREMAN, J. MATTHEWS en S. PARRY, Luftwaffe Nightfighter victory claims, 1939-1945, Walton-on-Thames, 2004, 52.
P. HINCHLIFFE, Schnaufer, Ace of diamonds, Charleston, 1999.
J. SCUTTS, German Night Fighter Aces of World War 2, Oxford, 2000.
F. SMOLDERS, Olmen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Olmen, 1989, 41-45.
Archief en documentatie Werkgroep Balen Bevrijd.
Commonwealth War Graves Commission (CWGC), 2016 (www .cwgc.org).
Luchtvaartgeschiedenis België, 2016 (www .bahavzw.be).
Afbeeldingen bemanningsleden en begraafplaats Olmen: F. SMOLDERS; C. DE DECKER en J.L. Roba.
Afbeeldingen Willem von Bonin: Ciel de Gloire, 2016 (www .cieldegloire. com); Archief en documentatie Werkgroep Balen Bevrijd.
Afbeeldingen Adegem Canadian War Cemetery: B. DIERCKX.
Afbeelding registratieformulier Adegem Canadian War Cemetery: CWGC.
(For the Fallen – Gepubliceerd in The Times op 21 september 1914. )
With proud thanksgiving, a mother for her children,
England mourns for her dead across the sea.
Flesh of her flesh they were, spirit of her spirit,
Fallen in the cause of the free.
Solemn the drums thrill: Death august and royal
Sings sorrow up into immortal spheres.
There is music in the midst of desolation
And a glory that shines upon our tears.
They went with songs to the battle, they were young,
Straight of limb, true of eye, steady and aglow.
They were staunch to the end against odds uncounted,
They fell with their faces to the foe.
They shall grow not old, as we that are left grow old:
Age shall not weary them, nor the years condemn.
At the going down of the sun and in the morning
We will remember them.
They mingle not with their laughing comrades again;
They sit no more at familiar tables of home;
They have no lot in our labour of the day-time;
They sleep beyond England's foam.
But where our desires are and our hopes profound,
Felt as a well-spring that is hidden from sight,
To the innermost heart of their own land they are known
As the stars are known to the Night;
As the stars that shall be bright when we are dust,
Moving in marches upon the heavenly plain,
As the stars that are starry in the time of our darkness,
To the end, to the end, they remain.
Dankwoord
Met dank aan E.B. voor de schenking van de brokstukken.
Met expliciete dank aan de Heer P. Schlebaum voor de inlichtingen over Wellington Z1316 en de bemanningsleden.
Bronnen
W.R. CHORLEY, Royal Air Force, Bomber Command losses of the Second World War, Volume 3, Aircraft and crew losses 1942, Hinckley, 2006, 168.
C. DE DECKER en J.L. ROBA, RAF-Bommenwerpers boven België, 1942-1943, Erpe, 1996, 5-6.
W. GOVAERTS, Nachtspook van Sint-Truiden, De biografie van Heinze Schnaufer en zijn bemanning, Erpe, 2007.
W.P. FELLGIEBEL, The Bearers of the Knight's Cross of the Iron Cross 1939–1945 — The Owners of the Highest Award of the Second World War of all Wehrmacht Branches, Friedberg, 2000.
J. FOREMAN, J. MATTHEWS en S. PARRY, Luftwaffe Nightfighter victory claims, 1939-1945, Walton-on-Thames, 2004, 52.
P. HINCHLIFFE, Schnaufer, Ace of diamonds, Charleston, 1999.
J. SCUTTS, German Night Fighter Aces of World War 2, Oxford, 2000.
F. SMOLDERS, Olmen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Olmen, 1989, 41-45.
Archief en documentatie Werkgroep Balen Bevrijd.
Commonwealth War Graves Commission (CWGC), 2016 (www .cwgc.org).
Luchtvaartgeschiedenis België, 2016 (www .bahavzw.be).
Afbeeldingen bemanningsleden en begraafplaats Olmen: F. SMOLDERS; C. DE DECKER en J.L. Roba.
Afbeeldingen Willem von Bonin: Ciel de Gloire, 2016 (www .cieldegloire. com); Archief en documentatie Werkgroep Balen Bevrijd.
Afbeeldingen Adegem Canadian War Cemetery: B. DIERCKX.
Afbeelding registratieformulier Adegem Canadian War Cemetery: CWGC.